
• IVi 'ii ^iZ k
If I 'I- " £
% ^'.'»flK?-""-
Vl^ , 'II
i i d l i i l ^ i ih
, ,1»
t
Sil!
1292
mecr Tondano is gelegen, dat cene breedte van S, bij eenc
lengte van 12 palen heeft; zijne bewoonde oevers verheffen zieh
gedeeltelijk rotsachtig steil uit het water. Het niveau van dit
meer ligt 2,000 voel boven de oppervlakte der zee; even als
de meren Singkara en Danoe op Sumatra schijnt hetzelve den
bodem van eene diepe verzakking of van een splijtings-dal te
bedekken.
Uithoofde de groote eilanden Ceram, Djilolo, Boeroe, benevens
Flores nog zeer Vi'einig bekend zijn, i) zoo geeft het cijfer
d06 slechts het getal vulkanen op, vs^elke op zijn minst genomen
in Neerlandsch Indie worden aangetroffen.
De Kinibaloe (of Kinilaboe), die zieh in het noordelijkste
gedeelte van Borneo verheft, is zigtbaar van de overzijde van
het kleine eiland Cajagan soeloe, dat ten noordoosten van Borneo,
op een afstand van 31 geographische mijlen van dezen vulkaan,
is gelegen; deze afstand Staat ongeveer gelijk met dien van Soerabaja
tot aan den 9,590 voet hoogen Merbaboe, welken vulkaan
men echter op de laatstgenoemde plaats niet kan bespeuren.
(Den Merapi op Sumatra ontwaardde ik, op een afstand
van 31 geographische mijlen, doch slechts van een hoog gelegen
standpunt uit, namelijk, van den top des 6,000 voet hoogen
Loeboe radja.) Is het vermelde omtrent den Kinibaloe juist,
dan zou hij eene hoogte van 12,000 voet of nog meer bereikenen
bij gevolg, naar alle waarschijnlijkheid, de hoogste berg
van den NeerlandschJndischen archipel zijn. Vergelijk Berghaus
Memoir (volgens Dalrymple en Horsburgh,) no 13, p. 71. Oordeelende
naar het profiel van dezen berg, gelijk hetzelve voorkomt
op de kaart van Horsburgh (China Sea) zou men niet tot besluit
mögen komen, dat die berg een vulkaan is,—^ niettegenstaande
hij aldaar wordt afgebeeld onder de gedaante van een afgebrokenen,
uitgetanden kegel, — uithoofde lange bergketenen, in
de rigting harer lengte-as gezien, zieh insgelijks in dien vorm
voordoen. Welligt is het de noordelijke hoekpilaar van het hoog-
') Gvoot-Ceram moet zeer bergachtig zijn , waaronder sommige bergen ter hoogte
van 8,000 voet worden aangetroffen.
gebergte van noordclijk Borneo; hoewel het grootste gedeelte
der zuidelijke helft van Borneo wordt beschreven als een met
wouden bedek diepland (hyläa), zoo is het echter waarschijnlijk,
dat de geborgten van Borneo, namelijk, van die helft van
het. eiland, welke ten noorden van den aequator is gelegen, zieh
over eene aanmerkelijke uikjesirektheid tot eene grooto
hoogte verhejfen, uithoofde van het groote aantal breede en
diepe rivieren, die in zee uitstroomen. Overeenkomstig met
hetgeen wij in Sumatra vinden, mögen wij derhalve tot het
besluit komen, dat ook alhier breede hoogdalen, plateaux, tusschen
de bergketenen worden aangetroffen. Op dergelijke plateaux
wordt de massa der bevolkmg van de Balta-landen op Sumatra
aangetroffen, en deze is, zonder dat er eenig noemenswaardig
verkeer tusschen haar en de kustbewoners bestaat, zonder dat
zij zelfs zout bezit, tot een trap van eigendommelijke beschaving
gekjommen, welke men alhier, achter de digte, oorspronkelijke
wouden, welke de kustvlakten bedekken en het centrum des lands
omringen, nimmer zou vermoeden aan te treffen. En om welke
reden zou er tusschen de bewoners dier tafellanden van Borneo
en de bevolking van het noordelijkste gedeelte van het eiland, die
naar luid van alle deswege ontvangene berigten tot de beschaafde
volken van hetzelve behooren, geen verkeer kunnen bestaan?
AI hetgeen met zekerheid aangaande Borneo bekend is, bevestigt
dit vermoeden; het schijnt b. v., dat de hooge waterval van
Pandasan (Tampasoek), in het landschap Papal, aan de noordwestelijke
kust van het eiland, — welke beschouwd wordt als
de hoogste waterval van den ganschen aardbol, — nederstort
van den rand van een tafelland, hetwelk eensklaps in een steilen
wand eindigt; alle kapen van de noord- en noordoostelijke kust,
waarvan in de werken van verschillende zeevarenden melding
wordt gemaakt, zijn hooge voorgebergten; zoo wordt de kaap
(tandjoeng) Kanioengan, tegenover kaap Donda van het eiland
Celebes, een hoog, vlak tafelland geheeten; deze kaap strekt
zieh, als een schiereiland van het vasteland van Borneo, naar
het oosten uit en wordt begrensd door zeer diepe zeeen.
Misschien verheffen zieh nog vele pieken in het binnenland van
82
M
•iSSilS