
X
1 K
I
i'iï -1
• i
, a
l ' i .i
ii
i? C' «i
1
776
zield waren als zij zicli bij het beklimuicn des bergs door
langzaainhcid liadden gekcninerkt, — op den ligt bewegelijken
grond uit en rolden zij, zoo lang zij waren, naar benedeni
Zoo bereiJvten wij, in een ongeloofelijk körten tijd, de bovenste
wondgrens. Even na 5 nrc liaddcn wij de kruin verlaten, en
liielden wij halt onder een der eerste Casuarina's op den oogenblik,
dat de zon ten ondergang neigde. Prachtig gekleurd dook
zij onder de damplagen, welke door haar met de schoonste
liehtstrepen Averden omzoomd^ zij wierp nog eenen laatsten
afscheidsstraal op de oppervlakte van het wolkenmeer, hetwelk,
als een ander met sneeuw bedekt hoogland, zieh Over
het gansche eiland Java scheen uit te breiden. Hierop nam de
witte glans der als baren golvende wölken een grijzen tint aan, en
slechts de verhevene top van den Semeroe gloeide nog gednrende
een oogenblik in het avondrood, totdat ook dit werd verdoofd.
Weldra omgaf ons, bij het verder bergafwaarts gaan, de
somberheid der wouden; wij hadden echter het geluk, niettegenstaande
de duisternis, zonder hinder over de gevaarlijke zandribben
heen te geraken en kwamen ten 71/2 ure te Widodaren
aan.
Alhier namen wij nog twee uitbarstingen waar, de eene
ten 8 en de andere ten 11 ure, welke beide met het gewone
gebulder aanvingen en, niettegenstaande den heldersten inaneschijn,
opeen reusaehtig vuv,rwerk geleken. Want even zwart
de dampzuil er bij den dag uitzag, zoo gloeijend scheen zij
thans toe; de steenbrokken, welke des daags zwart toeschenen,
vlogen nu als vurige raketten door de lucht en rolden vervolgens
als gloeijende sti^ipen, welke slechts allengskens uitdoofden,
längs de hellingen des bergs benedenwaarts.
Den 27®'^'=" September vingen wij de teragreis aan door streken,
welke ons reeds vroeger zijn bekend geworden; wij verlieten Widodaren
ten 6 ure, bereikten de kah Sat ten 81/4, den waterval der
kali Mancljing ten 9^4 en (nadat ons reisgezelschap in het woud
door een tijger, die ons te gemoet kwam, maar zieh, na een
paar sekonden, uit eigene beweging uit de voeten maakte, was
verschrikt geworden) het dorp Matjan tengah, ten 1 ure.
777
r i i '1
^Mi Î
Men kan hieruit zien , dat nien de kruin van den Sènieroe van
de zijde van Matjan tengah, zonder zieh te zeer in te spannen, in
eenen dag kanbereiken; warmeer men de laatstgenoenide plaats
ten G ure verlaat, kan men, te paard langzaam vooitj-])-
dende, ten 2 ure te Widodaren aankomen, aldaar gedurende
een kwartier uurs uitrusten en van deze plaats te voet in l^/,,
uurs, dus ten 4 ure, tot aan de bovenste .woudgrens geraken;
van hier langzaam voortstappende, dikwerf rüstende, gaat
men in 2 uur tot aan de kruin, die men derhalve nog juist
ten regte tijde bereikt, om de zon onder den horizon te zien
dalen. 1)
Nadat ik mij alhier heb bezig gehouden, datgene, hetwelk ik
op den top van den Semeroe en vervolgens te Widodaren met
potlood had aangeteekend, tot de hier voorafgaande schets te
zamen te voegen, zij het mij nog vergund het weinige, dat
mij van de geschiedenis des vulkaans bekend is, alhier te laten
volgen. (Van des avonds tot aan middernacht hoorden wij nog
herhaaldelijk sterke uitbarstingen van den Semeroe, waaronder
4 zeer hevige eruptiën voorkwamen.)
Uitbarstingen van den Semeroe.
d8d8, in dit jaar moet dezelve eene zeer hevige uitbarsting
hebben ondergaan.
d829, Januarij (op het einde dermaand), terwijl de Lamongan
aanhoudend woedde, ving hij «voor de eerste maal» sedertlO
jaren weder aan te rooken. (Jav. Courant van den 17'i- December,
1829.)
d83d, den dB'^'^ en dô^''' December. Nadat hij gedurende
de voorgaande jaren slechts «rook» had uitgebraakt, wierp hij
thans «voor de eerste maal» asch uit en wel in zulk eene
hoeveelheid, dat alle omliggende bergen daarmede werden overdekt.
Gelijktijdig had eene uitbarsting uit den Bromo plaats. (Jav.
Courant van den Januarij, 1831.)
! i'i I
• 'il
1' ä
i ili
f :i",i i
% 5
De ouwil der Javimen, vooral van de zijde der hoofden, was de eenige hindcrpaal,
welke ik op dien togt ontmoette; de natuur daareiitegen levcrde er geene op.
II