
1511 vernieuwd tot 1835, toen het an demaal werd verbouwd, sporen
van hoogen ouderdom vertoonde). Hertog Godfried I I I begunstigde de plaats,
en door deze bescherming ontstond eene stad, die weihaast de vierde in rang
van het Hertogdom werd. Den 12den November 1204 bevestigde de Roomsch-
Koning Filips, ten verzoeke van Hertog Hendrik 1 van Brabant, de tolvrijheid
van ’s Hertogenbosch ( Civibus Orten, quae nunc Silva dictur) door het
geheele keizerrijk. De stad werd onder Hertog J a n (1312 tot 1355)
tweemalen vergroot, en nog eens onder Maximiliaan in 1499.
Historische herinneringen zijn wijders : de verovering der stad door de Hollanders,
in 1202; het slaan van Graaf Floris van Holland tot ridder, in 1277; de
aanval van den Hollandschen Ridder Nikolaas van Putten op de stad, in 1304;
het hevigoproer van 1305; de blijde inkomst van Hertogin Johanna en Hertog
Wenceslaus in 1356; de woelige St. Jansmis van 1397; de hevige beroe-
ringen van 1400; de geschillen tusschen ’s Hertogenbosch en den Bra-
bantschen adel, in 1401; het bouwen van een kasteel binnen de stad
door Hertog Antonie, in 1411; de brand van 30 April 1419, die een
groot deel der stad vernielde; de verschillen tusschen de stad en Hertog
Pilips van Bourgondie, in 1434; de brand van 13 Ju n i 1463, welke vier-
duizend huizen verteerde; het oproer op 18 Maart 1477; de inhuldiging
van Marie van Bourgondie, waarbij die Vorstin door het instorten van het
huldtooneel in levensgevaar geraakte; de vruchtelooze pogingen door
de Gelderschen om de stad te veroveren, in 1512; de twist tusschen
de kanunniken en de burgers over den wijn-impost, in 1517;
de hevige onlusten in den zomer van 1525 ; de inval der Gelderschen
in de Meierij, in 1528 ; de watervloed van 1529; het verbranden van
zestien of zeventien Wederdoopers, in Augustus 1538; de beide invallen
der Gelderschen in de Meierij, in Ju li 1542 en in Juli 1543; het oproer
wegens de belastingen, in 1547; de komst van den eersten Bisschop van
’s Hertogenbosch Frans van der Velde binnen de stad op, 18 November
1562; de beeldstormerij in de st. Janskerk, op 22 Augustus 1566; de
verwoesting van het Bazelaarsklooster, den 9den October 1566; de stad
door den Graaf van Megen geblokkeerd, in Februari 1567; de hevige ver-
volgingen onder Alva, in 1568 ; de poging van Hopman Koenen, Drossaard
van Hoogstraten, om de stad te overrompelen, in 1576; de groote
moeite door de muitende Spaansche krijgslieden verwekt, in September
1577; de gevechten tusschen de burgers onderling in Juli 1579;
de mislukte aanslagen der Staatschen op de stad in 1581; de mislukte
verrassingen beproefd door den Graaf van Hohenlohe, in 1584, 1585 en
1587; de mislukte aanslag op de stad door Prins Maurits, op het einde
van Februari 1594; het gevangen nemen van den Heer van Merwe, in
Mei 1597; het gevecht tusschen Charles de Breaute en Gerard Abrahams,
bijgenaamd Lekkerbeetje, op de Vuchtsche heide, den 5 F ebruari 1600; het beleg
door P rins Maurits, in November 1601; een tweede beleg door Prins Maurits,
in den herfst van T6Ü3; de aanslag op de stad door Prins Maurits, in September
1622; het beleg en de verovering der stad door P rin s Frederik Hendrik,
van 30 April tot 13 September 1629; de hooge vloed op 26 en 27 Janu-
ari 1651, en op 3 Maart 1658, welke nog door gedenksteenen in herinnering
worden gehouden; het oproer over den prijs van brood en meel, in Ju li 1662;
de komst van Spaansche hulpbenden binnen de stad, in het begin van Ju li
1672; de blokkade der stad door de Franschen, van 19 tot 29 Ju li 1672;
het oproer van October 1673; de hooge vloeden van 1693 en 1702; de
brand in de st.-Janskerk, op 13 December 1719; de hooge vloeden van
1726, 1740, 1751, 1752, 1775 en 1776; de plunderingen door de muitende
bezetting in 1787; de overgave der stad aan de Franschen, onder Pi-
chegru, na een beleg van achttien dagen, den 9 October 1795; de verovering
der stad op de Franschen door het Pruissiscb leger en een
aantal vaderlandlievende ingezetenen, in den nacht van den 25 op 26
Januari 1814; het leggen van den eersten steen aan de kanaalwerken
voor de Zuid-Willemsvaart, den 11 November 1822; de opening van
den Staats-spoorweg tot Vucht, den 1 November 1868; de opening van
den spoorweg tusschen Hedel en ’s Hertogenbosch, den 15 September 1870.
