
Inw., die van de b. Aarderbroek en Otterbroek medegerekend. Oudtÿds
was Wilp eene heerl., die van den proost van Deventer werd ter leen
gehouden. Het behoorde dien ten gevolge niet tot Gelderland. Hertog
Karel van Egmond maakte zieh na den dood van den laatsten manne-
lijken afstammeling van het geslacht Wilp of Wylpe, ten jare 1505, met
geweld van deze heerl. meester en schonk haar aan zijn bastaardbroeder
Johan van Gelder. Het huis te Wilp is in 1738 afgebroken.
Wüp, of Wulp (de), d. met eene voor weinige jaren gestichte Herv.
en met eene Chr.-Geref. kerk, deels in de Gron. gem. Marum, deels onder
het d. Sigerswolde in de Eriesche gem. Opsterland. Wilp telde in
1840 624 inw., als 482 in Marum en 142 in Opsterland. In 1870 had
het Gron. deel 763 inw.
Het d. dankt zijn ontstaan aan het ontginnen der woeste venen. De
nog zeer jeugdige plaats ontleent haar naam aan eene herberg met een regen-
wulp op het nithangbord.
Wilp sehe-en-Nij enbeker-Klei, pold. van 861 bund. in de Geld,
gem. Voorst.
Wilre, d. in de Limb. gem. Oud-Vroenhoven, aan den weg van
Maastricht naar Tongeren. Het wordt ook Trichtwilder, Wyler en Wolder
genoemd. E r is eene R.-Kath. kerk. Men telde er in 1840 585, in 1870
752 inw.
W i l r e y t , geh. in de N.-Brab. gem. Bergeyck, in 1840 met 316 inw.
Het wordt afgedeeld in Groot-Wilreyt en Klein-Wilreyt.
Wilsum, gem. in Ov., ingesloten door de gem. Kämpen, IJsselmuiden,
Zwollerkerspel, Zalk c. a., en Kamperveen. Zij wordt doorsneden door
den IJssel, heeft eene oppervlakte van 745 bund. en bestaat uit klei-
gronden, die op eenige plekken met grind zijn vermengd. In 1811 had Wilsum
391, in 1822 376, in 1840 435, in 1860 615, in 1876 653 inw., in
laatstgen. jaa r, onderscheiden in 587 Herv., 62 Chr.-Geref. en 4 R.-Kath.
Landbouw, veeteelt en het vervaardigen van biezen matten zijn hier de
bronnen van ‘welvaart. De gem. bevat het steedje Wilsum, benevens de
geh. de Nieuwstad, Uiterwijk, Harsenhorst en het Onderdijksche.
Het steedje Wilsum komt in oorkonden van 1170 en 1213 als eenker-
spel voor. Bisschop Otto I van Gelder droeg het in laatstgenoemd jaar
op aan de Heeren Dirk en Hendrik van Buckhorst. Ruim eene halve
eeuw later werd het onder de steden geteld. Het dreef zelfs handel
bniten het Oversticht, want Graaf Eloris V van Holland vergunde aan de bur-
gers van Wilsum in 1276 verschillende voorrechten voor hun handel op
zjjne staten. De plaats schijnt echter nooit bemuurd te zijn geweest. Men
telde er in 1811 279, in 1840 252, in 1870 395 inw. De Herv. kerk is een
merkwaardig gebouw, waarvan de stichting tot de I ld e eeuw opklimt.
In 1527 had het steedje veel te lijden van een op den tegenover
liggenden oever door de Gelderschen opgeworpen verschansing, doch die
door de Overijsselaars, met de hulp van keizerlijke benden, den 1
April 1528, werd veroverd. Bij den watervloed van Eebruari 1825 spoel-
den te Wilsum 11 huizen weg.
Wilsveen, geh. in de Z.-Holl. gem. Stompwijk. Oudtijds was het
een d., doch de kerk is in 1819 afgebroken. De hooggelegen grond-
vlakte van dit gebouw is getrokken aan het kerkhof. In 1840 had
Wilsveen 2.09 inw.
Wilt, of Wild (bet), geh. in de N.-Brab, gem. Alem, in 1840 met
56 inw.
Wiltskamp (de), geh. in de Gron, gem. Vlagtwedde, in 1840 met
62 inw. Oostwaarts liggen nog eenige huizen van Wiltskamp, die tot
Pruissen behooren.
Wimmenum, of Zuid-Wimmenum, b. in de N.-Holl. gem. Bergen,
in een schilderachtig oord, aan het duin. Zij vormt met 791 bund. land
eene afzonderlijke heerl,, vfoeger tevens eene zelfstandige gemeente. Eerst
door de wet van 13 Ju n i 1857 is Wimmenum bij Bergen ingelijfd. Het
had in 1822 88, in 1840 109, in 1870 129 inw.
Wimmenumerpolder, pold. van 89 bund. in de N.-Holl. gem.
Bergen.
W immenummer vaart, vaart in N.-Holl., die van den voet van het
duin in twee spranken naar de Hoefvaart loopt. Zij vormt de verbinding
te water tusschen Egmond-op-den-Hoef en Alkmaar. Wellicht is deze
vaart de Wymnemersweth, waarvan wordt gewaagd in een giftbrief van
den Hollandschen Graaf Willem I, omstreeks 1212 gegeven.
Windas (bet), geh. onder het d. Hauwert in de N.-Holl. gem.
Nibbixwoud.
Winde, geh. in de Drenthsche gem. Vries, in 1811 met 38, in
1840 met 53, in 1870 met 83 inw.
Windenburg, beroemd slot in de Zeeuwsche gem. Dreischor, in
1837 gesloopt.
Windesbeim, d. in de Ov. gem. Zwollerkerspel. Men vindt er eene
Herv. kerk en een station van den staatsspoorweg tusschen Zwolle en
Deventer. Oudtijds bloeide er het klooster st.-Maria’s convent, in 1384
door Eloris Radewijn, overeenkomstig den wensch van den beroemden
Geert Groete, gesticht.
In 1527 werd dit klooster, na door H ertog Karel van Gelder in eene sterkte
herschapen te zijn, door de burgers der Ov. steden, schoon vruchteloos,
belegerd. In 1557, 1558 en 1566 werden er de staatsvergaderingen
gehouden. Kort daarua is het vernietigd. Het d. Windesheim had in 1840
232, in 1870 305 inw. In de nabijheid ligt de gelijknamige havezathe.
Windeweer, d. in de Gron. gem. Hoogezand, eene veenkolonie, die
in 1747 werd aangelegd. Tot 1755 was het slechts eene buurt, doch in
dat jaa r werd er eene Herv. kerk gebouwd, die wegens de toenemende