
( •
1
plaats gchad hebbende verschijnselen van dien aard waren
opgegeven geworden, iets dat met grond mag worden betwijfeld.
i)
Bij deaardbeving, welke de Nicobar-eilanden in 1847, van den
31'"^" October tot den December, teisterde, werden meer dan
100 schokken'waargenomen; bij gelegenheid der aardschudding
op Java in 1847, den 16'™ November, werden meer dan 40
schokken gevoeld, te Tjiringin in 1848, van den 4'^'"' Junij tot
den 7''™ Augustus, meer dan 100, terwijl op Banda in 1848,
van den 7"'''" tot den 18'^'"' Augustus, meer dan 10 schokken en
te Tjiringin in 1849, den 19'^™ Maart, er meer dan 70 werden bespeurd;
in 1849 gevoelde men te Saparoea, van den 28"'™ Mei
tot den 2''"" Junij, ruim 25 schokken en te Amboina werden op
den 7'^™ October, 1850, stellig een gelijk aantal dergelijke verschijnselen
waargenomen. Nemen wij nu een groot aantal anderen niet in
aanmerking, dan blijkt toch op eene voldoende wijze, dat er bij
de vroeger opgenoemden, ten bedrage van 143, allerminst
nomen, nog een 370tal behoort gevoegd te worden, indien men,
namelijk, alle afzonderlijk waargenomene schokken wenscht op te
teilen. Hierdoor zou het aantal schokken, gedurende 16 jaren
gevoeld, klimmen tot 513, dus 32perjaar, of ongeveer eew per
11 Vs dagen.
Van de vroeger opgetelde 143 aardbevingen hadden er drie
kort vöör de uitbarsting eens vuUiaäns plaats, die zij tevens als het
wäre aankondigden, twee volgden onmiddellijk op eene eruptie,
negentien deden zieh gelijktijdig met eene vulkanische uitbarsting
gevoelen, terwijl een aantal van honderd en negen, derhalve
verre weg de meesten, niet met eene uitbarsting gepaard ging;
zij werden integendeel bespeurd in die tusschenpoozen, waarin
geene vulkanische eruptien plaats grepen. De meeste aardschok- .
ken gingen vergezeld van een onderaardsch gedruisch.
Vergelijkt men deze aardbevingen, vooral die, welke op Java
worden bespeurd met de aardbevingen, welke andere landen, b. v.
') Uit monclelinge verlialen is mij gcblekeu, dat Menado, bij voorbeeld, door veelvuldig
herhaaldc aardachokken woi-dt geteisterd en ter naauwernood wordt in officiele
berigten van ecnige derzclven melding gcmaakt.
m
1435
Zuid-Amerika, Peru, teisteren, dan moet men bekennen, dat zij
zieh, wel is waar, vrij dikwerfherhalen, maar dat zij echter kort
van duur en ligt mögen genoemd worden; men ziet er uit, dat
velen slechts piaatselijke, onbeduidende tiúllingen des bodems
mögen heeten en dat hevige, verwoestende aardbevingen op Java
slechts zeer zelden voorkomen. De oorzaak hiervan zal gezocht
moeten worden in het groote aantal geopende vulkaanschachten,
die op Java ten getale van 45 worden aangetroffen. Men mag deze
krateropeningen uit dien hoofde te regt de buizen van den grooten
vulkanischen stoomketel noemen, welks deksel het eiland Java
is, — Veilig heidskleppen, waardoor de dampen en gas-soorten,
welke in den stoomketel worden ontwikkeld, voortdurend kunnen
uitstroomen, hetgeen nu eens stil en onbemerkbaar, dan weder
met hevigheid geschiedt, — en alsdan heeft eene zoogenaamde
uitbarsting plaats ; ten gevolge hiervan wordt eene al te groote
ophooping van dampen in den diepen schoot der aarde verhoed,
die, in een ander geval, door hun uitzettend vermögen het rotsdak,
dat op dezelven drukt, doen schokken en het leven van hen,
die de aardoppervlakte bewonen, in gevaar zouden brengen.
r
V. VERZAKKINGEN.
Het verzakken van deelen der aardoppervlakte beneden
het niveau der omringende streken, ten gevolge van
vulkanische werkingen.
d786. Java. Ten gevolge der hevige aardschokken, welke het
gebergte Dieng teisterden, verzakte dat gedeelte des bodems,
waar thans de zoogenaamde telaga Wiwi wordt gevonden, welk
meer reeds op bladz. 213 en 242 is beschreven geworden.
d820. Banda-eilanden. Op het kleine eiland Wai, dat slechts
op een paar mijlen westwaarts van den goenoeng Api, op Banda,
ligt, verzonk in ditzelfde jaar (waarschijnlijk gedurende de
hevige uitbarsting, welke in de maanden Junij en Julij uit den
ZOO even genoemden vulkaan plaats greep, zie bladz. 1273) een
groot stuk land, hetwelk, even als het omringende terrein, met