
), r I ' . .
ji
: l'
: •>
.^hI if: i»
L '4- 1' !
Sri
I ^ i'
i ? „
i -i ä
) ,
R f ^ I
Z E V E ^ T I E N D E S CHE T S .
VULKAAN 41 : AJANG. #
(MUT DEN KRATER ARGOPOERO Q EN EENIGE
11. vau den Argopoero 9,207'.
t(— — EIo überirdisclips Vergnügen —)i
((In Nacht und Thau auf den Gebirgen liegen! i
(Göthi:,)
Djimber, den November.
(Naar aanteekcningen gemaakt te Pakis pamor, den 3 Osten Ootober; in Ii et
Maki-dal, den 31'""» October;^p den top van den Argopoero, den 1®""'
November en op den Tjemoro kendeng, den November.)
De bergmassa, welke met den algemeenen naam van goenocng
Ajang wordt bestempeld en oostwaarts, doch in de
nabijheid van den vulkaan Lamongan oprijst, doet zieh, op een
grooten afstand uit het westen en het oosten, uit het noordwesten
en zuidoosten gezien, niet aan het oog voor als eenkegelbergi
zij heeft den vorm eener lamelijk lange bergketen, welke
bijna dvvars gerigt is ten opzigte van de lengte-as van het
eiland en die van het znidwesten naar het noordoosten loopt.
De gedaante, waaronder de berg zieh van de oost ten zuidzijde
en van de oost-znidoostzijde voordoet aan het oog des
beschouwers, geplaatst op de kawah Idjen, hebben wij afgeteekend
in het profiel Ringgit Figuur 3; Ajang Figuur d
stell den berg voor van de west ten noordzijde, zoo als hij
wordt gezien van den goenoeng Boedolemboe van het Tengger
gebergte; de hoogste bergtop a op deze figuur is de «goenoeng
Argopoero;» c de halfkringvormige insnijding, welke in
Ringgit Figuur 3 en Ajang Figuur 4 wordt waargenomen;
de zuid- en zuidoostzijde des bergs wordt afgeteekend in Ajang
Figuur gezien van het poslstalion Djoeboeng, 6 palcii weslzuidwestwaarts
van Djember gelegen; de zuidoostzijde wordl,
voorgesteld in Ajang Figuur 3, gezien van Djember en de
oost-zuidoostzijde, gezien van den top des Rawon, in Ajang
Figuur 4.
Ziet men deze bergmassa van de zuidwest- en van de noordoostzijde,
dan doet zij zieh veel smaller aan het oog voor, dan
van die zijden, waarvan de afteekening in de zoo even genoemde
profielen is gegeven; in dit geval, namelijk, wordt zij gezien
in de rigting harer lengte-as en verkrijgt hare omtrek van deze
zijde meer de gedaante van eenen onregelmatigen kegelberg.
Reeds uit Ajang Figuur 3 en 4 laat zieh duidelijk opmaken,
dat deze bergmassa ten minste uit twee achter elkander liggende
ketenen bestaat, welke evenwijdig ten opzigte van
elkander voortloopen; de westelijke bergketen, die het digtst
bij den Lamongan is gelegen, rijst het hoogst van deze beiden;
het hoogste, middenste gedeelte a in Figuur 2 en b. c. in
Figuur 3 h'eet: goenoeng Argopoero. In het verlengde gedeelte
van deze Argopoero-keten, dat zieh noordwaarts uitstrekt,
wordt de zonderlinge halfkringvormige insnijding gevonden,
welke in Figuur 1 van de westelijke, en in Ajang Figuur 4
en Ringgit Figuur 3 van de oostelijke zijde wordt afgebeeld.
Het zuidwestelijke uiteinde der oostelijke bergketen, welke
eene geringere hoogte bereikt, wordt: goenoeng Tjemoro kendeng
geheeten, terwijl zijn noordoostelijk uiteinde: goenoeng
Ringging heet. Op het beneden gedeelte der noordoostelijke helling
van dezen Ringging rijst de dubbeltoppige goenoeng Saing,
welke uit den pasanggrahan Bondowoso bijna regtstreeks in
het westen wordt gezien, en waarvan het profiel is afgebeeld
in Ajang Figuur 6.
De westelijke voet van dit gebergte vereenigt zieh met den
oostelijken voet van den Lamongan en vormt op die wijze een
lagen, vlakken tusschenzadel, ter hoogte van ongeveer 800 voet;
hierover is een weg aangelegd, die van Toenggoel koeripan,
gelegen aan den» zuidelijken voet van den Ajang, naar Kraksan
voert, welke laatstgenoemde plaats aan den noordoostelijken
I I
k