Erederik Hendrik, den 8 Ju n i 1632; de moeite tusschen de Protestanten
en R.-Katholieken over de st.-Maartenskerk, den 29 Ju n i 1634; de ver-
woede aanvai der Spanjaarden op de verschansingen van Graaf Willem
van Nassau, den 14 September 1634; het heerschen der pest, van
November 1635 to t April 1637; de overgave der stad aan den kardinaal
infant en de terugkeer onder Spanje, den 28 Augustus 1637; het
vruchtelooze beleg der stad door Prins Erederik Hendrik, van 10 tot 28
October 1646; de overgave van Venlo door de Eranschen aan de Geail-
leerden, den 23 September 1702; de hereeniging met de Vereenigdc-
Nederlanden bij den vrede van Utrecht, den 11 April 1713 en het
barrière-tractaat van 15 November 1715; het oprichten van een hoog-
gerechtshof te Venlo, in Ju n i 1717; de oploopen bij herstellingen aan de
Hervormde kerk, in 1717; de watervloed van 21 December 1750;
het aftrekken van bijna alle Staatsche troepen, den 26 December 1792;
het binnentrekken van Pruissische troepen, den 11 Eebruari 179B; het
bombardement uit Venlo op het door de Eranschen bezette fort st.-Michiel,
en het bombardement uit st.-Michiel op Venlo, den 5 Maart 1793; de
overgave aan de Eranschen, na een beleg van achttien dagen, den 26 October
1794; de inlÿving bij de Eransche-Republiek, den 1 October 1795; het
verbieden van alle kerkelijke diensten, door het republikeinsch bewind,
den 1 Ju n i 1797; de ontvangst van Keizer Napoleon, den 12 September
1804; de ontruiming der stad door de Eranschen, den 7 Mei 1814; de
komst van Koning Willem I, den 7 Ju n i 1815; het openen der poorten
van de stad, wier hoede aan den Majoor von Schepern was toebetrouwd,
voor Belgische vrijwilligers en troepen onder Daine, den 11 November
1830; het uittrekken der Belgische Soldaten, den 21 Ju n i 1839; de
terugkeer van Venlo onder de Nederlandsche regeering, den 22 Juni
1839; de komst van Koning Willem II, den 12 Ju n i 1840; de opening
van den spoorweg naar Maastricht, den 6 October 1845; de opening
van den spoorweg naar Eindhoven, den 1 October 1866 de opening
van den spoorweg van Venlo naar Kaldenkirchen, den 29 November
1866; de opening van den spoorweg van Venlo naar Wesel, den 1
Januari 1875.
VennebroGk, fraai landgoed te Paterswolde in de Drenthsche gern-
Eelde, ondtijds een der 18 havezathen van het landschap.
Venne, of het Ven, geh. in de Limb. gem. Neer, in 1840 met 69,
in 1870 met 52 inw.'
Vennen (de), geh. bij Dronrijp, in de Eriesche gem. Menaldumadeel.
Vennen (de), geh. in de Gron. gem. Baflo, in 1840 met 20 inw.
Vennen (de), geh. in de Gron. gem. Stedum, in 1840 met 44 inw.
Vennen (de), geh. in de GrOD. gem. Termunten, in 1840 met 25 inw.
Vennerpolder, pold. van 21 bund. in de N.-Holl. gem. Sloten.
Vennip (de), noordoost. ged. der Z.-Holl. gem. Hillegom, doch oudtijds
eene zelfst. gem., hetgeen zij nog was tot de wet van 11 Ju li 1855
haar bij Hillegom inlijfde. Zij was toen groot ruim 118 bund. en zoowel
in 1822 als 1860 onbewoond geweest. In 1850 had zij echter 13 inw.,
7 R.-Kath. en 6 Herv. Vroeger echter, toen zij zich tot in het midden
van den tegenwoordigen Haarlemmermeerpolder uitstrekte, had zij een dorpje,
mede de Vennip, doch ook Beinsdorp genoemd. Van hier dat men tot
op de verheffing van den Haarlemmermeer tot eene zelfst. gemeente de
Vennip 3862 bund. groot rekende, waaronder ongeveer 3750 bund. water.
V en n ip e rp o ld e r , pold. van 98 bund. in de Z.-Holl. gem. Hillegom.
V en ra y , gem. in Limb., de grootste van dit hertogd., ingesloten door
de Limb. gem. Wanssum, Meerlo en Horst, benevens door de N.-Brab.
gem. Deurne, Bakel c. a., Sambeek, Vierlingsbeek en Maashees c. a. Zij
beslaat 14,616 bund. meest diluvisch zand, doch deels ook hoog veen,
met vele poelen (een deel van de Peel), en eenige kleigronden längs de
b. Vierlingsbeek en de Grootebeek. In 1822 telde Venray 3893, in 1840
4555, in 1876 5099 inw. In laatstgen. ja a r telde men er geene andere
inw. dan R.-Kath. Zij bestaan meest van den landbouw, verder van
veeteelt, veenderij en eenige nijverheid, vooral het schoenmaken, leer-
looien, bierbrouwen en ’t malen van granen. De gem. bevat de d.
Venray, Merselo, Oirlo, Leunen, Castenray, Oostrum, Veltum en Smakt,
benevens de b. Lull, de Heide, Schey, Overbroek, Veulen en Brabander.
Het vlek of dorp Venray — waarvan de naam beter Veenrai zou ge-
scbreven worden, zoo het mogelijk ware om de namen naar de afleiding
te hervormen — is de meest aanzienlijke plaats uit het Land-van-Kessel.
Het telde in 1840 binnen de kom 256 huizen en 1695 inw., welke cijfers in
1870 tot 304 en 1757 waren toegenomen. Het wordt het eerst vermeld
eene oorkonde van 16 Ju n i 1224. Onder de gebouwen onderscheiden zich
de fraaie st.-Pieterskerk, het Ursulinemonnenklooster en het Minder-
broedersklooster met de kapel, toegewijd aan Onze Lieve Vronw van
Zeven Weeën. De paters Minderbroeders onderhouden te Venray een
collegie van middelbaar onderwijs, in 1874 met 55 leerlingen.
Venray hoopt op eene spoorweg-verbinding met de Waal en de Maas
door het aanleggen der lijn Nijmegen—Venlo.
Venserpolder, pold. in de N.-Holl. gem. Diemen.
Vensterburen, geh. onder het d. Jelsnm in de Eriesche gem. Leen-
warderadeel, in 1840 met 41 Inw.
Verbergingskuil, o f Verbe rgingspoel, merkw. kuil van 500
tneter in omtrek hinnen de Drenthsche gem. Gasseite, ongeveer 9 meter
diep. Deze kuil bevat nooit water, terwijl de nahij en veel hooger gelegen
Krammer, die slechts 8 voet diep is, altoos water heeft.
Verbrandemanpolder, pold. van ruim 12 bund. op het Zeeuwsche
eil. Schouwen-en-Duiveland, deels in de gem. Zierikzee, deels in Noord-
gouwe. Deze pold. is in 1619 ingedijkt.
V e rb ran d e -P an , duinvallei in de N.-Holl. gem. Bergen.