
f!
blijkeii waren van de grootere hoogte, welke wij bereikt hadden;
zij vergezelden ons tot op eene eenigzins breedere, met gras
begroeide plaats der rib, welke door de Javanen goenoeng
Widodaren werd genoeirid en die, uithoofde van de aldaar
opgeslagene hutten, tot ons bivouak was bestemd.
Ik bereikte deze plaats reeds ten 21/2 ure; de groote hoogte
de CasLiariua's, die, met üsneen behangen, zieh wel 100 voet
hoog verhieven en onder welke velen werden aangetroffen, wier
stammen eene dikte van 4 voet bezaten, bewezen voldoende,
dat wij nog verre van de bovenste woudgrens verwijderd waren.
Gaarne had ik heden den togt nog zoo verre voortgezet, alwaar
ik liever gebivouakeerd zon hebben dan hier; dit zou bovendien
veel doehnatiger zijn geweest, maar zulks wilde den heer Wedono
niet bevallen, die, onder het nuttigen van een kop koffij, zieh
zeer gemakkelijk in zijne hat had nedergevhjd, terwijl de Javanen
nog bezig waren de voor mij bestemde hut op te slaan.
Tot mijngroot verdriet zag ik mij genoodzaakt, om mij naar
de onbegrijpelijke traagheid der Javanen te voegen, niettegenstaande
hun (op mijn verzoek), door de zoo welwillende plaatselijke
Overheid van Malang, uitdrukkelijk was bevolen geworden:
de plaats, tot ons bivouak bestemd, aan de woudgrens
te kiezen. Hunne gehoorzaamheid echter was zwakker dan hun
vooroordeel; hunne eigenzinnigheid deed hen deze plaats kiezen
en zulks om geene andere reden, dan uithoofde te dezer plaatse
vroeger reeds eenmaal was gebivouakeerd geworden, en daarom
inoest het, naar hunne strenge conservative grondbeginselen,
altijd zoo blijven! De lezer verontsehuldige deze klagte! Den
reizigers in Europa zal daardoor althans eene zwakke sehets
worden geleverd van de zwarigheden, waarmede een reiziger
in de geborgten van Java te kampen heeft, alwaar eene alle
verbeelding te boven gaande onverschilligheid der inboorlingen
zieh paart aan de moeijelijkheden, welke het terrein oplevert,
en die, als immerdurend beletsel de uitvoering van vele wel
overlegde ondernemingen verijdelen.
Reeds dezen morgen hadden wij eene uitbarsting (de eerste)
van den S^meroe waargenomen; ten 5 ure des avonds had
•mi
i l iandermaal
eene uitbarsting plaats; wij hoorden een sterk geloei,
wendden het oog naar de bergkruin heen en ontwaarden aan
hären regterhoek, w^elke van hier noordoostwaarts lag, cene
dampzuil, die door de avondzon besehenen, geelachlig verlicht
was; hierop zagen wij nedervallende steenen, wellte in een
aantal sprongen bergafwaarts rolden.
Zoolang de zon aan den hemel stond, vertoonde zieh de
naakte kegel van den Semeroe, boven de wouden, in eenroodachtig,
bijna gloeijend hcht of schijnsel, hetwelk buitengewoon
snel in een dof en mat grijs overging, zoodra de berg niet
meer door de zonnestralen werd getroffen en hij in de schaduw
viel. Reeds op eene hoogte van 5,000 voet bemerkte men op
alle bladeren, takken en boomstammen een dun, witachlig grijs
bedeksel van verseh gevallene asch, welke bijna het voorkorncn
had van meel en die uit zuivere kleiaarde scheen te bestaan.
Reeds was de nacht gevallen en oostwaarts boven den Semeroe
de maan aan den helderen hemel opgestegen, toen ten 7
ure eene derde uitbarsting plaats greep; eerst zag men een
schijnsel van vuur, gelijk aan dat eenervurige zuil, uit den krater
opstijgen, waarop eene dampkolom volgde, welker regterzijde
door de maan helder werd verlicht, terwijl hare tegenover gestelde
zijde door donkere schaduwen was bedekt; snel ontwikkelde
zieh deze kolom; zij loste zieh op en dreef hoog in de
lucht, gelijk eene cumulus-wolk, over onze hoofden heen naar
het Westen, terwijl zij eenen zachten zandregen op ons nederstortte;
te gelijk rolden eenige vurige punten van den kraterrand,
welke nog door een helderen gloed verlicht werd,
benedenwaarts, die (gelijk met de steenen des daags het
geval was geweest) al krakend tegen de helling sloegen;
dan werd het Tuur uitgebluscht en slechts eene breede, wit
gekleurde dampstreep duidde, nog gedurende eenige sekonden,
den rand des kraters aan, totdat ook deze verdween en alles
weder in nachtelijke stilte terugkeerde. Het gansche verschijnsel
had geen minuut geduurd. Nog een geruimen tijd
kon men de uitbarstingswolk, welke door den oostewind werd
voortgedreven en de eenige aan den azuren hemel was, met