
De werkzaiiie cruptie-kcgel wordt jaaiiijks door velo Euro
peers, die zich op Java bevinden, bezocht; zij beschouweii
den Bromo als den eigelijken vuurspuwenden berg, hocwcl
hij slochts de schoorsteen eens vulkaaiis is.
itm
I t"! Hi
ELFDE SCIIETS.
V Ü L K A A N 45: RAWON. ®
H. 9,5S0.
Wild ist es hier und schauerlich öd'. Im einsamen Lurtrauni
Hängt nur der Adler, und knüpft an das Gewölke die Welt.
Hoch herauf bis zu mir trägt keines Windes Geßeder,
Den verlornen Schall menschlicher Mühen und Lust,
(ScniLLEK.)
Bondowoso, den Octoher, d844.
Den G"!®" Oct. van Ledökömbo (ßi/j ure) naar Lemadjang(l ure).
Ik verliet nu het schoone Tengger-gebergte, en nam mijnen
weg naar Ledökömbo bergafwaarts, door schoone boschjes
van Dodonaea ferrea, n. sp. i), wier krom gegroeide stammen eene
boogte van 25 ä 50 voet bereiken; zoowel deze als de kronkelende,
in den vorm van een scherm uitgebreide takken,
zijn met Üsneen behangen; eerst later trad ik de digte, schaduwrijke,
hoogstammige wonden binnen, welke de buitenwaarts
gekeerde oostelijke en znidoostelijke hellingen des bergs
bedekken. De zware en aanhoudende regens, welke gedurende
de beide vorige dagen waren gevallen, hadden den kleiachtigen,
aan humns rijken bodem doorweekt; het nederstroomende water
had de smalle paden zoodanig met gleuven doorploegd en
onbruUibaar gemaakt, dat wij menigwerf den zadel moesten
verlaten, en te voet door het papachtig weeke slijk waden,
niettegenstaände de oost-zuidoostelijke helling, längs welku'tic
weg bergafwaarts loopt, met zachtere glooijing dan de andere
hellingen afdaalt en op verscheidene plaatsen geheel vlak is.
(Zie „Plantae Jungh." Loidon, 1851.) Ook in de natuurlijkc geschiedcnis der
Oost-Indischc Dodonaoa-soorton heoft Dr. C. L. Blume, in plaats van opheldcringen,
eene jaramcriijke verwarrinf/ gebragt. Rumphia III. p. 189.
i