
»L '
ri: i n I
I i
r
' I
I I
NEGE^DE SCHETS.
VULKAAN 59: SÉME IV OE. $
Br. 8-16'. — L. 113°4'/2'. — H. 11,480.
« H i n a u f , hinaui"!
r d n Sprung uml Lauf!
« W o die Luft so leicht, wo die Sonne so klar,
« N u r die Gemse springt, niir horstet der Aar
(i W o das Menschengewühl zu Füssen mir rollt,
<( W o das Donnergpbrüll tief unten grollt, yi
( C o L U N . )
Matjan tengah, den September, d844.
Den vorigen dag bragt ik in den pasanggrahan Brantes, bij
Malang, door met het in orde brengen mijner schetsen en teekeningen,
en had het genoegen kennis te maken met den heer Dickelman
(Assistent-Resident dezer afdeeling), die, in oyereenstemming
met het verlangen door den Resident van Pasoeroean geuit, mij de
meest mogehjke hulp op mijne togten verleende. Op zijn aanraden
besloot ik den Semeroe i) aan de zuidwestzijde te bekhmmen,
alwaar, door de voorkomendheid van dezen beambte,
reeds aanstalten waren getroffen om, door het kappen van
geboomte en het banen van een päd door de wouden, welke
den voet van den Semeroe heinde en verre bedekken, mijnen
togt gemakkelijk te maken.
De pasanggrahan ligt op eene zacht rijzende hoogte, aan
den linkeroever der kah Brantes, veelke zieh allengskens naar
de noordzijde verheft; op eene gelijke hoogte hgt, zuidoostwaarts,
eveneens aan den linkeroever der beek, op den afstand
van een boogschot daarvan verwijderd, een vierkant huis met
') Verkort Smeroe, ook Maliaracroc gonoemd.
I o I
tvvee verdiepingen, welks okergele kleur met zwarle streepen
het reeds in de verte in het oog doet vallen; het is
niets minder dan de kaserne of Benleng, welker bezetting,
bestaande uit een luitenant en twintig meestendeels inlandsche
Soldaten, toereikend is om de 80,000 bewoners van dit regentsehap
in rnst te honden. Aan de tegenover gestelde zijde der beek,
(zuidwaarts van hier) strekken zieh de rijen van bamboeshutten
dezer plaats (desa), Malang geheeten, uit; verholen onder het
bladerengewelf van Kokos-palmen en van andere vruchtboomen,
worden slechts eenige weinige Europesche, van steen gebouwde
woningen (eene verdieping hebbende) tusschen dezelven aangetroffen.
Tusschen den pasanggrahan en de Benteng loopt de
groote weg van Pasoeroean uit het noorden benedenwaarts;
hij verbindt de beide oevers der kali Brantes met eene honten
brug en gaat vervolgens zuidwaarts naar het Aloen-aloen,
hetwelk men als het eigenlijke middenpunt van Malang mag
beschouwen. Want nevens deze plaats bevinden zieh de woningen
van den Assistent-Resident (aan de zuidzijde) en die van den
Regent (aan de oostzijde), terwijl de kleinere Javasche en
Europesche woningen, in de nabijheid van deze laatste, het digst
bij elkander staan. AI wandelende bei-eikt men deze plaats, van
den pasanggrahan, in een half nur; zij heeft eene gelijke hoedanigheiden
vorm als aldeoverigeAloen-aloen's, welke voor de woningen
der inlandsche hoofden, door het gansche eiland Java heen,
worden aangetroffen; dezelve bestaat uit een vierkant, effen
grasplein, omzoomd door "Weringin-boomen en in het midden
gewoonlijk door een of twee zeer oude boomen dierzelfde soort
beschaduwd; de stammen dezer laatsten zijn omgeven door een
lagen muur of door eene heining, en worden met eene zorgvuldigheid,
welke aan vereering grenst, onderhouden. Wie toch kent
dezelven niet, die liefelijke Aloenpleinen! welke, het is waar,
in grootte afnemen van een diameter van 1,000 voet, voor de
woningen der Regenten in de hoofdesa's, tot op 100 voet in de
kleinste dorpen, maar die uiterlijk immer dezelfden blijven.
Men stelle zieh voor het oog der verbeelding, nevens het digte
en schaduwrijke, nederwaartshangende loof der rondachtige
Sil
"il
. i.'
" I
iii!
•T Ui:' T !
Ii ii
1 • il
! ;