
i I
•i t I P
blök onLwaard. De mcestc niot poreusc blokken hebbcn cene
zccr iljiikorrelige felsit-gronclmassa ; hierin komen enkele kristallen
van diopsit en van olivin Yoor, welke slechts met liet
gewapeud oog duidelijk kunnen waargenomen worden; wijders
bespeurt raen hier en daar gitzwarte hornblende in deze grondniassa,
L. no 290 (Bat. no 98.). Deze toevallig daarin voorko-"
mende bostanddeelen onderscheidt men insgelijks in die blokken,
welke met kleine blaasruimten zijn doortrokken, L. n» 291
(Bat. no 99.). Weder anderen zijn, ten gevolge der menigte
kleine blaasruimten, geheel en al poreus (Bat. no 100.), of
doortrokken van zeer groote blaasruimten, welke niet zelden 1/2
duim wijd en twee duim lang zijn en, in de lengte, bijna
evenwijdig nevens elkander liggende lioUigheden vormen, L. n«
292 (Bat. no 101.). De beide genoemde, zeer poreuse varieteiten,
n» 100 en no 101, bestaan of uit eene zeer fijnkorrehge,
bijna digte massa, waarvan de verschillende bestanddeelen niet
meer onderscheidenlijk kunnen waargenomen worden, of uit
cene geheel en al digte, halfverglaasde zelfstandigheid, welke
op de breuk glanzig is. Dat de digte, half verglaasde hoedanigheid
dezer massa, benevens de groote blaasruimten, waarinede
dezelve in alle rigtingen is doortrokken, als het gevolg
mögen beschouwd worden èn van eene snelle, plotselinge bekoehng
èn van de ligging der lava-brokken aan de oppervlakte van
het lava-veld, — hoewel zij echter uit een en dezelfden lava-deeg
zijn gevormd, — kan zeer duidelijk worden bntwaard aan den
regteroever der kali Kloekoeran, ter plaatse waar de lava-bank
in de rigting naar Soembér waroe plotseling eindigt en zieh als
een 20 voet hooge wand loodregt naar den regteroever der beek
benedenwaarts stört. Hier toch ziet men, dat de losse blokken
slechts aan de oppervlakte voorkomen en, even als de blaasruimten,
benedenwaarts meer en meer verdwijnen en dat de lava,
naar gelang men dieper liggende gedeelten der laag beschouwt,
gedurig vastcr en meer compact wordt; het beneden gedeelte
van deze bank is eene homogene lava, welke door evenwijdige,
horizontale en verticale spleten zoodanig is verdeeld, dat eene
bijna rcgelmalige afzondering in teerlingvormige stukken, van
•d
,r 1