
•-^fnitai-t-ü'-ii* -Biito-fc..
é'fi,'- i
8 1 '
M
Bodjong keton aan de noordelijke helling van den Gédé, boven
Buitenzorg (— 3,214 voet), alwaar men derhalve bijna eene
gclijke temperatuur vinden zal als de jaarlijksche gemiddelde
wärmte bedraagt te Teneriffe, Algiers, enz.
2" Ter hoogte van 3,878 voet boven den spiegel der zee
zal eene gemiddelde wannte van 16,0° R. of 68,0° F. heerschen.
In die zone ligt het bewoonde plateau van Lembang
(Preanger-Regentschap Bandong), in welks nabijheid de warme
brennen n" 25, 26 en 27 ontspringen. Reizigers of kranken,
die zieh te dier plaatse bevinden, znllen derhalve aldaar eene
temperatuur genieten, welke eenigzins koeler is dan die te
Cantori en in Tunis heerscht, niaar die warmer is dan de
temperatuur des dampkrings van Marocco.
ó" In de zone van 4,521 voet zal de warmtegraad des dampkrings
15,0° R. of 65,7° F. bedragen. Op die hoogte ligt het
middengedeelte van het schoone plateau van Penggalengan
(Preanger-Regentschap Bandong), waar voortreffelijke pasanggrahan's
worden gevonden en de warme brennen n» 23 en 24
opwellen. Hier zal men eene jaarlijksche wärmte genieten
gelijk aan de Kaap de Goede Hoop of in Popaijan, terwijl men
tevens de gelegenheid heeft zieh in nog koudere oorden te
begeven, dewijl het plateau van' lievcrlede overgaat in de
hellingen der omringende bergen, die eene hoogte van 6 à 7,000
voet bereiken.
4® Ter hoogte van 5,164 voet boven de oppervlakte der
zee mag men eene temperatuur verwachten van 14,0° R.
of 63,5° F. Zoo hoog ongeveer ligt de tusschenrug van den
Merbaboe en den Merapi, alwaar in de zone van 4,880 voet,
tusschen tuinen van perzikboomen, het landhuis Sélo is gebouwd;
in dezelfde zone ligt het dorp Batoer aan de westelijke helling
van den Dièng, ter hoogte van 5,000 voet. Hier zal men derhalve
eene lucht inademen, of beter gezegd, eene jaarlijksche
gemiddelde temperatuur genieten als te Sydney of te George
town, welke iets warmer is dan die, welke te Palermo en te
Nangasaki heerscht.
5" Stijgt men tot in de zone van 6,450 voet boven den
1379
Spiegel der zee, zoo treft men een warmtegraad aan van 12,0° R.
of 59,0° F. Bijna zoo hoog ligt het heerlijke en bewoonde
plateau van Dieng (6j296 voet), in welks nabijheid, aan de
oevers der tèlaga Leri, de warme, zwavelwaterstof-houdende
bron no 45 entspringt. In deze zone bedraagt de jaarlijksche
gemiddelde wärmte dus reeds 10 graden Réaumur (of 22'/2°
Fahrenheit) minder dan te Batavia; bouwt men hier zijne
hutten, dan zal men zieh, gerekend naar den graad der jaarlijksche
gemiddelde wärmte, hebben verplaatst in het klimaat
van Montpellier en Madrid, en zal men eene lucht inademen,
die iets warmer is dan de dampkring te Quito, doch eenigermate
koeler dan die van Rome.
6" Reist men door bergstreken, welke zieh van 7,093 tot
8,379 voet boven het niveau der zee verheffen, dan zal men
den thermometer van 11,0° R. of 56,7° F. tot op 9,0° R. of
52,2° F. zien dalen. Op deze hoogte ligt het middengedeelte
der schoone hoogvlakten vanhet Ajang-gebergte, in de residentie
Besoeki, welke vlakten zieh vele mijlen ver uitstrekken en in
den vorm van terrassen van lieverlede boven elkander oprijzen.
Zet men zijnen togt naar de hoogere streken van dit plateau
voort, dan zal men, de temperatuur van Bordeaux verlatende,
allengs een dampkring binnen treden, waarvan de warmtegraad
gelijk Staat met de gemiddelde jaarlijksche temperatuur te Milaan,
Nantes, Rochelle, München en eindelijk met die te 's Gravenhagej)
7« Bereikt men eindelijk eene hoogte van 9,022 voet, dan
treft men eene gemiddelde wärmte aan van 8,0° R. of 50,0° F.
Tot in die zone, hetzij iets hooger of iets lager, — een gering verschil
buiten berekening latende, — verheffen zieh de toppen
van vele Javasche kegelbergen, welke van boven vlak, als het
wäre afgeknot en derhalve bewoonbaar zijn. Het zijn uitgebluschte
Vulkanen. Tot deze behooren de Mandalawangi, nabij
Buitenzorg (waaraan verkeerdelijk de benaming Panggerango
wordt gegeven), welks schedel in zijn middengedeelte eene
i'i
') Deze laatste bedraagt 52,2° F. of ongeveer 9,0° R., volgens de waarnemiiigen
van Van Swinden, in Cotte, Mém. II. 385.