
Wilaard, of Wijlaard, geh. in de Friesche gem. Leeuwardcn, tusschen
het Ouddeel en de Kurkmeer, in 1840 met 21 inw.
Wilbertsberg, heuvel aan de noordoostz'ade van het N.-Brab. d.
Heesch, waarop eertijds eene aan st.-Willebrord gewjjde kapel heeft
gestaan.
Wild, Wiltwetering, of Berghsche-Wetering, waterioop deels
op de Pruiss.-Nederl. grens, deels in beide rijken. Het was oudtijds een
Rijnarm längs den zuidelijken voet van den Eltenberg. Op sommige
plaatsen, zoo als in het Metmeer en in den stroom ten westen van het
aloude landgoed Voorthuizen, bezit het nog eene aanzienljjke breedte. Bij
Voorthuizen zelve is dit water nauwelijks zoo breed als eene sloot,
ofschoon het oude bed nog duidelijk is te herkennen.
Wilde-landen, Streek van 104 bund. oppervlakte in de Zeeuwsche
gem. st.-Jansteen, thans akkers en bosch, doch oudtijds eene kale
heide.
Wildemarkt, heideveld in de Friesche gem. Gaasterland, tusschen
Balk en Bijs, waar sints onheugelijke tijden den 26 Augustus eene kermis,
met eene veemarkt, wordt gehouden. Voor eenige jaren is de herberg
Kippenburg aan dit veld gebouwd.
Wildenborg, adel. landgoed in de Geld. gem. Vörden, oudtijds een
sterk kasteel, waarvan de stichting zieh in den nacht der tijden verliest.
In den 12de eeuw werd het door een lid van het geslacht van Wisch
bezeten. In 1490 werd het vruchteloos door de Deventenaren en tijdens
de Bourgondische oorlogen drie malen vruchteloos door Hertog Karel
van Egmond aangevallen. In 1512 echter onderwierp Johan van Wisch,
de toenmalige bezitter, zieh aan den Gelderschen Vorst. Later is h ethuis
Wildenborg uit. het geslacht van Wisch aan dat van Bergh overgegaan
en sedert bezeten door de huizen van Limburg-Styrum, van der Heyden,
Quadt, Staring en Brants. In 1665 werd het huis Wildenborg door de
Münsterschen bezet. Den 18 Augustus 1840 overleed er de dichter Antonie
Christiaan Winand Staring.
De Kring van Wildenborg vormde in vroegeren tijdö een afzonderlijk
ambt, "Bij koninklijk besluit van 11 Februari 1817 is dit bij Vorden
ingelijfd.
Wilder, geh. in de Limb. gem. Grubbenvorst, in 1870 met 27 inw.
Wildert, geh. in de N.-Brab. gem. Zundert, in 1840 met 74 inw.
Wildertank, gem. in Groningen tusschen de Gron. gem. Hoogezand,
Veendam, Nieuwe-Pekela en Onstwedde, en de Drenthsche gem. Gasseite,
Gieten en Anloo. Zij is groot 4190 bund. en bestaat meest uit
ontgonnen hoogveen. In 1811 had Wildervank 8377, in 1822 3182, in
1840 5091, in 1860 6535, in 1876 8039 inw., in laatstgenoemd jaar on-
derscheiden i n : 5777 Herv., 1130 Chr.-Geref., 185 Luth., 140 Doopsgez.,
542 R.-Kath.? 260 Isr. en 5 ongen. Deze bev. bestaat deels van den
landbouw en aanverwante bedrijven, deels van veenderij, scheepvaart en
nijverheid. Men vindt hier scheepstimmerwerven, brouwerjjen, molens, enz.
Do gem. bevat het d. Wildervank, een gedeelte van het d. Nieuwe-
Stads-kanaal, de b. Wildervanksterdallen en een deel der b. Borger-
Compagnie.
Het d. Wildervank ontleent zijn oorsprong aan volkplanters, die de
woeste venen, in de eerste helft der 17de eeuw, begonnen te ontginnen,
daarin voorgegaan door den Bentheimer, Adriaan Geerts, welke door zijne tijd-
genooten veelal Wildvang of Wildervank werd genoemd. Hij had zieh hier in
1647 gevestigd en overleed in 1662. De beide vaarten het Oosterdiep en het
Westerdiep worden een uur lang door woningen bezoomd, zoodat deze kom in
1840 3820, in 1870 3872 inw. telde. De H erv. kerk is in 1687 volbouwd, in
1777 aanmerkelijk vergroot en in 1834 met een koepeltoren versierd. De
Evang.-Luth. kerk is in 1700, en de Chr.-Geref. kerk in 1842 gesticht.
Wildervanksterdallen, b. in de Gron. gem. Wildervank, in 1870
met 299 inw.
Wilde-Veenen, of Honderd-Morgen, pold. van 533 bund. in de
Z.-Holl. gem. Moerkapelle. Men telde er in 1840 395 inw.
Wildhoef, fraai landgoed in de N.-Holl. gem. BloemendaaL
Wildrust, landgoed in de Z.-Holl. gem. Lisse, voor weinige
jaren het eigendom van den beroemden zoöloog Coenraad Jacobus
Temminck.
Wilgen (de), b. onder het d. Boornbergum in de Friesche gem.
Smallingerland, in 1840 met 150 inw.
Wilhelminadorp, d. in de Zeeuwsche gem. Kattendijke. Het is
eerst sedert 1812 ontstaan, ter wederzijde van de nieuwe haven.der stad
Goes. In 1817 werd er de eerste meestoof en in 1840 de tweede
meestoof gesticht. Aanvankelijk was Wilhelminadorp slechts eene b.,
doch sedert hier in 1840 en 1841 eene Herv. kerk is gebouwd, rekent
men het onder de d. In 1870 telde men er 520 inw. binnen de kom.
Wilhelminapolder, pold. op het Zeeuwsche schiereiland Zuid-
Beveland, deels in de gem. Kattendijke, deels in de gem. Wolfaartsdijk,
deels in de gem. Kloetinge. Door deze bedijking, die in 1808 beraamd,
in 1809 tot stand werd gebracht, werden de voorm. eil. Zuid-Beveland
en Wolfaartsdijk vereenigd en te zelfder tijd de stad Goes van eene
ruime haven voorzien. De grootte beloopt 1663 bund., waarvan 1359
bund. onder Kattendijke, 282 onder Wolfaartsdijk en bijna 32 onder
Kloetinge. De bev. is meest in het deel onder Kattendijke gevestigd.
Bij besluit van 30 Dec. 1808 was bepaald dat deze pold. Lodewijks-
polder zou heeten, doch een besluit van den 8 Maart 1815 veranderde
dien in Wilhelminapolder. De schoone ontwikkeling van dezen polder is
voor een groot deel te danken aan de familie van den Bosch, die er den
landbouw op eene navolgenswaardige wijze uitoefent,