’s Hertogenbosch heeft eene onregelmatige, driehoekige gedaante en is
tot op onzen tijd onder de sterkste vestingen des Lands gerekend. Thans
echter is hare ontmanteling bepaald. Behalve door de Zuid-Willemsvaart
wordt zij nog door eenige kleine wateren doorsneden. In het noord-westen
strekt zieh de vaak verbreede en yerdiepte Haven uit. De Markt, in
het midden der stad, is onregelmatig van vorm, maar met iraaie ge-
bouwen bezoomd. Onder de overige vrije plaatsen munten de Parade-
plaats, het Orthen-Plein en het st.-Jacobs-kerkhof uit. De hoofdstraten
zijn: de Hinthammerstraat, met het Hinthammereind, de Hooge-Steenweg,
de Orthenstraat, met het Orthenseind, de Vuchterstraat, met hetVuchter-
eind, de Kerkstraat, de Verwerstraat, de Schapenmarkt, enz.
In 1840 telde men binnen de stad 3241 huizen en 19,991 inwoners, in
1870 4013 zoo voltooide als in aanbouw zijnde gebouwen en 24,165
ingezetenen.
’s Hertogenbosch heeft 5 R.-Kath. kerken, een Ned.-Herv., een W.-
Herv., een Luth. en een Chr.-Geref. kerk en een svnagoge.
Onder deze kerken munt de Groote of st.-Janskerk u it, de bisschoppelijke
kathedraal, een der merkwaardigste kerkgebouwen van geheel Nederland.
Reeds in 1050 stond bij het tegenwoordige ’s Hertogenbosch eene st.-Janskerk,
die, later herhaaldelijk vernieuwd, na een vreeselijken brand die haarver-
woestte, van 1419 tot 1520 nieuw werd opgetrokken. Sedert 1853 is het kerk-
bestuur aanhoudend bezig haar prächtig te vernieuwen. Deze kerk
heeft eene lengte van 105, eene breedte van 52 en eene hoogte (van het
middenschip) van 56 el. Zij rust op 150 pilaren en bevatkeurig beeldwerk,
een koperen doopvont en andere bezienswaardigheden. Haar prächtig oksaal,
nog in 1866 als een harer grootste schoonheden beschouwd, is sedert
weggebroken en voor eene geringe som verkocht. Londen verhoovaardigt
zieh thans dat heerlijk beitelwerk te bezitten!
Onder de overige merkwaardige gebouwen onderscheidt men in de
eerste plaats het Stadhuis, het Gouvernement, het Paleis van Justitie en de
Vergaderplaats der Illustre-Lieve-Vrouwe-broederschap. Ook is er een
groot tucht-, werk- en gevangenhuis.
’s Hertogenbosch heeft een gymnasium, eene kweeksehool voor onder