
garijp, Suameer, Garijp, Oenkerk, Tietjerk, Giekerk, Eestrum, Oudkerk,
Rijperkerk, Suawoude, Eernewoude en Wijns. Onder Oostermeer behoort
een ged. van het d. Rottevalle.
Onder het Eransche bewind was Tietjerksteradeel gesplitst in de 4
mairiën: Bergum, Hardegarijp, Oostermeer en Oenkerk.
T ig e h e lw e r k (het), geh. in de Eriesche gem. Leeuwarderadeel,
behoorende tot het d. Stiens, doch gelegen nabij Wijns in Tietjerksteradeel.
T ig g e lt, of T ic h e lt, geh. in de N.-Brab. gem. Ginneken c. a. Bij
he t leggen van den straatweg van Breda naar Antwerpen is hier een
oude altaarsteen opgedolven.
T i j e n r a a n , marke in de Ov. gem. Raalte, vroeger met eene have-
zathe. Deze marke, die het d. Raalte omringt, telde in 1810 1381, in
1870 1723 inw.
m of T ie l, geh. onder den Andel, in de Gron. gem. Bailo.
Tijm (de), geh. in de Eriesche gem. Wonseradeel, onder Witmarsum.
Tijnje, geh. in de Eriesche gem. Opsterland, onder het d. Terwispel.
T ijsw e e r , voorm. d. in Groningen, aan de Tjamme, door overstroo-
ming vernield. Het bestond nog in 1574.
Tjjum, geh. in de Gron. gem. Winsum.
T ilb u r en , geh. onder het d. Oostrum in de Eriesche gem. Oost-
Dongeradeel.
T ilb u r g , Rijks-kiesdistrict voor het afvaardigen van Leden tot de
Staten-Generaal. Het bevat, volgens de wet van 6 Mei 1869, de 29
gem.: Tilburg, Goirle, Gilze-en-Rijen, Alphen-en-Riel, Baarle-Nassau,
Chaam, Hilvarenbeek, Diessen, Hooge-en-Lage-Mierde c. a., Oirschot, Moer-
geslel, Oisterwijk, Haaren, Berkel c. a., Ddenhout, Cromvoirt, Loon-op-
Zand, Sprang, Yrijhoeven-Cappel, Waspik, Dongen, ’s Gravemoer, Raams-
donk, Geertruidenberg, Made-en-Drimmelen, Zwaluwe, Oosterhout, Ze-
venbergen, Terheyden. Het had in 1869 93,028 inw. en 3152 kiesge-
rechtigden.
T ilb u rg , prov. kiesdistr. in N.-Brab. Het bevat de 16 gem.: Tilburg,
Goirle, Berkel c. a., Oisterwijk, Moergestel, Dussen, Hilvarenbeek, Loon-
op-Zand, TJdenhout, Gilze-en-Rÿen, Boxtel, Esch, Helvoirt, Haaren, Cromvoirt,
Liempde.
T ilb u rg , vijfde kant, van het arr. ’s Hertogenbosch. Het bevat de 6
gem. : Berkel c. a., Dongen, Goirle, Oisterwijk, Tilburg, TJdenhout.
T ilb u rg , dek. van ’t bisd. Hertogenbosch, bevattende 5 par. en 1
rectoraat, allen in de N.-Brab. gem. Tilburg. De par, zijn: die van
st.-Dionysius i n ’t Goirke, die van st.-Dionysius in ’t Heike, die van st.-
Dionysius en st.-Jozef te Tilburg, die van st.-Dionysius te Korvel, en
die van st.-Dionysius aan den Heikant. Het rectoraat is dat van het
H. Hart van Maria en Vincentius h Paulo aan ’t Heike. Daarenboven is
er eene openbare kapel van 0 . L. Vrouw in de wijk Hasselt.
Tilburg, gem. in N.-Brab., grenzende in het noorden aan Dongen,
IiOon-op-Zand en TJdenhout, in het oosten aan Berkel c. a. en Hilvarenbeek,
in het zuiden aan Goirle, in het zuidwesten aan Alphen-en-Riel,
in het westen aan Gilze-en-Rijen.
De gem. is groot nagenoeg 7950 bund., bestaande de grond uit dilu-
visch zand. In de westelijke helft zijn eenige poelen. Daar stroomt ook
de Donge, gelijk in het zuidoosten de Lei.
In 1796 had Tilburg 8532, in 1822 10,337, in 1830 11,726, in 1840
13,709, in 1850 14,644, in 1860 15,583, in 1876 25,397 inw.
Bij de telling voor 1870 onderscheidde men de bev. (toen 21,431
zielen) in 20,982 R.-Kath., 5 Oud-R., 295 Ned.-Herv., 13 W.-Herv.,
10 Ev.-Lnth., 7 Herst.-Luth., 3 Rem., 3 Doopsg., 1 Chr.-Geref., 108 Isr.
en 4 ongen.
Tilburg heeft zijn bloei te danken aan eene gelukkige verbinding van
landbouw en fabriekwezen.
In 1875 waren 1048 bund, met rogge bezet, 37 met boekweit, 424
met aardappelen, 4 met tarwe, 10 met wintergerst, 10 met zomergerst,
24 met haver, 10 met boonen, 6 met erwten, 4 met winter-koolzaad,
8 met zomer-oliezaden, 4 met vlas, 6 met mangelwortels, 48 met worte-
len, 40 met stoppelknollen, 290 met herfstspurrie en 20 met klaver, terwijl
men de tuinen op 168, de boomgaarden op 8, de bosschen 1500 en het
weiland op 850 bund, berekende. De veestapel bestond uit 446 paarden,
15 ezels en muilezels, 7 stieren, 1365 melkkoeien, 435 kalveren en ander
jong vee, 20 trekossen, 162 schapen, 1450 geiten en bokken en 90 var-
kens, ongerekend de in dat jaa r gemeste en vervolgens geslachte kalveren
en varkens. Ook vond men er 1750 bijenkorven.
De voornaamste fabrieken bestonden in 1875 : uit 142 wollen-stoffenfabrie-
ken, 40 leerlooierijen, 17 stoomwerktuigenfabrieken, 6 bierbrouwerÿen en
2 linnenweverijen, 1 katoenweverij, 8 steenbakkerijen, 1 wasbleekerij en
1 gasfabriek.
Ofschoon men te Tilburg reeds sedert het midden der 16de eeuw
laken- en andere weverijen vond, bleef tot 1809 de machinale wol-
spinnerij te Tilburg onbekend. Toen richtte de firma van Dooren ¿5
Dams de eerste machinale spinnerij op, die door paarden werd gedreven,
In 1817 breidde de heer Pieter van Dooren zijne machinale spinnerij
uit, waarbij hij ten jare 1827 het eerst de stoomkracht te hulp riep. In
1845 telde men te Tilburg 8 stoomwerktuigen, die in 1874 tot 89 waren
vermeerderd. Drie dezer stoommachines zijn aanwezig in de hier geves-
tigde werkplaatsen der Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen.
Een voordeel van het Tilburgsche fabriekwezen is dat de arbeider
te dezer plaatse streeft naar den eigendom van een huisje met een lap
grond. Hiervoor spaart hij gaarne, en daar hij zijn grond zelf bewerkt,