
Vinkeveen, fraai d. in Utrecht, gebouwd langs den ringdijk der
Ronde-Veenen. Het telde in 1870 811 inw. Men vindt er kerken der
Herv. en R.-Kath., benevens het Raadhuis der gem. Waverveen-en-
Vinkeveen.
Vinkeveen, pold. van 1006 bund. in de Utr. gem. Vinkeveen-en-
Waverveen.
Vinkeveen-en-Waverveen, gem. in Utr. op de grenzen van
N.-Holl., ingesloten door de gem. Abcoude-Proostdij, Abcoude-Baam-
brugge, Loenersloot, Ruwiel, Wilnis, Mijdrecht, Nieuwer-Amstel en Ou-
der-Amstel. Zij is saamgesteld uit deelen van het graafsch. Holland
(Waverveen, Waveren, Botshol en Ruige-Wilnis) en van de heerl. Utr.,
(Vinkeveen en Demmerik). Tot 1841 vormde zij 2 gem.: Vinkeveen
en Waverveen, waarvan de Iaatste eerst in 1819 aan Utrecht
was gekomen. De gem. is groot 3819 bund., bestaande de grond df
uit laag veen of uit veenplassen, waarvan echter de beide grootsten,
die zich ook in twee aanpalende gemeenten uitstrekken, thans (1876)
in ééne bedijking zijn besloten om drooggemalen te worden. Langs de
noordwest. grenzen vloeien de Amstel en de Waver. Zonder het toen nog
zelfstandige Waverveen had Vinkeveen in 1822 1015 en in 1840 1471
inw. De gem. Vinkeveen-en-Waverveen had in 1850 1924, in 1876 2596
inw., in laatstgen. jaa r onderscheiden in 1605 R.-Kath., 979 Herv., 8
Chr.-Geref., 2 Ev.-Luth. en 2 Herst.-Luth. Zij bestaan meest van veen-
derij en veeteelt. E r zijn 2 dorpen: Waverveen en Vinkeveen, alsmede
de b. Achterbosch, Demmerik, het Donkere-End en Veenkade, benevens
de geh. Botshol, de Waver en de Nes.
Vinkhuizen, geh. in de Gron. gem. Hoogkerk, in 1840 met 36 inw.
Vinkwijk, b. in de Geld. gem. Bergh, in 1840 met 192, in 1872
met 184 inw.
Vinnewaterspolder, of Vennewaterspolder, pold. van 343
bund. in N.-Holl., deels in de gem. Heilo, deéls in Egmond-Binnen, deels
in Limmen.
Vinnige, of Wimminingen, voorm. d. op Z.-Beveland, reeds in
de 9de eeuw bekend, doeh later overstroomd.
Visehbuurt, b. onder het d. Ternaard in de Friesche gem. West-
Dongeradeel, in 1840 met 115 inw. Oudtjjds bloeide het door de visch-
vangst op de Wadden en in de Noordzee. Tegenwoordig bestaat het van
den landbouw. Tot 1850 vond men er de Doopsg. kerk van Ternaard.
Visschersberg, geh. bij het d, Sprundel in de N,-Brab. gem. Ruc-
phen c. a.
Visschersburen, geh. onder het d. Gaastmeer in de Friesche gem.
Wymbritseradeel, in 1840 met 23 inw.
Visschersdijk, of Vissehedijk, b. in de Overjjsselsche gem.
Almelo (ambt). Het telde in 1840 met Slaghoek 538 inw.
V is s ch e r sh u iz en , pold. in de Zeeuwsche gem. Axel, bijna 65 bund.
groot. Na ingebroken te zjjn, is deze polder in 1606 op nieuw bedijkt.
V is s e rw e e r t, of V is s e r sw e e r t, b. of geh. in de Limb. gem. Roos-
teren. In onze eeuw werd zjj bij de thans Belg. gem. Eelen ingelijfd,
doch in 1839 is zij daarvan gescheiden en, daar zij op den oostoevervan
de Maas ligt, aan Nederland toegewezen. Visserweert was oudtijds
eene vrije heerl., die tot het graafsch. Valkenburg behoorde. Zij had
in 1840 95, in 1870 80 inw.
V is v lie t, d. in de Gron. gem. Grijpskerk, waarvan de uitgestrektheid
eerst in 1844 is geregeld, toen de boerderijen Noorder-Feringa en de
Nie daarbij kwamen, in vergoeding voor Hillemahuis, dat bij het invoeren
van het kadaster onder Lutkegast was gebracht. In 1840 had Visvliet
485, in 1870 451 inw., in laatstgen. jaa r 307 inw. binnen de kom en
144 daarbuiten. E r zijn kerken der Herv. en der Chr.-Geref.
V itu s h o lt (st.), b. aan de zuidwestzijde van Winschoten.
V la an d e r en , voorm. graafschap, waarvan de naam reeds omstreeks 678
wordt vermeld. Het bevatte oorspronkelijk alleen de omstreken van Brugge,
doch breidde zieh spoedig, en wel zoo aanmerkelijk, uit, dat het eerlang 20
uren in de lengte en 25 in de breedte besloeg. Het was grootendeels een
leen van Frankrijk en voor het ged. ten oosten en noorden der Schelde
van het Duitsehe-Rijk. Ten tijde van Keizer Karel V, die bij het
tractaat van Madrid in 1525 Vlaanderen van den leenband van Frankrijk
losmaakte, telde het graafschap 30 bemuurde steden, een groot aantal
met stadsrechten begiftigde vlekken, 1154 dorpen, 48 abdijen en eene
menigte parochien, collegien en kloosters.
Het grafelijk Huis van Vlaanderen nam een begin m et Boudewijn m et den
IJzeren Arm, die van 864 tot 879 regeerde. Zijne opvolgers waren: Boudewijn
I I (de Kale), van 879 tot 919; Arnulf I (de Onde), van 919 tot 958;
Boudewijn I I I (de Jonge), van 958 tot 961; Arnulf I (de Onde), ander-
maal van 961 tot 964; Arnulf I I (de Jonge), van 964 tot 988; Boudewijn
IV (met den Schoonen Baard), van 988 tot 1036; Boudewijn V
(van Lille of Rijssel), van 1036 tot 1067; Boudewijn VI (van Mons of
Bergen), van 1067 tot 1070; Arnulf I I I (de Eenvoudige), in 1070 en 1071;
Robert I (de Fries) van 1071 tot 1093; Robert I I (van Jerusalem),
van 1093 to t 1111; Boudewijn V II (het Hapken), van 1111 tot 1119.
Uit het Huis van Denemarken regeerde: Karel I (de Goede), van 1119
tot 1127.
Uit het Huis van Normandie: Willem, in 1127 en 1128.
Uit het Huis van den Eisass: Dirk, van 1128 tot 1169; Filips I , van
1169 tot 1191; Margaretha I, gehuwd met Boudewijn V III, van 1191
tot 1194.
Uit het Huis van Henegouwen (dat van het Huis van Vlaanderen af-
stamde): Boudewijn IX (van Konstantinopel), van 1192 tot 1205; Johanna
(van Konstantinopel), van 1205 tot 1244; Margaretha I I (de Zwarte),
van 1244 tot 1279.