
|)iilcii vail Pocspo liisschon Goiidroli cn Nongko tijuiljar gelegen
is. Terwijl ilt alliier ten liuize van den Bekel nieuwe krachlen
verzainelde, door het nuttigen van znlk een uitnemend goed
onlbijt als ik niet had vervvacht, dat inij hier, in dit kleine
dorpje, zou worden voortgezet, werden de paarden verwisseld
en zettede ik niijnen togt ten 11 ure op nieuw voort.
l)e weg Hep nu met eene zachte glooijing naar het westcn,
nevens eene zeer lange, zware bergrib, die torn ziiiden van
van ons oprees; hare kam, die ongelijk van hoogte-, meer
met gras begroeid dan met wouden bedekt was, strekte zieh
ver naar het westen uit. Ilet woudgeboomte, dat zieh alliier
verhief, bestond voornamelijk uit eene Acacia-soort, Sengon
door de Javanen geheeten, benevens Areng-palmen en baniboes,
welke tusschen de eerstgenoemde boomsoort werden
aangetroüeni op den bodem lagen vele verslakte lava-brokken,
met grootc poritin. Zoodanig bleef de gesteldheid van de berghelling
lot aan desa Gerbo, welke plaats wij ten 12 ure
bereikten, en waar wij weder van paarden vervvisselden. Op
een geringen afstand beneden dit dorp vonden wij eene andere
steen-formatie dan vroeger, waarvan wij eene aanmerkelijke ontblooting
in de bedding der kali Dinoek aantroffen, doch welke
in talrijke brokstukken ook verder benedenwaarts in het wond
verstrooid werd gevonden. Hier zagen wij een compacten, zeer
dikken lava-stroom van zwariachlig blaauwen, digien basalt
L. n° 271 (Bat. n" 54.); deze stroom reikt verscheidene
palen ver, tot aan den voet van het geborgte, ter plaatse
waar do kali Sempol of Walang in eene dwarsche rigting
voorbij den voet des bergs vloeit. De oppcrvlakte van dezen
basalt was nu eens in kleine vierkante vakken afgedeeld, dan
weder met evenwijdig loopende strepen doorgroefd, zonder dat
zieh eene eigenlijke afzondering op eene groote schaal liet waarnemen.
Met de lonp bezien, verhest het gesteente zijne schijnbaar
digte structuur; alsdans ontwaart men, behalve werkelijke
olivin, zeer vele blaauwachtig zwarte, helder glinsterende kristallen
van inagneetijzer, welke aan het ongewapende oog slechts
vooi'kwameii als kleine blinkende slipjes; dergelijke krislalleii
1141
komen in zulk eene menigte in het gesteente voor, zijn zöo
innig daarmede verbonden, dat de gansche massa overal eene
even sterke werking op de naald uitoefent.
Deze basalt-stroom is ongetwijfeld zijn ontstaan verschuldigd
aan eene uitbarsting, welke zieh een uitweg heeft gebaand ter
zijde van den Tengger, waarvan de hoogere lagen, die de
kruin des bergs uitmaken, geheel en al van trachietischen aard
zijn. Op gelijke wijze liet zieh de basalt van den Idjen slechts
aan het benedenste gedeelte van zijnen voet aan de oppervlakte
waarnemen, terwijl hooger bergopwaarts niet dan grof kristallinische
(trachiet-) lava werd gevonden. Een dergelijke basalt,
maar die werkelijk digt is, steeg in de Batta-landen van Sumatra
opwaarts in dalkloven tusschen syeniet-gebergten en verloont
eene platvormige afzondering, terwijl de thans door ons
behandelde Javasche basalt zonder tvvijfel als een lava-strooin
uit zijwaartsche spleten der vulkanen Idjen en Tengger is gevloeid.
')
Den steeds benedenwaarts loopenden weg volgende, bereikten
wij eindelijk zijn laagste punt, ter plaatse waar de wijd uitgestrekte
voet van den Ardjoeno zieh vereenigt met den voet van
den Tengger; aldaar stroomt de kali Sempol, welke verder
benedenwaarts den naam van kali Walang verkrijgt, in eene
dwarsche rigting, namelijk, in de rigting naar het noorc/en längs
den voet des Tengger heen. Wij waadden door de bedding van
deze beek, welke, even als de omringende vlakte, met trachietische
rolsteenen was bedekt, gingen een eind wegs längs,
den linkeroever opwaarts en wendden ons vervolgens naar het
westcn, in eene dwarsche rigting ten opzigte van den loop
dezer kali en den grooten weg, die Pasoeroean met Malang
verbindt; dezen weg bereikt bebbende, zetteden wij onzen togt
verder nnar het zuiden voort. Deze weg behoort tot de uitniuntendste,
tot de best onderhoudene postwegen van Java;
van lieverlede stijgt hij uit het noordelijke laagland opwaarts
') Do speciliuko Kwaarlc van dcu gcnoomilcu basuU van Java was 2,8^; vau dien
flcv Biitta-Iaiulcii was xij 2,8(1; zic bladz. 845.
si-^- 1
ii-
""i
l -
t - - W
m im, -
I I • ''S
f
i