If J i
r-
I
!i
l' ii
i '
Zf ,
I I
650
hunnen top zijn blijven liggen. (Zie Keloet Figuur dd.) Aan
de wanden wordt men evenwijdig längs elkander voortloopende
groeven of Meine voren gewaar, welke zieh terlangte van 1,000
en meer voet nitstrekken, met zulk eene regelmatigheid, dat
overal een gelijke afstand tusschen dezelven behonden blijft.
(Zie Keloet Figuur Deze groeven zijn ontstaan door het
afbrokkelen of wegspoelen van enkele zandlagen, waarschijnlijk
ten gevolge van de werking van stroomend water en der wrijving
van steenklompen of van andere harde ligchamen , welke door het
water werden voortgestuwd; op die wijze echter laat zieh de
regelmatige, regtlijnige vorm, waarmede deze groeven zieh aan
het oog voordoen, nog niet duidelijk verklaren; het overige gedeelte
van den wand tusschen die groeven gelegen, is glad en~
effen. (Zijn die groeven ontstaan door de wrijving van harde ligchamen,
welke längs de wanden werden gestuwd, zoo volgt
hieruit, dat deze' op verschillende hoogte en voortdurend op
gelijke afstanden van elkander door het water zijn medegevoerd
geworden.) Andere gedeelten der wanden zijn zonder voren
en ZOO glad geschunrd als gewoonlijk met rhinocerospaden het
geval is.
Van dit punt zetteden wij onzen togt, ten 11 ure, door het diepst
gelegen middenkanaal nog immer te paard voort (zie Figuur S);
slechts ter plaatse waar vele steenbrokken opeengehoopt lagen,
of waar dwars loopende wanden uitstaken, vonden wij ons
genoodzaakt den zadel te verlaten, hetgeen echter zeldzaam
het geval was. Somtijds hielden de zoo regelmatig gevormde
terrassen geheel en al op en zagen wij den bodem van het kanaal
tot eeri enkei bed, dat overal eene gelijke hoogte had,
tusschen steile en elkander meer genaderde wanden, ingesloten ;
vooral was zulks het geval waar zieh eene kromte in de lahar
voordeed; op andere plaatsen nam dezelve weder in breedte toe
en de terrassen, ter wederzijde van het diepst gelegen middenkanaal,
traden in hunne vroegere volgorde weder te voorschijn.
De breedte van het kanaal werd op verscheidene plaatsen gemeten,
gelijk wij mede de hoogte der wanden met behulp van
den Sextant bepaalden.
, I >
I i
651
Na nog gedurende 1 nur onzen togt te hebbcn voortgezetj
kwamen wij aan eene plaats, waar ons water al i'uischend te
gemoet vloot en alwaar de tot hiertoe drooge zandbodem van
het diepste kanaal in eene beek werd herschapen. Uithoofde
overal, waar men het oog liet weiden, de duidelijkste bewijzen
van de werking en van de verbazende kracht van het water
zigtbaar waren (het gansche kanaal kon immers slechts door
waterstroomen uitgegraven zijn geworden, welke periodiekalhier
zijn längs gevloten), zoo nioest het plotseling te voorschijn treden
van vlietend water onrust verwekken.
Terstond vlugtte ik op het benedenste terras; weldra echter
verdween mijne bezorgdheid, toen ikbespeurde, dat de hoeveelheid
water niet toenam en slechts tot aan zekere plaats voortvloeide;
namelijk wij waren alhier aangekomen aan de beek, waarvan
de bejaarde gids uit Breni had gesproken, welke in de
hoogere streken voortdurend water heeft en zieh hier ter plaatse
in het zand verliest.
Wij vervolgden nu weder onzen weg; het water der beek,
dat aanvanlielijk troebel was en eene groote hoeveelheid zand
en zelfs kleine steenen medevoerde, werd weldra helder; hoe
hooger wij klommen, hoe meer de beek in grootte toenam, die
weldra het vlakke bed van het 25 voet breede middenste
kanaal ter hoogte van 1/2 met water bedekte. Ten I21/2
ure maakten wij op het bovenste terras aan den regteroever
van het kanaal halt, ter plaatse waar eene kleine nevenkloof in
de lahar uitloopt. De terrasmatige vorm zettede zieh hier nog
volkomen op gelijke wijze als vroeger voort. (Zie Figuur 9.)
De hoofdwand bereikte eene hoogte van TO^voet^de zandbank,
waaruit dezelve bestaat, was slechts op enkele plaatsen in
regelmatige lagen afgedecld, terwijl dezelve overigens eene
gelijkvormige massa uitmaakte. Het is derhalve waarschijnlijk,
dat dezelve bij gelegenheid van eene enkele uitbarsting werd
uitgeworpen. De hoogte van den wand, welke van het eerste
terras naar het tvveede afdaalde, bedroeg 15 voet, die van het
tweede naar het derde had eene hoogte van 8 voet, terwijl de
derde, welke tot aan het middenste bed reikte, waarover het
42
•1.
h f1f '
If^
(mW i