
^ 1
1272
dat mode aaii zijne buileiiwaarts gekeerde hellingen het geval
is, waar dampen uit dezelven te voorschijn komen.
De krater heeft de gedaante cens trechters en eene middellijn
van 400 voet; het hoogste gedeelte van zijnen rand
verheft zieh, aan do westelijke zijde, ongeveer 300 voet boven
het gemetene punt. De dampwolken, welke hij bijna voortdurend
uitbraakt, verbreiden zieh, gedurende den vvest-moesson,
somtijds over gansch Banda neira en hullen het eiland alsdan
in een nevel, die echter geen schadeHjken invloed op de gezondheid
der bewoners uitoefent (het zijn dus waterdampen?).
Ook op dit laatstgenoemde eiland is de bodem vulkanisch
van aard; op vele plaatsen van denzelven verneemt de wandclaar
een hollen klank onder den voet (ton gevolge van poreuse
lava-banken, die onder het zand hggen?) en beslaat de
bodem voornamelijk uit Zos, droog, zwartachtig zand (doleritzand
met veel hornblende en magneet-ijzer?).
üitbarstingen.
1586. Valentijn.
1598. Valentijn.
1609. Valentijn.
1615, in Maart. In denzelfden oogenblik dat de vulkaan
uitbarstte, kwam de Gouverneur-Generaal Gerard Reynst op
de reede aan. (Val.)
1632. Valentijn.
1 6 9 0—1 6 9 6 . Gedurende zes jaren hielden de üitbarstingen
van dezen berg bijna onafgebroken aan. (Valentijn.)
1712, 1 7 6 5 , 1775,-17.78. Volgens Valentijn. Bij vele dezer
üitbarstingen werden van tijd tot tijd rotsbrokken uitgeslingerd,
welke zulk eene grootte hadden, dat zij de hoogste woudboomen
verpletterden.
Ten jare 1816 had eene aardbeving plaats, doch geene
uilbarsLing, gelijk door Olivier verkeerdelijk wordt vermeld.
(Reizen in den Molukschen archipel. i)
Schriftelijke aanteekeningen van ingezotcncn tc Banda , mij, in 1847, medegedeeld
door den Gouverneur der Moluksche eilandcn (den, hclaas! iiu ook reeds OTcr-
1273
d8W, van den dd''"' Junij iot aan het einde van- Julij
had eene bijna onafgebrokene, hevige uitbarsting plaats; eene
ontzaggelijke menigte gloeijende lava-brokken, benevens asch
vi'erden door den vulkaan uitgebraakt, welke als een alles vernielende
regen nedervielen; niet slechts werd het plantaardige
bekleedsel, dat den voet des vulkaans bedekte, vermeid, hetzij
doordien het werd verpletterd of dewijl het in brand geraakte,
maar op Banda neira, waar de westewind zulk eene groote
hoeveelheid zand en asch heenstuwde, werd aanzienlijke schade
aan de mnskaatnoten-boomen toegebragt, waarvan de takken
verbrijzeld en do vruchten afgeslagen werden, en bovendien
alles verdorde. Ook het drinkwater werd onbruikbaar, ten gevolge
van de asch, welke er mede vermengd geraakte.
Kort vóór 12 ure, des middags van den 11''''" Juni j , ving de
uitbarsting eensklaps a an; zij was zoo hevig, dat de bewoners
van goenoeng Api in allerijl de vlucht naraen. Eene ontontzaggelijk
hooge aschzuil, — waarin vlammen ( ? ) zigtbaar
waren, — met gloeijende steenen vermengd, Steeg uit den
krater opwaarts; overal waar deze steenen nedervielen, geraakten
wouden en aanplantingen in volle vlam en de gansche
berg hulde zieh eindelijk in een vuurgloed.
Een hevig gebrul ging met het uitbraken der steenen gepaard,
waarvan de grootsten, lijnregt opgeshngerd wordende, weder
in den krater nedervielen, terwijl vele anderen tot op den voet
des bergs werden heengeworpen ; gedurende de tusschenpoozen
der enkele sterkere slagen, welke de aarde deden schudden
en de schepen op zee deden trillen, liet zieh een onophoudelijk
geblaas en gesis vernemen. Ook eenige hevige aardbevingen
werden opgemerkt.
Op die wijze duurde het woeden des bergs met afwisselende
hevigheid tot opden Juni j , doch het sterkst uit den zoogenaamden
nieuwen krater, welke aan de noordwestelijke zijde des
bergs opengebarsten was ( Jav. Cour, van den 29'"^" Julij, 1820,
'S-l
Í
1
leden Generaal-Majoor Cleerons), liobben mij in Staat gesteld, versoheidene der
openlijk bekend gemaakte berigtcn te verrifieren.