
1 ) - I
1
t
•
f i
t;
I<i
(h'
. V
I
i ji
1-18 n
kuiincu (Iczo [)uinbrokken van tncnschclijkc kimsLwcrken van
de plaats liiins oorsprongs, welke 25 á 30 ininuteii verwijclerd
is van het oord, alwaar zij zieh thans bevinden, hierheen zijn
gevoerd; zij moeten, nanielijk, over den bodem der zee zijn
voortgespoeld tot op de plaats, waar de gas-bronnen uit dezelve
opslegen. Zoodra nu de bodem der zee, ten gevolge van
voordurende aanslibbing, zoodanig. was opgehoogd geworden,
dat hij in droog land overging, boven het niveau der zee oprees,
kon de modder, welken de opstijgende gas-bellen met zieh
opwaarts dreven, niet rneer in het zeewater opgelost en verbreid
worden, — de modder kwam in aanraking met de lucht, hij
moest droog worden en allengs tot een heuvel aangroeijen,
door weiks midden de gas-soorten zieh nu eerst een weg moeten
bañen, — even ais de dampen der vuurbergen door den vulkaanschacht
moeten opstijgen, alvorens zij aan den schedel
des heuvels zigtbaar kunnen worden ; tot op dezen schedel zijn
ook de brokstiikken van gebakken steen mede opgedreven
geworden.
Is deze verklaring juist, •— en een aantal daadzaken schijnen
zulks aan te duiden, ;— dan zijn deze heuvels, deze 55 voet
hooge moddervulkanen, benevens het gansche omringende land
van eene jongere wording dan de tempels van Modjopait,
welke uit gindsehe gebakkene steenen zijn gebouwd geworden;
tevens zal hieruit volgen, dat het betoogde op bladz. 95—97
omtrent den zeeboezem, welke zieh in het midden der IS*""
eeuw nog uitstrekte tot in de nabijheid der tegenwoordige lempelruinen
van Modjopai't, meer waarschijnlijkheid verkrijgt.
Modder- en gas-hron van Java no VI.
MODDERIIEÜVEL BIT KALANG,ANDJAR.
üe z e ligt een halve paal ton oosten van den vorigen en
ongeveer twee en cen halve paal van het Strand. Even als wij
bij den vorigen opmerkten, zoo is ook het terrein, waarop
deze heuvel zieh verlieft, moerassig en bedekt met half zout ,
slilslaand vvaler, waar tusschen slechls smalle strooken l ands .
1187
begroeid met Rhizophoren, vooral met Bruguiera caryophylloides,
heenloopen. — In Kalang andjar Figuur d wordt deze 30
ä 35 voet hooge heuvel in zijn geheel afgebeeld, gelijk hij zieh
geisoleerd verheft uit de moerassige vlakte op eene basis ter
breedte van ongeveer 1,000 voet. Het sehijnt, dat hij even als
de vroeger vermelde heuvel uit hard geworden, ziltigen modder
is opgeworpen, welke hoofdzakelijk uit kleiaarde bestaat; aan
dehellingen,-die sleehts met enkele struiken van eene stekehge
Aeaeia zijn begroeid, laat zieh een uitslag van zoutdeelen bemerken;
op zijn schedel wordt eene Salsola aangetroffen. In
Kalang andjar Figuur 2 wordt eene afbeelding geleveixl
,van, zijn schedel, waarvan het hoogste middengedeelte 20 voet
breed is en geheel en al door den spiegel van een mödderpoel
wordt gevormd. Het is een rondachtig bekken, gevuld met
een zeer fijuen, grijskleurigen modder, welke zoodanig met
het water is vermengd, dat dezelve nog een tamelijk vloeibaar
deeg vormt; uit dit deeg wellen, met tusschenpoozen van
1 ä 3 sekonden, 3 ä 6 , j a , somtijds van een grooter aantal
gasbellen op , welke eene middellijn van 3 £i 6 duim hebben en
met een zacht gesuis openbersten; het niveau van den modder
ligt .op gelijke hoogte als de rand van het bekken, die noch
hooger oprijst dan het niveau, noch zieh vlak uitbreidt. De
eigenlijke hoogste schedel des bergs wordt derhalve alleen gevormd
door vloeibaren modder, welke de gansche oppervlakte
beslaat ; wordt nu de modder door de opstijgende gasbellen in
beweging gebragt, zijn ten gevolge daarvan kleine concentrieke
golfjes ontstaan, welke zieh naar alle zijden uitbreiden, en
naar den rand loopen, dan vloeit de modder, nu eens hier
dan weder eiders, over denzelven in beekjes en kleine stroomen,
de berg wordt daardoor allengs grooter, dewijl de over
den rand gestroomde modder uitdroogt en helder grijze, van
'gewigt zeer zware korsten vormt. De natte modder daarcntegen
heeft eene donkergrijze kleur, en bezit in zijnen vloeibaren
toestand geene verhoogde tempcratuur. De gas-soorten,
welke uit den bodem opstijgen, zijn doorzigtig, dat wil
zeggen, zij zijn onzigtbaar; na het bersten der gas-bellen laat
fcM'