
. '11
iir
1
.i
1
Vi
p
'•1
1336
Ten opzigte van deze beschrijving vvil ik alleen de aanmerking
maken, dat het gesteente, hetwelk Horsfield koraalkalksteen
uoemt, niets anders kan geweest zijn dan kalktuf, bezinksel,
afgezet door de bron, uit welke zelfstaiidigheid de gansche
heuvel waarschijnlijk allengs was gevormd geworden, gelijk met
zoo vele anderen op Java het geval is, met die, b. v., welke
rondoni de bronnen n" 29 en 37 worden gevonden. Het gebeurt
menigwerf, dat kalktuf, laagsgewijs gevormd uit bezinksel van
bronwater, b. v., L. n» 939, eene dergelijke bladerige, poreuse,
celachtige strnctuur verkrijgt (met koralen overeenkomende),
gelijk met dit gesteente, alliier door Horsfield beschreven, het
geval is, terwijl zeer dikwerf zoetwaterschelpen in hetzelve
worden aangetroiTen.
Horsfield vond derhalve deze bron en beschreef haar in d8à2,
of misschien nog vroeger. Ten jare 1822 had de geweldige uitbarsting
van den Galoenggoeng plaats. Sedert 1837 bevond ik
mij herhaalde malen in deze Streek, doch zoeht te vergeefs naar
den «soemoer Asin» van Horsfield en naar den heuvel, waarop
deze bron lag. Niemand kon mij eenig berigt mededeelen omtrent
den pasanggrahan «Tjikado»; — geen dor25 «Tjipoewela» was
meer aanwezig, •— ja, zelfs de naam van het distrikt «Tjilolohan»
en die van het regentschap «Parakan moentjan » hadden opgehouden
te bestaan en waren geheel en al onbekend. Thans wordt dit
distrikt: Tasik malajoe en het regentschap: Soemedang geheeten.
Uithoofde echter de geographische ligging der door mij beschrevene
bron tji Sopan (n» 36) volkomen overeenstemt met die,
waarvan door Horsfield is melding gemaakt, gelijk mede de
temperatuur van het water, zijn chemisch zamenstel, benevens
vele andere eigenschappen, —• zoo vermoed ik, dat de thans
bestaande tji Sopan, welke in een vlak bekken opwelt, dezelfde
bron is als de door Horsfield genoemde soemoer Asin, welke
door hem op den schedel eens heuvels werd aangetroffen; wijders
dat die heuvel door de uitgeworpene massa's, nitgebraakt bij
gelegenheid van de eruptie van den Galoenggoeng in 1822 (derhalve
10 jaren na den lijd dat Horsfield deze streken bezocht),
is overstclpt geworden, onder welke massa's, uit stcenbrokken en
i ' r
1337
modder bestaande, de uitgestrekte vlakte van Singapama en van
Tasik malajoe, met alles wat zieh daarop bevond, met hare
sawa's, M'ouden en dorpen, ter hoogte van 30, 40, ja, 60
voet is bedolven geraakt. Zie bladz. 125 en volg. dezer afdeeling,
Aan de nieuw gevormde oppervlakte, 30 a 60 voet boven
den voormaligen bodem, weide de bron weder op, doch omringd
door een gansch ander terrein dan vroeger 5 zij zette nieuwe
massa's kalktuf af, welke in den loop van 15 jaren, sedert dien
tijd vervlogen (tot op 1837), wel is waar nog niet tot een
heuvel zijn aangegroeid, doch rondom de eene bron reeds
op nieuw een geweif hebben daargesteld, als eene rotsklok,
ter hoogte van 6 voet, op gelijke wijze gevormd als de door
Horsfield gevondene klok, die eene hoogte had van 15 voet.
Nieuwe dorpen zijn in die omstreken gesticht geworden, en
hunne bewoners hebben de nieuwe opening der bron, hoog
boven de plaats gelegen, waai' de vorige, hun onbekende bron
is bedolven geraakt, tji Sopan geheeten.
Wij verkrijgen hier derhalve een merkwaardigen maatstaf ter
vergelijking; het is aan geen twijfel onderhevig, dat de kalktuf,
door de bron afgezet, zieh langzamerliand tot een nieuw en
berg zal ophoopen, welks ontstaan derhalve dagteekent
van d822.
Wanneer de lagen eenmaal verhard zullen zijn, dan zal de
oude berg, opgehoogd door het bezinksel der voormalige bron
(soemoer Asin), eene kleine kalkbank vormen, welke tusschen
vulkanische tuf- en conglomeraat-lagen ingesloten ligt.
37. Preanger. ^ Warme bron nahij de {heek) tji Arinem,
in het distrikt Kendeng wesi, regentschap Soekapoera. Voigt
menden weg, die van Tjimanoek, overde westelijke helling van
den g. Limboeng, naar de zuider kust voert, dan komt men,
behalve door andere nevendalen, ook door het dal, hetwelk de
tji Arinem doorstroomt en wel in de nabijheid der plaats, waar zij
zieh in de verder westwaarts gelegene hoofdbeek dezer Streek, in
de tji Kantang werpt. De hier boven genoemde bron entspringt,
ongeveer 30 A 50 voet boven den bodem van dit nevendal,
•¡e