
I
- il
932
gelijkvoriiiig dalende vlakte als omstroomd worden. Zij wekkeii
in onzeu geest de herinnering op aan dergelijke voorbergen
van ZOO vele andere vulkanen op Java, die zieh op gelijke
wijze voordoen (omstroomd door eene vlak gewordene helling,
die uit bekoelde lava-stroomen ontstond).
In Rawon Figuur 2 wordt de enkelvoudige, de noordelijkst
gelegene voorberg afgebeeld; hij ligt in het zuiden 668/4° ten
oosten; de andere, de goenoeng Woeloean, heeft een dubbelen
top en wordt van den pasanggralian gepeild in het zuiden S4
tot 543/4° ten oosten. 1)
Hoe liefelijk het gezigt op de Bondowoso vlakte dok möge
zijn, welk eene verscheidenheid van tinten het groen, dat haar
kleurt, 00k möge aanbieden, zoo ziet men echter niets dan
groen, in zoo verre duldt het oordeel van sommige reizigers
geene tegenspraak, die beweren, dat het Javasehe landschap niet
van groote eentoonigheid is vrij te pleiten en zulks te minder,
dewijl de zoo even geschetste physiognomie zieh in alle bebouwde
streken op Java, van het oosten tot aan het westen, bijna op
gelijke wijze herhaalt. Alles wat afwisseling aan het tooneel van
het landschap kan bijzetten, als; werken door kunst daargesteld,
ruinen, barre rotsen, welke siechts in kraters en aan
de zuiderkust worden aangetroffen, en bovenal de eeuwige
sneeuwzone, dat verhevenste sieraad eener landstreek, dit alles
wordt op Java geheel en al gemist; zelfs de läge bamboeshutten
der Javanen ziet men niet, ook die liggen tusschen
het groen verborgen; natuurlijkerwijze wordt derhalve de
physiognomie des lands, algemeen genomen, ongetwijfeld eentoonig.
Boven zieh ontwaart men siech ts den hemel en zelden
is die blaauw gekleurd, meest altijd is hij met wölken bedekt;
beneden ziet men niets dan groen; dit eentoonige der
natnur, dat zelfs in de verschillende jaargetijden volkomen
gelijkvorrnig is, zonder eenige afwisseling op te leveren, heeft
") De pasanggrahan van Bondowoso ligt, ongeveer op een afstand van een paal,
in het zniden 10» ten westen der Aloen- plaats van het zoo even genoemde dorp,
ahvaar een Rongö en een Controlenr wonen.
933
ongetwijfeld invloed op het karakter der bewoners des lands
uitgeoefend, uit wier midden nog weinige mannen zijn opgestaan,
die zieh door eene uitstekende hoedanigheid, van welken
aard ook, boven hunne landgenooten onderscheidden.
Wat hetreft het klimaat
zoo van Bondowoso, als van het oostelijke, smalle gedeelte
van Java in het algemeen, hieromtrent missen wij bepaalde,
gelijktijdig gedane waarnemingen. Ik veroorloof mij derhalve
ten dien opzigte siech ts aan te merken, dat het, naar algemeen
door de Europeers, die dit gedeelte van Java bewonen,
wordt verzekerd, veel drooger is dan de westelijke helft van
het eiland. Dit onderscheid schijnt zieh van liediri af te doen
gevoelen, en in Besoeki en in Banjoewangi het grootst te zijn,
zoodat de gesteldheid van het klimaat in dit oostelijke gedeelte
van Java meer overeenkomst heeft met dat van Timor,
alwaar gedurende het grootste gedeelte van het jaar eene buitengewone
droogte heerscht, dan met het Idimaat van het
westelijke gedeelte van Java.
Zeker is het, dat het weder te Bondowoso en Sitoeböndo
sedert den April, 1844, voortdurend helder en droog was
geweest, terwijl te gelijker tijd, in de westelijke helft van Java,
tot op den Augustus, 1844, dagelijks regen was gevallen;
de regen had zoo sterk aangehouden, dat eene groote
hoeveelheid koffij in de Preanger-Uegentschappen bedierf, uithoofde
men in de onmogelijkheid verkeerde die te droogen;
de schade, welke de Regering hierdoor leed, was zeer aanmerkelijk.
Wijders behooren de sterke en aanhoudende zuidewinden,
welke steeds met droogte gepaard gaan, tot de eigendommelijkheden
van het smalle, oostelijke gedeelte van Java;
het is vooral door de tusschenruimten, welke de vulkanen
vaneenscheiden, die in de rigting van het westen naar het
oosten van elkander verwijderd liggen, dat de zuidewinden
met groote hevigheid blazen. Men geeft aan die winden zelfs
eigennamen; te Probolingo heet men hem: Ginding, te Pasoeroean:
Gronggong, enz. .