
1546, in 1870 2283 inw. Bij de volkstelling van 1860 onderscheidde men
hen in 1507 Ned.-Herv., 1 Bem., 3 E v .-L u th ., 76 E.-Kath. en 9 Israël.
Nevens veeteelt en landbouw zijn steenbakkerij en het scheepstimmeren
voorname takken van woivaart. Behalve bet d. Capelle, bevat de gern,
de buurten de Keeten, ’s Gravenweg en Ondeplaats.
Het d. Capelle, aan den IJsseldijk, prijkt met eene fraaie Herv. kerk.
Sedert het midden der 14de eeuw stond hier een slot, dat een eigen I
rechtsgebied had, doch in 1797 werd gesloopt. Het d. Capelle, dat door I
een station van den Ehijn-spoorweg wordt verlevendigd, had in 1840 I
525, in 1860 549 inw.
Capellenpolder, pold. in de Zeeuwsche gem. Zuidzande, bedijkt in
1522, 84 bnnd. groot
Capellepolder, pold. in de Zeeuwsche gem. Axel, die, op Paaschdag
1606 ingebroken, k o rt daarna weder beverscht is. Hij beslaat 179 bund.
Capelstraat, geh. in de N.-Brab. gem. Oudenbosch.
Cardingemaar, of K a rd in g e rm a a r , watering, die uit de Grou.
gem. Noorddijk naar het Boterdiep bij Onderdendam vloeit. De Cardin-
gezijl, onder Bedum, dient om het water van dit maar in dat van het
Damsterdiep te schütten.
Carnisse, of Karnisse, buurt in de Z.-Holl, gemeente Oost-en-
West-Barendrecht, in 1840 met 391 inw. Zij maakte vroeger met het
omliggende land eene afzonderlijke heerl. uit, die van de Heeren van de
Merwede werd ter leen gehouden.
Carolina, voorm. fort bij ’t Dinteloordsche Sas, welks naam voort-
Ieeft in den Kooi- en Carolinapolder, in de N.-Brab. gem. Dinteloord.
CartilS, of Cartiels, kast. in de Limb. gem. Wittern, teilende met de
daarbij behoorende hoeven in 1840 40, in 1860 38 inw. Het kasteel, dat
aan de samenvloeiïng van Gulp en Geul ligt, maakte to t 1795 eene afzonderlijke
heerl. uit, die, aan geen der naburige hertogdommen of graaf-
schappen onderhoorig, alleen den Keizer als opperheer erkende. Op het
einde der 14de eeuw volgden de Eidders Theodoor en Ivo van Cartils
elkander in het bezit dezer heerl. op. Ivo’s zoon, Johan, noemde zieh
ter herinnering aan zijne moeder, die uit den Huize Hoen stamde, Hoen
van Cartils. Hendrik Hoen van Cartils, die tusschen 1537 en 1546
overleed, verkreeg door huwelijk de baronie Eummen, en Johan Hoen
van Cartils, die tot omstreeks 1645 leefde, werd in den gravenstand ver-
heven. Maria Anna Henriette Hoen, weduwe van den Baron van Mas-
bourg, schonk bij uiterste wilsbeschikking van 12 October 1772 de heerl.
Cartils aan haar neef, den Graaf van Liedekerke. Door de machthebbers
der Eransche-Eepubliek werd deze heerl. in 1795 in bezit genomen.
Casen, Cazan, of Casel, buurt in de Limb. gem. Bunde, in 1845
met 202, in 1860 met 1Î1 inw.
Caspar-Roblesdiep, of Kolonelsdiep, vaart in F rie s l., op last
an den Spaanschen Stadhouder Caspar de Bobles omstreeks 1574, ter
S e r b in ding van Leeuwarden en Groningen gedolven. Zij begint bij Schui-
fenburg aan het Bergumermeer, loopt door de gemeenten Tietjerksteradeel
ien Achtkarspelen en valt bij Gerkesklooster in de trekvaart van Dokkum
op Stroobos.
Casteire, buurt in de N.-Brab. gem. Baarle-Nassau, in 1840 met 305,
in 1860 met 347 inw.
Castenray, d. in de Limb. gem. Venray, met eene E.-Kath. kerk.
net had in 1840 211, in 1860 207 inw.
Casteren, d. in de N.-Brab. gem. Hoogeloon, op een grohd, die voor
|den schraalste der Meierij van ’s-Hertogenbosch wordt gehouden. De
inw., in 1840 273, in 1860 271, hebben eene E.-Kath. kerk.
Casteren, buurt in de N.-Brab, gem. Liempde, in 1840 met 177, in
1860 met 169 inw.
Castert, geh. in de Limb. gem. Hunsel.
C a s trie um , gem. in N .-H o ll,, die, in het westen door de Noordzee
[bespoeld, naar de landzijde bepaald wordt door Egmond-Binnen, Heilo,
Limmen, Uitgeest en Heemskerk. Zij heeffc eene oppervlakte van 3161
(bund., grootendeels hoog duin, deels lagen duingrond (alluvisch zand).
IZij is uit de heerl. Castrieum en Bakkum saamgesteld, en bevat, behalve
(het d. Castrieum, de buurten Duinzijde, Kleibroek, Oosterbuurt, Bak-
fkum en Noordend, de geh. Schulpstet en Heemstee, en de duinontginning
[ het Koningsduin. In 1822 had zij 724, in 1840 1046, in 1870 1349 inw.
(Bij de volkstelling van 1860 onderscheidde de bevolking zieh in 965 B.-
* Kath., 172 Ned.-Herv., 1 Waalsch-Herv., 3 Ev.-Luth. en 6 Oud-Eoom-
■schen. Landbouw, veeteelt, zuivelbereiding en schelpvisscherij geven den
■ ingezetenen het noodige.
Het d. Castrieum, in 1840 met 229, in 1860 met 251 inw., ligt aan
I den voet van het duin, in een bevallig oord, en wordt door den grooten
I weg van Haarlem naar Alkmaar doorsneden. Het heeft 2 fraaie kerken,
■een voor de Herv. en den voor de E.-Kath. Het d. bloeide reeds in de
| lOde eeuw, en was in de 12de de zetel van een edel geslacht. In 1358
viel te Castrieum een hevig gevecht voor tusschen de Hoekschen en Ka-
beljaauwschen. In 1573 werd het dorp door de Spanjaarden geplunderd.
Den 6 October 1799 had bij Castrieum een hevige veldslag plaats
■tusschen de Fransch-Bataafsche en Engelsch-Eussische legers. Castrieum
fis sinds Mei 1867 aan het spoorwegnet verbonden.
Catelijnepolder, pold. van 167 bund. in de Zeeuwsche gem. Water-
landkerkje, in 1650 op vroegere overstroomingen terug gewonnen. Hij
ontleent zijn naam van het oude dorp st.-Catelijnekapel, dat in 1570 door
Iget water werd overstelpt.
Catelijuesehans, voorm. schans bij Oostburg, in den nacht van 1
°P 2 Mei 1604 door Prins Maurits op de Spanjaarden gewonnen.