
in hoedanigheid volkomeu overeen met het bezinksel der broii eii
dat der beek, bestond uit ijzeroxyde hydraat en is haar ontstaan
waarschijnlijk aan een gelijken oorsprong verschuldigd als het zoo
even genoemde bezinksel, al maakt de aanwezige hoeveelheid
er van de verwondering des beschouwers in hooge mate gaande.
Veel waarschijnlijks heeft het vermoeden, dat deze gele aardlaag
het bekken eener voormalige bron vult, welke of verdroogd is,
of een anderen uitweg heeft genomen. Velgens de analyse door
A. Waitz van het medegevoerde water der beek, te Batavia,
gemaakt, bevatte hetzelve: zwavelnatrium, chlornatrium, benevens
eene geringe hoeveelheid chlortalcium, kiezel- en aluinaarde.
Het bezinksel bestond uit ijzeroxyde, benevens uit eene
geringe hoeveelheid zwavel, kiezelaarde en eene slijmige organische
zelfstandigheid. ') Zie het gedroogde bezinksel van het
beek water onder: L. n" 18.
26. Preanger. ^ Tji Panas nabij Lembang, n^ d, in het
distrikt Oedjoeng broeug koelon, regentschap Bandong. Längs
de vulkanische bergketen, waarvan de Tangkoeban praoe den
hoofdkrater vormt, loopt ter wederzijde, d. i. ten noorden en
ten zuiden, eene nevenketen, — een neptunische verheffingsrand.
Zie Java II. bladz. b5, enz. Aan de zuidelijke, Bandongsche
helling wellen twee vparme brennen op, aan de binnenwaarts
gekeerde zijde van den breukrand dezer nevenketen. Zij liggen
in eene oost-zuidoostelijke rigting op een afstand van een paar
palen van Lembang, ter hoogte van ongeveer 3,000 voet; zij
wellen op uit de oppervlakte der lava-stroomen van den Tangkoeban
praoe, welke tegen de buitenwaarts gelegene — opgehevene
— keten zijn opgestuwd. Beide brennen worden aangetroffen
in den bodem eener kloof, namelijk, aan den oever der
tji Kawari, beneden de monding der meer westelijk gelegene
tji Kidang, doch hooger dan de plaats waar zij met de (uit
oostelijker gelegene streken nederwaarts bruisende) tji Kaboendoeng
zamenvloeit en, vereenigd met deze beek, door de diepe
dwarskloof stroomt, waarvan de keten aldaar is doorbroken.
'J Vergelijk iiiijnc „Kcisen durch Java, " bladz. 251, enz.
S
1321
De bron, welke wij op het oog hebben (no 26), ligt aan den
linker- (oostelijken) oever der tji Kawari, i) in de onmiddellijko
nabijheid, doch beneden de monding van de tji Kidang; boven
deze monding is het, dat de brug ligt van den weg, die van
Lembang naar Nagarawangi voert. De lava-stroom bestaat hier
deels uit eene digte, zwartblaauwe basalt-lava, welke eene afscheiding
in scherphoekig-rhombische stukken heeft: L. no 20,
deels uit eene gloedbrekzie, waarin stukken van verschillende
lava-soorten tot een geheel zijn zamengesmolten. In een dergelijk
gesteente ligt het bekken der bron, welke de Javanen met
planken hebben omringd. Eene geringe hoeveelheid gas-bellen
stijgt uit dit bronwater op, hetwelk overigens reuk- en smakeloos
is; de steenen, welke hetzelve besproeit, vertoonen een
dun, geelachtig bruin beslag. De temperatuur van hetzelve
bedroeg, ten 8 ure des morgens (op den April, 1848),
37,4° R., terwijl de dampkring destijds een warmtegraad van
12,0 en het beekwater, boven de bron, van 13,3° R. bezat.
Preanger. ^ Tji Panas bij Lembang, 2. Deze
bron ligt verder stroomafwaarts dan de vorige, digter bij de
dwarskloof en tevens nader aan de zamenvloeijing dezer beek
met de tji Kaboendoeng, en wel aan hären regtero&ver. Haar
water is weiachtig gekleurd en troebel, heeft een eenigzins
zoutachtigen smaak, als wäre er Carbonas sodae in opgelost en
verspreidt een ligten reuk van zwavelwaterstof-gas; eene groote
menigte gas-bellen stijgt in hetzelve op. Ten 3'/2 ure (op den
4d™ Augustus, 1843), had het water der bron eene temperatuur
van 35,1° R. of 111,0° F., terwijl de dampkring destijds
een warmtegraad bezat van 17,7° R. of 72,0" F. en de aan de
bron palende beek van 16,0° R. of 68,5° F.
28. Krawang. ^ Tji Pabéla nabij Tjiatar. Particulière
landen, distrikt Segala herang. Aan de noordoostelijke helling
van den vulkaan Tangkoeban praoe ligt, ter hoogte van onge-
•) De beek, welke uit de vereeniging van de tji Kidang met de tji Kawari ontstaat,
wordt door sommige Javanen, tot op de plaats barer uitwatering in de tji
Kaboendoeng, tji Kidang gebeeten, terwijl anderen haar tji Kawari noemen; de
tji Kidang is echter de grootste der beide eerstgcnoemde beken.
-•vi 1
•1