
bergen is geen vesting moer, maar ligt open. Het had in 1840 322 hui-
zen en 1878 inw., in 1870 tot 409 huizen en 1916 ingezetenen toege-
nomen. De hoofdstraat voert deels den naam van de Kaai- of Damstraat,
deels van Kerkstraat. De hoofdgebouwen der stad zijn het Stadhuis,
de B.-Kath. kerk en de Herv. kerk.
T ot de historische herinneringen behooren: de bezetting der stad door
de Staatschen, onder Champaigne, in 1577; de verrassing door de
Spanjaarden, in 1583; de herovering door de Staatschen, in 1590; de
herovering door de Spanjaarden onder Luis de Velasco, in 1622; de
terugkeer der Staatschen in 1629; de overgave aan de Franschen, den 26
Januari 1795; het aftrekken der Franschen met stillen trom, den 11
December 1813.
Steenbergen., b. in de Drenthsche gem. Zuidwolde, in 1840 met
125, in 1870 met 177 inw.
Steenbergen, b. in de Drenthsche gem. Boden. Nog veel herinnert
er aan den ouden, eenvoudigen tijd. De b. had in 1811 90, in 1840
84, in 1870 90 inw. Aan een weg ten noorden der b. ligt een zeer
beschadigd hnnnebed.
Steenbergen, dijkaadje in N.-Brab., ruim 5464 bund, groot.
Steenbergen-en-Kruisland, gem. in N.-Brab,, in het noordwes-
ten bespoeld door het Slaak en het Volkerak, en naar de landzijde
ingesloten door de gem. Dinteloord, Oud- en-Nieuw-Gastel, Bosendaal
c. a., Wouw, Halsteren en Nieuw-Vosmeer. Zij beslaat 9592 bund.,
meest kleiland, doch een deel van het zuiden is door diluvisch zand ge-
vormd. In 1822 had deze gem. 4553, in 1840 5831, in 1875 6606 inw.
Bij de telling voor 1870 onderscheidde men de bev. in 5711 B.-Kath.,
491 Ned.-Herv., 1 W.-Herv., 7 Luth., 11 Isr. De meesten bestaan van
den landbouw. Men vindt er echter ook meestoven, eene beetwortel-
suikerfabriek, eene papierfabriek, enz. Oudtijds dreven de Steenbergers
veel handel ; zij werden den 24 Mei 1412 op nieuw tolvrij verklaard in
Holland. De gem. bevat de stad Steenbergen, de d. Kruisland en de
Heen, de b. Heensche-Molen, Notendaal, Koevering en de Kladde, bene-
vens eenige honderde verstrooide boerenhuizen en dagloonerswoningen.
Steenbergen maakte oudtijds een deel uit van het graafschap Strijen, en
werd vervolgens een gemeenschappelijk eigendom der Heeren van Breda
en Bergen-op-Zoom, tot beiden eene deeling bèwerkstelligden. Als deel
der nalatenschap van Prins Willem I I I kwam de heerl. Steenbergen aan
Prins Johan Willem Friso.
Steenbergsebe-Linie, waterloop in de N.-Brab. gemeenten Halsteren
en Steenbergen, uitloopende in de haven van Steenbergen, aange-
legd tot eene linie van inundatie.
Steenbergsche-Vliet, benedenpand van de Bosendaalsche - Vliet
in N.-Brab. Zij vormt de grenslijn tusschen de gem. Steenbergen-en-
Kruisland en de gem. Dinteloord.
Steendam, geh. onder het d. Siddeburen in de Gron. gem. Slochteren.
Steenderen, gem. in Geld, tusschen Warnsveld, Hengelo, Zelhem,
Hummelo c. a., ßheden en Brummen. In het westen wordt zij door den
IJssel bespoeld, in het noorden door de Baaksche-beek en in bet oosten
door de Hengelosche-beek. De Hummelosche of Groote-beek vormt
deels de zuider grens, doorkroDkelt deels het westen. De grond, die
4995 bund. beslaat, is meest klei, doch ten deele ook diluvisch zand. ln
1822 had Steenderen 2822, in 1840 3169, in 1875 3459 iuw., in laatstgen.
jaar onderscheiden in 1935 Herv., 14 Chr.-Geref., 2 Luth., 1497 K.-Kath.
en 11 Isr. Zij bestaan meest van landbouw en veeteelt. Ook zijn er
steenbakkerijen aan den IJssel. De gem. bevat het steedje Bronkhorst,
de d. Steenderen, Baak en Olburgen, de b. Toldijk, Covik, Bhaa en Luur,
benevens de geh. Emmer en Bakerweerd. In den Franschen tijd zijn
Bronkhorst en Steenderen vereenigd, en, na onder Koning Willem I
weder gescheiden te zijn, bij een besluit van 24 Mei 1817 hereenigd.
Steenderen is een fraai, landelijk d., dat in 1840 486, in 1872 668 inw.
telde. Het heeft kerken voor de Herv. en de B.-Kath. Steenderen wordt
vermeld onder den naam Steuere in een giftbrief van den Boomsch-Koning
Hendrik III, te Speyer (Spiers) in 1046 gegeven. Steenderen is dikwijls door
overstroomingen, brand en veepest geteisterd. Bij den brand op den 12
Maart 1782, die door den bliksem werd verwekt, ging o .a . de Herv.
kerk, toen de eenige van het d., te gronde.
Steendjjk, geh. in de Drenthsche gem. Assen, in 1811 met 24, in
1840 met 60 inw.
Steendijksche-polder, pold. van 83 hund. in de Z.-Holl. gem.
Maasland.
Steenendam, geh. in de Zeeuwsche gem. Driewegen.
Steenenheul, geh. in N.-Brab., deels in de gem. Giessen, deels in
de gem. Emmikhoven.
Steenenhoek, oudtijds Schijnenhoek, vooruitspringende hoek van
den Merwededijk in de Z.-Holl. gem. Hardinxveld.
Steenenhoeksch-kanaal, of Kanaal-van-Steenenhoek, kan.
in de Z.-Holl. gemeenten Gorincbem, Schelluinen en Hardinxveld, in 1818
gegraven om het water uit de Linge en de Zederik een beteren afloop te
verschaffen.
Steenenkamer, geh. in de Geld. gem. Putten.
Steenenkamer, uitspannings- en aanlegplaats voor vaartuigen in de
Z.-Holl. gem. Zwijndrecht.
Steenenkrnis, geh. in de Zeeuwsche gem. Tholen, in 1840 met
24 inw.
Steenepolder, of Jan-van-den-Steenespolder, polderl. ter
grootte van 81 bund. in de Zeeuwsche gem. Groede.