
íí,
TS.
gowigtigcn invlocd op den loop der kali van Solo en van
Kediri konden uitoefenen.
Van zcer -vcel belang zou liet zijn de hoeveelheid aarddcelen
le kennen, welke dagelijks en jaarlijks aan de monding
der kali Kediri en kali Solo aanspoelen (derhalve het profiel
van het rivierbed, de snelheid van den loop des strooms in de
beide moessons, benevens de gehalte van het water aan vaste
bestanddeelen), ten einde daarnaar te kunnen oordeelen over
den aanwas der kust in de rigting van het westen naar het
oosten, en de vraag te kunnen beantwoorden; of niet tevens
ook eene langzame en gelijkmalige opheffing van het gansehe
eiland harén invloed uitoefent op het buitengewoon snel toeneinender
kusten? Men zou dan vaste watermerken aan rotsen,
of aan pilaren door kunst daargesteld, längs de kust moeten
raaken. Dit nu daargelaten, zeker is het, dat het fort Oranje
in de straat van Madoera, weldra geheel droog zal staan. De
straat van MSdoera, waarvan het vaarwater tegenwoordig slechts
op eenige weinige plaatsen eene diepte van 18 voet heeft overgehouden,
zal eindelijk geheel en al verstopt wordenen het lot,
dat de zeeboezem van Modjopa'ít tot aan Gompéng binnen
een tijdsverloop van nog geene vijf eeuwen onderging, wordt
ook bereid aan het overige gedeelte van het Madoera-bekken
d. i. aan het dal, gelegen tusschen de vlotforinatie ten noorden
en de vulkaanrij ten zuiden; ook dit zal worden opgevuld.
De vlotbank Madoera zal dan niet langer een afzonderlijk
geheel uitmaken, en de Ringgit zal even ver van het zeestrand
verwijderd zijn, als thans met den Wilis het geval is.
Uit dergelijke beschouwingen omtrent historische, onbetwijfelbare
gebeurtenissen volgt, dunkt niij , dat men bij het beoordeelen
van den afstand, waarop vulkanen thans van de kust
zijn gelegen, met bedachtzaamheid behoort te werk te gaan.
Op de algemeen verbreide meening, ten opzigte van den
zanienhang, welke vroeger tusschen al de eilanden van den
Oost-Indischen archipel zou bestaan hebben, is het zoo even
vermelde van veel gewigt.
IToczeer toch Java de gedaante heeft van een lang uitge-
943
strekt of zoogenaamd continentaal-eiland en reeds voor vcle
eeuwen, althans gedeeltelijk, in de rigting van het westen naar
het oosten als sediment-formatie (tertiaire groep) bestond; •—•
ofschoon het, door versehillende eruptie-gesteenten, b. v. dioriet,
misschien ook syeniet, opgedreven, voor een gedeelte althans
hoog boven den Spiegel der zee uitstak, alvorens vulkanen uit
eene enkele, somtijds, ten gevolge van dwarskloven, uit eene
verdubbelde spieet, die van het westen naar het oosten was
gerigt, uitbraken, zoo bestaan er toch geene bepaalde geolo-
, gische bewijzen, dat deze Soendasche eilandkrans vroeger
aan elkander verbonden was, of wel een geheel uitmaakte
met Borneo en met het vaste land van Azie, en, ten gevolge
daarvan, een uitgestrekt continentaal-tusschenland vormde,
dat Achter-Indie met Nieuw-IIolland vereenigde. Alle ten
dien opzigte bekende feiten duiden veeleer het tegendeel
aan, namelijk, dat die zeestraten aanvankelijk veel breeder
waren, welker oevers niet loodregt uit het water oprijzen
(of die zulks thans slechts gedeeltelijk doen, ten gevolge
van de werking, van het klotsen der branding), maar die zieh
van lieverlede, met eene zachte glooijing verheffen, — en dat
zij later enger zijn geworden, deels ten gevolge van dikwerf
herhaalde opheffingen van den bodem, deels door lava-stroomen,
welke van de helling der vuurbergen naar beneden'zijn
gevloeid en zieh tot ver in de zee hebben uitgestrekt, —
deels ten gevolge van het doorbreken van vulkanische kegelbergen
in de zeestraten zelven, waar zij zieh, gelijk b. v.inde
straat Soenda het geval is, met eene gelijkmatige glooijing uit
den diepen bodem der zee verheffen, — deels en dat wel
hoofdzakelijk, gelijk nog dagelijks het geval is, door koraalbouw
en door cocinslibbing van aarddcelen ^ door de stroomen
medegevoerd^ dit geschiedt vooral wanneer uitbarstingen van
vulkanen van tijd tot tijd eene grootere hoeveelheid bouwstoffen,
b. v. zand en asch, daartoe vei-schaffen.
Van de zijde van Besoeki beklom ik op den Julij, 1838,
') Latere aanmerking. Bij voovbecld do basalt l.ij batoe Toetoel, welke zieh van
den voet des Idjen tot in de straat van Bali uitstrekt.
i
•j (
: i '
! -
I f
1 i.