
Is
956
bcrg: goenocng Hinggit wordt gehecten. Menige berg, die gewcldige
uiLbarslingcn heeft geleden, zoo als: g. Tashcm, g.
/Vdiksa, is onder den naam, die aan denzelven in de werken
van Crawfiird en llaffles wordt gegeven, volstrekt niet rneer
bekend, terwijl anderen, zoo als bij voorbeeld: goenoeng Roejoeng
en goenocng Sirapai, aan de bewoners van verschillende zijden
des bergs onder verschillende benamingen bekend zijn. Daarenlegen
is hct op Java zeer gebruikelijk de hooge bergen, die
levens bijna altijd vulkanen zijn, naar de hoofdplaatsen te
noemen, welke aan de kust, in de nabijheid dier bergen
gelegen zijn; zoo wordt b. v. de Tjerimai; de berg van Chcribon^
_ de Slamat: de berg van Tegal, — de Ringgit: de
berg van Panaroekan geheeten. Met dergelijken naam wordt
steeds die hooge berg aangeduid, welke het digtst bij de
bedoelde plaals ligt; die naam blijft onveranderd, zoo lang de
plaats bestaat,. waarnaar de berg wordt genoemd.
Men zou de vraag kunnen opperen of, in de gemeide
bcrigten, niet van twee verschillende vulkanen wordt gesproken,
namelijk, in die onder n». I—VIII medegedeeld van
den tegenwoordigen Ringgit, en in n«. IX van den tegenwoordigen
Keloet. Daar echter in beiden het jaartal overeenkomt
en zij ook verder eensluidend zijn, zoo verkrijgt men daardoor
des te meer zekerheid, dat in beide berigten dezelfde berg
wordt bcdoeld; minder waarschijnlijk toch zou de verondei--
stelling zijn, dat, indien twee bergen ter zelfder tijd zeer vernielende
uitbarstingen hadden geleden, zulks geheel en al
onvermeld zou zijn gebleven. Wel is waar, Raffles i) spreekt
van eene uitbarsting van den tegenwoordigen KMoet, doch deze
(de eerst bekende van dien berg) had 589 jaren vroeger plaats
dan die van den Ringgit, namelijk, in het jaar 997. In de
geschiedenis van Java, geput uit Javasche kronijken en medegedeeld
door Raffles, wordt op het jaar 1S86 niets betreffende
den Reloet vermeld.
Wij zien hieruit, dat hctgeen de heer Müller tot staving
') Zie riistory of Java II. p. 95.
I ii
i' i/'
957
zijner bewering bijbrengt, zonder eenigen grond hoegenaamd
is. Veel wigtiger bewijsgronden en stellige berigten gevcn
daarentegen de zekerheid, dat de berg, waarvan in die berigten
sprake is, de tegenwoordige Ringgit was. Laat ons tot dat
einde eenige der voornaamsle bewijsgronden, getrokken uit de
vroeger vermelde berigten, mededeelen.
In latere uitgaven van het reisverhaal van 1697 (zie
vroeger n" V) wordt gezegd, dat de berg bij gelegenheid der
uitbarsting steenen tot binnen de stad Panaroekan heeft
geworpen. "Ware het de Keloet geweest, welke die steenen
uitwierp, dan zouden zij eerst weggeslingerd moeten zijn geworden:
over het Kawi-Ardjoeno-gebergte, vervolgens over een
gedeelte van den Tengger en eindelijk over den Ringgit zelven,
ten einde tot in de stad Panaroekan te kunnen komen; zij
zouden derhalve vier en twintig geographische mijlen ver, —
zoo groot is delijnregte afstand, waarop de Keloet van de stad
Panaroekan ligt, — door de lucht hebben moeten vliegen,
om in de stad Panaroekan neder te kunnen vallen. Zij zouden
alsdan even goed verre over de noorderkust heen geshngerd
hebben kunnen worden, of tot aan Mataram, of aan Lasern
hebben kunnen komen. Zoo lang echter de aarde door menschen
bewoond wordt, is eene dergelijke werpkracht eens vulkaans
nog nimmer waargenomen geworden en is dezelve daarenboven
naar de wetten der evenwigtsleer volstrekt onmogelijk.
Geen andere berg ligt zoo nabij Panaroekan als de Ringgit;
zijn top is ter naauwernood I1/2 geographische mijl van de stad
verwijderd. De naast volgende is de Rawon, welke op een
afstand van 61/2 mijl ligt.
2o Ware het de Keloet geweest, die bij Kecliri ligt, welke
in 1586 uitbarstte, dan toch zou Houtman de rookzuil, door
dien berg uitgeworpen, reeds in de straat van Madoera, noordwaarts
van Soerabaja, even goed hebben waargenomen, — al
had hij den berg zelven niet gezien, — als hij van daar (zie
vroeger de uitgaaf no III, blad 70) den Ardjoeno werkelijk in
het gezigt kreeg, welke berg ter zijde van den Keloet is gelegen.
Eerst den 17''"" spreekt hij van den «brandenden berg,»
V' i.