
voort. In 1233 voerde Herman van Lohn den grafelijken titel. Hij droeg in
1235, in gemeenschap met zijne gade Sophia, zijn huis te Bredevoort
aan den Graaf van Gelder op en ontving het van dezen weer ter leen.
Later moest Herman zieh en zijne erfgoederen leenplichtig maken aan
Graaf Everhard van der Mark, en in 1301 nam Otto van Rietberg, Bis-
schop van Münster, het slot Bredevoort in, dat hij voor zieh behield.
De rechten van Graaf Herman op Lohn en Bredevoort, overgegaan op Otto,
Heer van Ahaus, werden in 1316 aan den Bisschop van Münster verkocht.
Doch Graaf Beinoud I I van Gelder, te regt beweerende, dat de
leenheerschappij bij hem berustte, betwistte den Münstersehen Kerk-
voogd het bezit van Bredevoort en handhaafde zieh in een hevigen
oorlog, die tot aan het verdrag van Coesfeld in 1324 duurde. De
Geldersche Graaf behield Bredevoort, doch beloofde, dat de gerechten
van Winterswijk, Aalten en Dinxperlo, met het Yrijgraafschap, ten
allen tijde door den Bisschop konden ingelost worden voor 3500 mark.
In volgende tijden is de heerl. Bredevoort dikwijls verpand. o. a. aan
Prins Willem I en zijne opvolgers, totdat de Geldersche Staten in 1697
de heerl. aan Prins Willem I I I opdroegen.
B r ed ev o o r t, of B r ed e v o o rd e , voorm. hoofdschoutambt of district
van Gelderland ten tijde van Koning Willem I. Het bevatte de gem.
Aalten, Dinxperlo, Winterswijk en Wisch.
B r ed e v o o r t of B r ed ev o o rd e , kleine stad in de Geld, gern, Aalten,
aan de Aaltensche-beek. Yroeger was zij de hoofdpl. der heerl. Bredevoort,
en onder het Eransche bewind nog eene afzonderlijke mairie. Onder
Koning Willem I werd zij, ofschoon de hoofdpl. van het distr. Bredevoort,
bij het schoutambt (de gem.) Aalten ingelijfd. In 1811 had zij 710, in
1840 902, in 1860 828 inw.
De stad is, ofschoon ontmanteld, nog door grachten omringd, waardoor
twee poorten voeren. Zij heeft ongeveer 170 huizen en 2 kerken, een voor
de Herv. en een voor de R. Kathol. Van het voormalige slot dat aan de
noordwestzijde heeft gestaan, zag men in de vorige eeuw nog puinhoopen.
In of na 1276 voerde Graaf Herman van Lohn Engelbert Graaf van
der Mark als gevangene naar zijn slot te Bredevoort, waar de laatstge-
noemde zijn leven eindigde, Het gevolg was, dat Everhard van der Mark
voor Bredevoort kwam, en, daar de bezetting des nachts in stilte uittrok,
zonder veel moeite zieh van het gebalsemd lijk zijns vaders meester
maakte. In 1303 maakte Bisschop Wichbold van Keulen zieh meester
der sterkte, ten behoeve van zijn schoonbroeder, den Graaf van Lohn.
Op het einde van 1326 werd het slot van Bredevoort door Graaf Reinoud
11 van Gelder ingenomen.
Latere herinneringen zijn: de verovering der stad door Prins Maurits
op 9 October 1597, de verovering door Verdugo in het begin van 1606;
de verovering door Staatsche benden op 22 Maart 1606, het in de lucht
springen van het slot door de ontploffing van buskruit op 11 Ju li 1646,
de overgave aan den Münsterschen Generaal-Wachtmeester st.-Paul op
12 Ju n i 1672.
Bree, westelijk deel der Z.-Holl. gem. Rietveld of Rietveld-en-de-Bree,
bestaande uit een pold. van 343 bund. oppervlakte.
B r e eb e rg , of B r e e b u r g , voorm. schans bij ’t Eriesche d. Donker-
broek (Oost-Stellingwerf.)
Breede, d. in de Gron. gem. Warffum, in 1840 met 95, in 1860 met
ongeveer 80 inw. Behalve de Herv. kerk, bevat het de oud-adell. hui-
zing den Breedenburg.
Breede-Gooi, kreek in het zuid-westen der Z.-Holl. gem. Dirksland.
Breede-Made, voorm. buurt in de Z.-Holl. gem. Zoeterwoude. Zij
werd in 1268 kerkhoorig aan Leiderdorp, doch is later spoorloos ver-
dwenen.
Breedenbroek, of B r ed en b ro ek , d. in de Geld. gem. Gendringen,
in Groot-Breedenbroek en Klein-Breedenbroek afgedeeld. Men vindt er
de Kath. kerk der par. Dinxperlo.
Breedeuhorst, havezathe in de Overijsselsche gem. Heino. In de
16de eeuw werd zij door de van Rechteren’s, in de 17de door de van
Haerselte’s, in de 19de door de Sloet’s bezeten.
Breedenvliet, pold. van 122 bund. in de Zeeuwsche gemeenten
st.-Annaland en Maartensdijk. De bedijking dagteekent van 1560.
Breede-Vaart, vaart tusschen de Z.-Holl. dorpen Bodegraven en
Reeuwijk.
B r e ed e -W a te r in g , of B r e ed e -W a te r in g -b ew e sten -Y e r sek e ,
dijkgraafschap in het Zeeuwsche landschap Zuid-Beveland. Het bevat den
Burenpolder, den Koudepolder, den Kaarspolder, den Verderfpolder, den
Stormezand en de Oude-Nisse, derhalve het geheele midden of het grootste
en voornaamste deel van het landschap. Het is 9445 bund. groot.
Breedsehoot, of Breedschot, geh. in de N.-Brab. gem. Rijsbergen.
Breedzand, of Breezand, noorderstrand van het Zeeuwsche eiland
Walcheren, bekend door de landing der Engelschen op 30 Ju li 1809.
Breegat, kreek in de N.-Brab. gem. Willemstad.
Breekant, geh. in de N.-Brab. gem. Lierop.
Breeken (de), geh. in de Gron. gem. Middelstum.
Breembroekshoek, geh. in de Overijsselsche gem. Raalte.
Breen (de), geh. in de Limb. gem. Klimmen.
Breesaap, of Breezaap, duinvallei van 245 bund. oppervlakte in de
JN.-Holl. gem. Velsen, door wier zniderdeel thans het Kanaal door Hol-
and op zijn Smalst wordt gevoerd. In vorige eeuwen lag zij geheel of
grootendeels woest. Sedert het midden der 18de eeuw is zij echter met
r Trucht ontgonnen. In de 19de eeuw onderging zij belangrijke her