
n
door lielzelvo kau hcendringen, noch een windtoglje de daiir
bcncden liggende, bedorveiie luchtlagen kan vernieiiwen. Wij
passcci'den acht beken, welke allen naar het zuiden of naar
lict zuid-zuidoosten, derhalve met betrekking tot de rigting van
onzen weg, naar onze regterzijde heenstroomen; 1°. de kali
Pcimoetang, welke door eene tamelijk diepe kloof, in de na-,
bijheid van het dorp vliet; 2°. en 3°. twee kleine onbeduidende
beken; 4°. de kali Batang; van hier liep de weg, over de breede
golven van het oneffen vlakke terrein, nu op-dan nederwaarts;
de kleine kali Gadong; 6°. de kali welker ract
kleine rolsteenen vervulde bedding wij ten 8>/2 ure bereikten;
van nu af aan verhief zieh de bodem, M'el is waar, met eene
geringe glooijing, maar toch voortdurend opwaarts; 1°. de kali
ä^onosekar; 8°. de laatste en grootste dezer beken, kali
jing gcheeten, alwaar wij ten 10 ure aankwamen.
Van deze beek af aan begint zieh de helling merkbaar steiler
te verheflbn, en neemt het woud tevens eene gansch andere
gedaante aan.
Reeds eenigzins lager hadden wij eene reusachtig groote bamboes
soort aangetroffen (dezelfde soort, welke aan de westelijke
helling van den Kawi groeit); voornamelijk werd dezelve in de
omstreken der kali Mandjing gevonden. De zwaarste, oudste
halnien hunner kolossale, roedevormige bossen beza ten eene
doorsnede van 3/, voet, en verhieven zieh zeer slank, slechts aan
de toppen eenigermate orngebogen, terhoogte van 60 a 70 voet.
Het scheen als of de oude halmen zeer spoedig aan vermolming
onderhevig waren; door hunne eigene zwaarte geknakt,
lagen zij hierin alle rigtingen op den bodem des wouds uitgestrekt,
tervvijl weder anderen, aan de takken der omringende boomen hangende,
half staande waren gebleven; onregelmatig en verward werd
daardoor de oppervlakte van dengrond, welks humuslaag echter
oogenschijnlijk, vooral ten gevolge van het vergaan dezer bamboeshalmen,
gedurig dikker wordt.
Vele derzelven bezitten nog volkomen hunnen cilindervorm,
maar zijn reeds in zulk eene mate tot verrotting overgegaan, dat zij,
I)ij een ligten slag met een stok , geheel en al uit elkander vallen.
Dergelijke verbazend hooge bamboes-bosseu vei'lieifeii zicli
insgelijks aan den rand van den regteroever der kali Mandjing;
terplaatse waar de weg door dezelve loopt, stört zieh deze rand
40 ä 50 voet diep loodregt benedenwaarts en rijst, uithoofde zijner
bamboes-hegge, schijnbaar driewerf hooger op dan werkelijk het
geval is; de linkeroever der beek loopt met eene zaehtere glooijing
opwaarts.
Het bed, tusschen de beide wanden, is 25 ä 30 voet breed, en
wordt gevormd door de oppervlakte van eenen glad gespoelden
lava-stroom, welke met rolsteenen en, in de tusschen dezelven
zieh bevindende ruimten, met een zwartachtig grijs, grof zand
bedekt is.
In de nabijheid van en beneden de plaa ts, alwaar de beek door
den weg wordt doorsneden, daalt het lava-bed eensklaps, ten
minste ter diepte van 60 voet, misschien nog dieper (100'), naar
beneden; hetzelve vormt een volkomen loodregten , dwars afdalenden
wand, waarover de beek met een schoonen sprong naar
beneden stört.
De zijwanden van het vloedbed naderen te dezer plaatse tevens
aan elkauder en vormen zoowel hierdoor, als ten gevolge van de
plotsehnge dahng van de bedding zelve, — terwijl daarentegen
de rand (ter zijde) eene gelijke hoogte blijft behouden, •—eene
enge, maiir minstens d50 voet diepe, duistere rotskloof, welkei'
bodem, nimmer door een zonnestraal verlicht, geheel en ai
door schuimend water is bedekt; zij schijnt slechts 15 voel
breed te zijn, terwijl de bovenste opening der spieet, welker
i'and, als wäre het om de duisternis der diepte nog te vermeerderen,
met een schaduwrijk woud is begroeid, ongeveer eene
breedte van 50 voet bezit.
Ter plaatse waar de beek het bovenste bed verlaat, om zieh
in de duistere spieet neder te störten, heeft zij zieh eene smalie
rotsgleuf, een klein kanaal, ter breedte van 5 voet, maar te)'
diepte van wel 20 voet door den rand gegraven; aan de zijden
is het gesteente volkomen glad gespoeld, en door spleten in
onregelmatige stukken afgedeeld.
Hiervindt nien de beste plaats, om van de vooriiit stekende
43