
t !
veci kcukenzout, ecnigc deelcn chlortalcium, kiezcl- en aluiuaarde
en sporen van ijzer, bovendien koolzuur natron, koolzuren
kalk en koolzure magnesia,
rS. Cheribon. ^ Warme bron aan den regteroever der
Iji Sangaroeng, op een afstand van d paal zuid-zuidoosiwaarts
van Koeningan gelegen. Deze bron entspringt aan
de grenzen der neptunisclie en vulkanische formatie, namelijk,
van hct Kéndéng-gebergte en van den voet des vulkaans Tjerimai,
uit een kalkachtigen zandsteen, welke het hoofdbestanddecl
Yan het eerstgenoemde gcbergte is. (Vergei, afdeel. 3,
bladz. 79.) Zij weltmet kracht op uit eene onregelmatig gevormde
opcning, welke ongeveer 3 voet wijd is en levert omtrent 30
kan water per minuut; zij vult het gansche bekken, dot door
de Javanen ter lengte van 6 en ter breedte van 4 voet in de
rots is uitgehouwen, in den tijd van lOminuten; indenbodem
van dit bekken vindt raen de opening, waaruit het water te
voorschijn komt. Het-bekken is door eene vulkanische brekzie,
ter dikte van 4 voet, en vervolgens nog 2 voet in een
kalkachtigen zandsteen uitgehouwen. Zijn bodem ligt 4 voet
boven het punt, dat de spiegel der aangrenzende beek bij een
gcmiddelden waterstand bereikt. Zoowel de wanden als de
bodem van het bekken hadden eene okergele kleur, waren,
namelijk, met een beslag van ijzeroxyde hydraat overtogen. Bij
eene temperatuur des dampkrings van 23,0° R., had het water
des middags (van den O«»™ Februarij, 1846) een warmtegraad
van 30,0° R. Het was kristalhelder, reukeloos en bezat een
eenigzins zouten smaak; voortdurend bleef het in eene borrelende
en bruisende beweging, want, behalve groote gas-bellen,
ontwikkelde zieh eene tallooze menigte van kleineren (door
koolzuur te weeg gebragt), even als inschuimende Champagne
wijn. De ontwikkeling van koolzuur en de ophooping dezer
gas-soort boven de bron is somtijds zoo aanmerkelijk geweest,
dat Javanen, die zieh in haar water wilden baden, er in gestikt
zijn. De zandsteenlagen, welke aan den linkeroever der beek
onder den voet des vulkaans onderduiken, zijn aldaar ter hoogte
van 10 voet met eene vulkanische brekzie bedekt; hierop rüsten
aajiaij
3'.
1345
losse, vulkanische puinbrokken en deze worden bedekt door de
aardlaag, welke de oppervlakte des bodems uitmaakt. Tusschen
de vulkanische brekzie en den zandsteen heeft het water, längs
den oever der beek, eene geul uitgespoeld.
Wat betreft de zoute bronnen, welke zuid-zuidoostwaarts van
de hier vroeger besehrevene zijn gelegen, namelijk, aan gene
zij de der keten, in een der dalen van het Kendeng-gebergte,
en die de gas- en modderbronnen van Java n" II, Iji Oejah
uitmaken, hier omtrent zie men bladz. 1172 en volg. dezer
afdeeling.
44. Cheribon. Warane hron aan den oever der iji
Tjangelok, op een afstand van 31/2 paal oostwaarts van Tjarnara
gelegen, aan den noordelijken voet van het liendeng-gebergte,
in het distrikt Tjiawi gebang, regentsehap Koeningan. Naar mij
werd verhaald, bedraagt de temperatuur van het water dezer
bron 35,5° R. of 112,0° F. {Mondel.)
45. Banjoemas. ^ Telaga Läri, een groot bekken van
warme zwavelbronnen, gelegen in het Dieng-gebergte, ter hoogte
van 5,765 voet boven den spiegel der zee (distrikt Batoer,
regentsehap Bandjar nagara). Dit bekken hebben wij reeds
vroeger, namelijk, op bladz. 234 beschreven^ bij een warmtegraad
des dampkrings van 15,1" R. of 66,0" F. ten 12 ure (op
den 30 Julij, 1838) bedroeg de temperatuur der verschillende
heete bronnen en beken: 28,4", 32,4", 45,3", 54,6" en 64,8" R.
(96, 105, 134, 155 en 178,0" F.)
46. Heete beek aan d,en noordelijken voet van de kawah
Sepandoe; zie bladz. 260. De volgende drie bronnen 47, 48
en 49 liggen aan de noordoostelijke helling of aan den voet
van hetzelfde geborgte Dieug (of Praoe).
47. Samarang. ^ Warme bron Plantoengan. Zij ligt
1,960 voet boven den spiegel der zee, aan den regteroever der
kah Lambir, welke door eene dalkloof stroomt, die ter wederzijde
begrensd wordt door vlakke lengte-ribben, behoorende tot
de noord-noordoostelijke helling van den Praoe; zij wordt gevonden
in het distrikt Seiokaton, regentsehap Kendal. Deze bron,
welke even als de beide volgende koude Ijronnen, uilhoofde
11
w
'4