
i I! i ; ; f !•
í
!t
: 5
hem het sterkst aangrijpt.) Ten 5 ure kwamen zij te Doereii
aan (het dorpje telt slechts twee hutten). Eene groote menigte
bewoners der naburige dorpen verzamelde zieh, en ieder bragt
cenige spijzen mede, rijst, vruchten, koewé, enz.
Den October. Doeren ligt nog 7 palen verwijderd van
desa Peté; hier eerst konden zij paarden bekomen, en reden zij
verder naar Bagan, alwaar een houtzaagmolen staat, toebehoorende
aan den heer Condoo. De weg naar Besoeki werd met
rijtuig afgelegd.
Den October. Van Besoeki reisden zij naar Bondowoso.
Zoo liep deze togt, die zoo treurig had kminen eindigen en
waarop zij gedurende negen dagen, namelijk, sedert den
October hadden rondgedoold, nog gelukkig af. Hiernit zal andere
reizigers kunnen blijken, met welke bezwaren de togten door
Javasche wildernissen gepaard gaan, en hoe het mogelijk is
aan een gewissen hongerdood prijs gegeben te zijn, wanneer
de noodige voorzorgen niet worden in acht genomen.
A C I I T T I E N D E SCHETS.
V U L K A A N 4 0 : LAMONGAN. $
Br. — L. 113 24'. — H. 4,500 ?
((Und es will sich nimmer erschöpfen und leereu,
((Als wollte das Meer noch ein Meer geliähren. »
(ScUII,LliIl.)
Probolingo, den November.
Mijne reis van Djember naar Poeger, welke ik, van 7 tot 10
ure, op den 4''°" November aüeide en die van Poeger naar
Lemadjang, van 6'/2 tot IO1/4 ure op den volgenden dag
gemaakt, boden niels'aan, dat der vermelding waardig mag
geacht worden.
Den November vertrok ik ten 6 ure met rijtuig van
Lemadjang naar Probolingo, alwaar ik ten II1/2 ure aankwarn.
Deze afstand is verdeeld in 5 poststations, ieder ongeveer van
6 palen, welke in 1/2 ä ^Z« u'irs worden afgelegd. De weg van
Lemadjang naar het eerste poststation Bondo joedo zet zieh,
aanvankelijk op gelijke hoogte, in eene noord-noordoostelijke
rigting voort, althans hij rijst over die uitgestrektheid slechts
weinig; van daar loopt hij naar het noord ten oosten, later
naar het noorden tot aan de plaats waar vroeger een poststation
was gelegen, dat sedert eenigen tijd is opgeheven
geworden; hier verlieft zieh het terrein, dat later weder daalt
tot aan de plaats, waar het tweede poststation Glagah ligt.
Van hier beklimt men den vlakken tusschenzadel, die den
voet van den Lamongan met dien des Tengger vereenigt en
bereikt men het hoogste punt van den weg, hetwelk, zoo het
niet op gelijke hoogte ligt als de pasanggrahan aan den oever
van het meer (rauoe) Lamongan, althans niet veel hooger zal