
Tot de belangrijke gebeurtenissen uit Dokkum’s geschiedenis behooren
het verdrag van Mei 1318 met Groningen; de inneming door de Holländers
en Hennewieren onder Graaf Albrecht van Beijeren in 1399; de ver-
woesting door de Vetkoopers in of omstreeks 1414; de herbouwing door
de Schieringers in 1419; de aanval der Friezen, toen de stad in
1421 weder door de Holländers was bezet; de verovering door de Gelderschen
in 1515; de verovering door de Bourgondiers in 1516; het
beleg en de inneming door de Gelderschen in 1517 ; de verovering
door J a n van Wassenaar, veldheer van Keizer Karel V, in 1523; de
plundering door de Spanjaarden op 28 Angnstus 1572; de bezetting döor
de Staatschen onder den Graaf van Hohenlohe in 1580; de versterking
der wallen in 1582.
Dokkum had in 1744 2856, in 1796 2682, in 1811 3167, in 1815
3101, in 1822 3357, in 1840 4006, in 1860 4409, in 1872 4474 inw.
Op laatstgenoemd tijdstip deelde de bev. zieh in 3650 NecL-Herv., 3
Waalsch-Herv., 5 Ev.-Luth., 135 Doopsgez., 54 Bem., 147 Chr.-Geref.,
390 B.-Kath., 46 Israel, en 44 ongenoemden.
Längs het Dokkumerdiep heeft Dokkum scheepvaart ter zee, terwijl
de stad längs de Ee en de Woudvaart eene druk binnenverkeer met
Leenwarden, Groningen en andere Friesche en Groninger gemeenten onder-
houdt. Dokkum is daarbij eene voorname marktplaats, weshalve handel en
winkelnering tot de voornaamste bronnen van welvaart behooren. Dokkum
heeft 2 scheepstimmerwerven, 2 bierbrouwerijen, 8 chicoreifabrieken,
1 friesch-groenfabriek, 1 gasfabriek, 5 goud- en zilversmederijen, 2 grof-
aardewerkfabrieken, 5 smederijen, 4 grutterijen, 1 branderij, 2 katoendruk-
kerijen, 2 korenmolens, 2 koren- en pelmolens, 3 leerlooierijen, 1 oliemolen,
3 tabaks- en sigarenfabrieken, 2 touwslagerijen, 2 vellenblooterijen, l wol-
kammerij, 1 zeepziederij, 1 zoutziederij en 3 zwart- en blauwververrjen.
Van bijzonder groot belang is echter geen dezer inrichtingen; die, welke
de meeste personen werk verschaft, eene tabaksfabriek, telt 20 man.
Het beste gedeelte van Dokkum strekt zieh, onder de namen van
Diepswal, Zuipmarkt, Dijk en Vleeschmarkt, längs het Diep uit. De
voornaamste strafen zijn de Hoogstraat, die van het Diep naar de Markt
voert. Verder komen in aanmerking: de Breedstraat, Fetsestraat, Gast-
huisstraat, Koningstraat, Hooge-Pol, Keppelstraat, enz.
E r zijn 4 kerken. Daarvan draagt die der Hervormden den naam
van Groote- of Maartenskerk, welke in 1589 hare tegenwoordige gedaante
heeft ontvangen. De kerk der Vereenigde Christelijke Gemeente (een
kerkgenootschap dat in 1798 door de samensmelting der Doopsgezinden en
Bemonstranten ontstond), Staat aan den Lageweg, de kerk der Christ.-
Geref. in de nabijheid der Aalsnmerpoort, de B.-Kath. aan de Hoogstraat.
Het Stadhnis, aan de Zuipmarkt, in 1608 gesticht, is een der schoonste
gebouwen van Dokkum. De raadzaal prijkt met fraai geschilderde tafe-
reelen, in 1763 door D. Beynes gepenseeld. Andere merkwaardige gebouwen
zijn de Waag, de Societeit de Harmonie, de Latijnsche School
en de lagere scholen.
Dokkumerdiep, voorm. inham der Lauwerzee, die door opslijking
versmald, allengs in een seheepvaartkanaal is veranderd en in 1729
door een dijk met sluizen van de zee werd afgescheiden. Het heeft van
de Dokkumer-Nieuwe-Zijlen tot Dokkum eene lengte van 2£ uur.
Dokkumertrekvaart, kanaal in Friesland, loopende van Dokkum
naar Stroobos op de Groninger grenzen, van 1654 tot 1658 op kosten
der stad Dokkum gegraven.
Dolberg, geh. in de Limb. gem. Klimmen.
Dolhuizen, geh. onder het Friesche dorp Oudemirdum (gem.
Gaasterland).
Doldersum, buurt in de Drenthsche gem. Vledder, in 1840 met
89, in 1860 met 101 inw.
Dollard (de), groote inham aan den mond der Eems, tusschen Groningen
en Oost-Friesland. Deze waterboezem is ontstaan door inbraken op
verschillende tijdstippen, die met den vreeselijken vloed van Kerstdag 1277
begonnen, telkens meer en meer land verzwolgen, tot in 1575 o o k d e k e rk
van Wester-Keide te gronde ging. Herhaalde malen had men gepoogd door
de dijken te hersteilen en nieuwe dijken op te werpen, de nitbreiding
van den plas tegen te gaan, inzonderheid in 1454. Door het leggen
van een nieuwen dijk in 1545 werd de zuidwester uithoek, die zieh tot
Slochteren uitstrekte, op het water herwonnen, doch vooral na de stich-
ting der Bepubliek werd de Dollard steeds achteruit gedrongen. Inzonderheid
geschiedde dit in 1597, 1626, 1656, 1665, 1696, 1708, 1740, 1769
en 1793. Dat voorbeeld werd door de Oost-Friezen gevolgd, die in 1605,
1682, 1707, 1752 en 1795 op de oostzijde vijf polders aan hun land
toevoegden. ln onze eeuw werd in Oost-Friesland het Nesserland met de
kust van Emden verbonden. Op Nederlandsche zijde won men den Finster-
wolder-Polder in 1819 en den Beiderwolder-Polder van 1861—1863. In
1873 zjjn ontwerpen tot stand gekomen voor het bedijken van een nieuwen
polder, die den naam van Johannes-Kerkhovenpolder zal verkrijgen.
D o m b u r g , gem. op het Zeeuwsche eiland Walcheren. Längs de
noord-westzijde door de Noordzee bespoeld, is zij naar de landzijde door
de gemeenten Oostkapelle, Aagtekerke, Melis-en-Mariakerke, Zoutelande
en Westkapelle bepaald. Hare oppervlakte beslaat 734 bunders, grooten-
deels zeeklei, doch längs de zee, waar zieh hooge duinen verheffen, allu-
visch zand. De gem. had in 1822 713, in 1840 777, in 1872 818 inw. De
landbouw is het voornaamste bedrijf der ingezetenen, die zieh in Dec.
1869 splitsten in 845 H e rv ., 1 Waalsch-Herv., 4 E v .-L u th ., 5 Chr.-
Geref. en 4 ongenoemden.
De gem. Domburg bevat het steedje Domburg en den omtrek, die
onder den naam van Domburg-Buiten bekend is.
De kleine of smalstad Domburg ligt aan den voet van het duin, te
midden van een allerbekoorlijkst landschap. Zij had in 1840 641, in 1860
690 inw. Zij is van hoogen ouderdom, zooals blykt u it de verschillende
oudheden, namelijk houten wanden, tonnen en grafsteden, Bomeinsche