
herinneringen ; de schoone societeitsgebouwen op het Plein, het Buiten-
hof de Plaats en i n ’t Bosch ; de menigvuldige gestichten van liefdadig-
heid, waaronder er velen zijn in den jongsten tÿd opgericht; de Stations-
gebouwen der beide spoorwegen; eenige hôtels van den eersten rang, enz.
Middelpunten van beschaving zijn nog: het Museum Meermanno-West-
reenianum, de Muziek- en Teekenakademie, het Stedelijk Museum van oud-
heden cn moderne kunst en de zoologisch botanische tuin van acclimatatie
(de laatste sedert 1862). De schouwburg werd oorspronkelijk tot paleis
voor den Prins van Nassau-Weilburg gesticht. Het lokaal Diligentia dient
inzonderheid voor muziekuitvoeringen en wetenschappelijke voordrachten.
Aan den Zwarten weg wordt thans (Augustus 1874) een nieuw gebouw
voor kunsten en wetenschappen gesticht, naar de plannen van Professor
E. Gugel te Delft.
Onder de kerkgebouwen is d eG ro o te -o f Jakobskerk de merkwaardigste.
Bijna 92 meter lang en 47 meter breed, heeft zij een hoogen toren, welks spits
tijdens de regeering van Koning Willem I I I een geheel nieuwen v o rm ,
uit ijzer heeft ontvangen. In het koor en längs de wanden van
dit gebouw vindt men de praalgraven van den zeeheld Jakob Baron van
Wassenaar-Obdam, van Bidder Gerrit van Assendelft, van Jonkheer Gerard
van Bandenrode en van Philip Landgraaf van Hessen-Philipsthal.
De Kloosterkerk bevat een gedenkteeken ter herinnering aan Jacob
Cats. De Willemskerk is een geschenk van Koning Willem I I I aan de
Hervormde gemeente van ’s Gravenhage, in 1853. Het jongste kerkge-
bouw is dat der Engelsch-Episcopale gemeente aan den Bezuidenhout-
sehen weg.
T ot 's Gravenhaagsche inrichtingen voor onderwijs behooren : een gymnasium,
dat in 1838 de latijnsche school heeft vervangen, en eene hoo-
gere burgerschool met vijfjarigen cursus. De koninklijke Muziekschool
is den 1 Jan u a ri 1847 geopend.
Vele geleerde maatschappijen bloeien te dezer stede, hetzij als zelf-
standige vereenigingen, zooals het kon. Instituut voor de land-, taal- en vol-
kenkunde van Nederlandsch-Indië ; de maatschappij Diligentia en het in 1834
opgerichte letterkundig Genootschap Oefening hweekt hennis, hetzij als afdee-
lingen van meer algemèene instellingen.
De burgerij van ’s Gravenhage vindt eene groote bron van welvaart in
het verblijf van het hof, van de hooge staatscollegiën en van vele vermögende
familiën, die het verblijf in de schoone, welgelegene en bloei-
ende stad de voorkeur geven. Doch ook het fabriekwezen is er aanzien-
lijk. De koperpletterij, loodpletterij en ijzergieterjj, aan het Zieken, geniet
sints eene halve eeuw niet alleen eene groote vermaardheid, maar geeft
vele honderden arbeid. Voorts verdienen opmerking: de ijzergieterij
de Prins van Oranje, de geschutgieterij, uitgestrekte meubel- en rijtuig-
fabrieken, houtzagerijen, steen- en boekdrukkerijen, wollen- en zijdever-
werijen, likeurstokerijen, enz.
’s G ra v en h o ek , heerl. in de Zeeuwsche gem. Wissekerke, ruim 160
bund, groot, in 1840 met 65, in 1870 met 66 inw. Oudtijds noemde men
haar doorgaans alleen Hoeke.
’S G ra v enm o e r , gem. in N.-Brab., tusschen Oosterhout, Baamsdonk,
Waspik en Dongen, 514 bund, groot, veengronden in het noorden, zand-
gronden in het zuiden. Zij telde in 1822 767, in 1840 875, in 1873
977 inw. Bij de volkstolling van 1870 onderscheidde men er 693 Ned.-
Herv., 1 Waalsch-Herv., 227 Chr. Geref. en 50 E.-Kath. De ingezetenen
vinden meest hun bestaan in landbouw, veenderij, scheepvaart en h e tk a n t-
maken. ’s Gravenmoer, eene oude heerl., die achtereenvolgens aan de ge-
slaehten van Duivenvoorde, Wassenaar, Spangen, Bruheze, Assendelft,
van der Duyn en de Court toebehoorde, bevat het d. ’s Gravenmoer en
de buurt ’s Gravenmoersche-Vaart of de Vaart.
Het d. ’s Gravenmoer, of de ’s Gravenmoersche-Straat, in 1840 met
420, in 1870 met 465 ingezetenen, heeft eene Herv. en eene Chr.-Geref.
kerk.
’s G ra v enm o e r sch e -V a a r t, vaart in N.-Brab. in de gem. d. ’s Gravenmoer.
Hieraan ligt eene buurt die in 1840 455, in 1870 448 inw.
telde.
’s Gra v en p o ld e r , gem. in het Zeeuwsche schiereiland Zuid-Beveland,
die in het zuidoosten door de Hont bepaald, n aar de landzijde wordt
ingesloten door Kapelle, Kloetinge, ’s Heer-Abtskerke, Nisse, Baarland
en Hoedekenskerke. Zij is saamgesteld u it de heerl. ’s Gravenpolder,
Heer-Janspolder en Zwake, beslaat 669 bund, en heeft een vrucht-
baren kleibodem, die in de westhelft meer dan in het oosten met zand
is vermengd. De gem. telde in 1822 556, in 1840 642, in 1873 818 inw.,
in laatstgen. ja a r onderscheiden in 469 Herv., 243 Chr. Geref. en 106
B.-Kath. De landbouw is hunne voornaamste bezigheid.
Het fraaie d. ’s Gravenpolder aan de Zwake gelegen, had in 1870 390
inw. E r is eene aanzienlijke Herv. kerk. In vroeger eeuwen vond men
er het door Nikolaas van Borssele gestichte kasteel Poelmond.
’s G ra v en p o ld e r , pold. in de Zeeuwsche gem. ’s Gravenpolder, in
1355 bedijkt. In oude stukken vindt men dezen polder ’s Gravenpolder-
van-Voortrappen genoemd. Met den Heer-Geerspolder en den Korenpolder,
maakt hij de watering van ’s Gravenpolder, groot 307 bund., uit.
’s G ra v en p o ld e r , pold. van 82 bund, in de Zeeuwsche gem. Groede.
’s G r a v enw aard, pold. in de Geld. gem. Herwen-en-Aardt, 213
bund, groot. Voor den aanleg van het Pannerdensche-kanaal lag deze
pold. op den linkeroever van den Bijn, voor het graven van het Bijlandsche
kanaal, op den rechteroever van de Waal. Men vond er voorheen eene
schans, waarbij toi werd geheven. De kosten van onderhoud dezer schans werden
op den Staat van oorlog gebracht en iu de jaren 1724 en 1730 verhoogd,
doch alleen voor Gelderland en Utrecht, daar Overijssel zieh aan de beta-
ling had onttrokken. In 1840 had ’s Gravenwaard 485, in 1870 492 bew. In
laatstgenoemd ja a r woonden daarvan 284 in de kom der buurtschap ’s Gravenwaard
of de Tolkamer, waar een hogfdkantoor der in- en uitgagnde rechten ge-
vestigd is,