
Exm o r ste r z ijl, geh. onder het Friesche d. Bxmorra, in 1840 met 30 inw.
E y ck en ste in , fraai landgoed in de Utr. gem. Maartensdijk.
E y g e lsh o v en , gem. in Limb., die vöor 1795 eene enclave van Gu-
lik (Jülich) in het Land van ’s Hertogenrade vormde. Zij wordt inge-
sloten door 4 gem.: Ubach-over-Worms, Nieuwenhagen en Kerkrade
(Limb.), en Merkstein (Pruissen). Met laatstgenoemde gem. vormt de
rivier de Worm de scheiding. Längs deze riv. en längs de Ansolderbeek
en de daarin uitloopende Streithagensche beek bestaat de grond uit
beekklei, doch het hooger gelegen bergterrein, hetwelk hier tot 138 meter
opstijgt, is door Limburgsche klei gevormd. De gem. beslaat ongeveer
315 bnnd. en telde in 1822 420, in 1840 441, in 1860 503, in 1866
• ^ 'n 1873 406 inw. Allen zijn R.-Kath. en vinden, op geringe uitzonde-
ring na, htm onderhoud in den landbouw.
Het d. Eygelshoven, oudtijds ook Eyngesloe geschreven, ligt aan de
Streithagensche beek, niet ver van de vereeniging van dat stroompje
met de Ansolderbeek. Het heeft eene R.-Kath. kerk.
E y k b e r g , b. in de N.-Brab, gem. Ginneken c. a.
E y s , riv. in het zniden van Limb., die bij Bochoiz ontspringt, en
eerst m noord-westelijken en vervolgens in west-zuid-westelijken loop
längs Simpelveld naar Cartiels loopt, waar zij in de Geul valt.
E y s, d. in de Limb. gem. Wittern, in 1840 met 190, in 1860 met
245 inw. Het maakte vroeger met zijne onderhoorigheden eene bijzondere
rijks-heerlijkheid uit, onafhankelijk van ’t Land van Valkenburg en al
de overige deelen van Limburg en Brabant. Door Eva van Eys kwam
de heerl. aan de edelen van Goor, door Maria van Goor aan de Streit-
hagen’s, en door Maria van Streithagen aan de Breyl’s. Jan Reinier van
Breyl, die het leenrecht van den heer van Wittern weigerde te erkennen,
zag zijne goederen daarvoor in 1685 aangeslagen. Eindelijk kwam Eys
m. 1723 aan den Graai van Plettenberg, die Eys met Wittern vereenigde.
E r is eene R.-Kath. kerk, waaruit in 1672 eenige Fransche Soldaten
de monstrans stalen, na de geconsacreerde hostien op het altaar uitge-
stort te hebben. Deze kerk is in 1734 vernieuwd.
E y s e rh e id e , b. in de Limb. gem. Wittern, in 1840 met 136, in 1860
met 144 inw.
E x a ten , kasteel in de Limb. gem. Horn, onlangs door uit Duitschland
verdreven Jezuiten betrokken.
E y sd en , gem. in Limburg, die ingesloten wordt door Gronsfeld, Rijck-
holt, st.-Geertruid en Mesch (Ned.), Mouland, Lixhe en Lanaye (Belgie).
Zij is saamgesteld uit een deel der heerl. Eysden, de heerl. Oost en een
deel van de heerl. Breust, en heeft haar tegenwoordigen omvang tusschen
1822 en 1830 verkregen. Haar oppervlakte beloopt thans 1588 bund. Längs
de Maas en de Voer ligt stroomklei, doch het overige, grootste deel der
gem. is uit Limb, klei gevormd. Het geheel is een zeer vruchtbaar en
bevallig oord, dat granen en boomvruchten in groote menigte voortbrengt-
In 1833 had deze gem. 1941, in 1840 2066, in 1860 2041, in 1873 2177
inw., in laatstgenoemd ja a r saamgesteld uit 2061 R.-Kath., 30 Herv.,
1 Herst.-Luth. en 85 Israelieten. De meeste ingezetenen vinden in
landbouw, veeteelt, zuivelbereiding, anderen in fabriekarbeid hun bestaan.
Men vindt er namelijk 1 zinkwitfabriek, 2 leerlooieryen, 4 korenmolens,
1 brouwerij, 2 stroopmakerijen, 1 azijnmakerij en 1 schorsmolen. De gem.
bevat de dorpen Eysden en Breust, de buurten Oost, Maarland en Caes-
tert en het geh. Withuis.
Het d. Eysden, vroeger het zuidelijkst d. van ’t Land van Valkenburg,
telde in 1822 met de daartoe behoorende deelen van Breusterbosch, Ek-
kelrade en st.-Geertruide, 1360 inw. Binnen de kom zelve vond men in
1840 938, in 1860 880 inw. Onder de gebouwen van Eysden onderscheidt
men een fraai kasteel, de R.-Kath. kerk, de Herv. kerk en de Synagoge,
Eysden, door Hertog Wenceslaus, in 1375 aan den Heer van Gronds-
feld verpand, behoorde van 1644 tot 1795 aan de Republiek der Veree-
nigde-Nederlan den.
E z in g e , gem. in de prov. Gron., ingesloten door Leens, Winsum,
Adorp, Aduard en Oldehove. Zij is 2301 bund. groot en in 1822 door 1350,
in 1840 door 1694, in 1860 door 1841 en in 1873 door 2214 zielen bevolkt.
De grond, die door het Reitdiep naar het noorden en oosten bezoomd en
door het Aduarderdiep doorsneden wordt, bestaat uit klei van verschil-
lende hoedanigheid, in het noorden zwavelachtig, in het zuiden met
knipklei en odoorn vermengd. De landbouw is de hoofdbron van het
bestaan der ingezetenen, die zieh den 1 Januari 1873 onderscheidden
in: 1716 Herv., 455 Chr.-Geref., 8 Doopsgez,, 3 Ev.-Luth., 4 R.-Kath.,
12 Isr. en 16 ongenoemden. De gem. bevat de dorpen Ezinge, Feerwerd,
Garnwerd en Oostum, de b. Aduarderzijl, en de gehuchten Suttum, Allers-
ma, Hardeweer, Bolshuizen, Joeswerd, Beswerd én Krassum.
Het d. Ezinge, in 1860 met 371 inw. heeft eene Herv. en eene Chr.-
Geref. kerk. In de middeleeuwen stond er het klooster van Ezinge of
Mariaskamp, dat door Paus Pius IV bij bul van den 7 Augustus 1561
is opgeheven.
Ezonstad, voorm. plaats in de Friesche gem. Oost-Dongeradeel. Zij
zou, volgens de overlevering, bemuurd zijn geweest en derhalve de
gedaante van eene stad gehad hebben. Op st. Thomasdag 805 werd zij
door een hevigen watervloed en in 808 door de Noormannen geteisterd.
Nog ten jare 958 wordt zij als mächtig vermeld, maar sedert schijnt zij
allengs verminderd te zijn. Waarschijnlijk vindt men in het geh. Ezu-
mazijl een overblijfsel van het oude Ezonstad.
E zum a z ijl, of E zum ab u r en , buurt onder het Friesche d. Anjum,
in 1840 met 247 inw. E r ligt hier, aan de Lauwerzee, eene sluis of zijl,
waarbij men in 1420 eene sterkte vond, waarbinnen de voorstanders van
Graaf Albrecht van Beijeren zieh tegen hunne tegenpartij verdedigden.