
I l>
Ik ^
•
I
f
M
¡i i!
i s
iî I' s
. Ii
„ I
il'r?.
• i'
! Ï • ! '
V
Iii- i :
117{)
/ l i r e kalk, koolzure cn zoutzure natron, welke dit waler
ongetwijfeld in groote hoeveelheid bevat, ook jodiinn daai-in
aanwezig zijn?
Modder- en gas-bron van Java no III en IV.
VERSCHIJNSELEN BIJ KOEWOE liN M EN DANG.
{Toevocgsel behoorende toi hladz. 349 der W^' afdeeliny.)
Slechts met körte woorden kon ik ter aangehaalde plaats van
deze moddervulkanen gewagen, uithoofde ik die niet zelf had
bezocht. Ik had geene melding gemaakt van de modderwel
Danoe, noch van de salse Tjioejah en beschreef dezelven onder
den naam van «moddervulkanen van Poerwodadi en Kasonggo,
Java n" I en II,» naar de berigten, welke ik daaromtrent van
anderen had verkregen. Uithoofde de beschrijving door Domis ')
van deze moddervulkanen geleverd mij te onnaauwkeurig voorkwam,
ZOO steunde het door mij vermelde hoofdzakelijk op mondelinge
berigten van Europesche reizigers. Ik meende van hen
vernomen te hebben, dat de modderbron n« III (vroeger no I)
zieh bevond op den schedel van een 40 voet hoogen heuvel,
ten gevolge waarvan ik dezelve als zoodanig beschreef. Laier
echter kwam mij het reisverhaal van den heer J. K. Hasskarl
') Zie Oosterling II. 2. p. 45. (Vergel. Vei-haxid. Bat. Genootscliap.) Het verschil,
hetwelk er tes taat tusschen de berigten van Domis en die van den heer Hasskarl, tracht
de laatstgenoemde te verklaren door aan te nemeii, dat de gas-vulkanen eene sterkere
werking hebben gedurende den regenmoesson. Uithoofde echter andere Europesche
reizigers en inboorlingen eenstemmlg verzekeren, dat er in de versehillende jaa;--
getijden, zoo drooge als regenachtige maanden, geen of althans slechts zeer gering
verschil, — trapsgewijs too- en afnemende werkzaamheid, — wordt waargenomen,
zoo kan het niet anders of Domis heeft zieh in deze beschrijving aan overdrijving
schuldig gemaakt, of zij rust op eene verkeerde opvatting der verscliijnselen.
De mededeelingen, gedaan door Muncke in Gehler's Neues phys. Lex. IX. 3. Y.
p, 2326, overgenomen uit een anoniem berigt, gcplaatst in de Bibliothèque Universelle,
1817, Juillet. „Moddervulkanen van Kuhoo op Java, " bchoorden aimmerkelijke
wijzigingen te ondergaan.
1177
Icr hand, wuariiit ik zag, dat in de nabijheid van Koewoc
volstrekt geen modderheuvel wordt gevonden, maar wel eene
moddervlakle, welke door opstijgende gas-soorten van tijd to(;
tijd in den vorm van blazen oprijst. (De heuvel Ngemba, westwaarts
van Poerwadadi gelegen, zie lager, kon niet dooi- mij
bedoeld zijn.) ^
Tot teregtwijzing van het vroegor vermelde op bladz. 349
zij het mij derhalve vergund datgene alhier in te voegen, hetwelk
de straks vermelde zorgvuldige en naauwgezette natuuronderzoeker
nopens deze verschijnselen heeft medegedeeld, en
er tevens een en ander bij te voegen omtrent de topographische
gesteldheid der landstreek, waarvan de kennis wordt vereischt,
ten einde de te weeg gebragte verschijnselen juist te kunnen
beoordeelen. Deze gas-vulkanen zijn gelegen in het distrikt Kradenan,
Regentschap Grobogan; in de hoofdplaats vanhetzelve, te
Poerwodadi, is de Assistent-Resident (residentie Samarang) gevestigd;
het gevoegelijkst worden zij geheeten; no III, de
modder- en gas-bron van Koewoe, aldus genoemd naar het
naastbij gelegene dorp van gelijken naam en no IV de modderen
gas-bron van Mendavg.
Van Samarang tot aan het noordoostwaarts gelegene Demak,
hetwelk zes uren reizens vandaar verwijderd is, en van deze
plaats naar Poerwodadi, dat in eene zuidoostelijke rigting 8
uren van laatstgenoemd oord hgt, is het terrein vlak en laag.
Ongeveer midden tusschen Demak en Poerwodadi, ligt in de
nabijheid van het dorp Tjöhra, niet verre van het postslation
Gompe, — alhier is het, dat de reizigers, die deze streken bezoeken,
hun rijtuig gewoonlijk achterlaten, —he t zoogenaamde
eeuwige vuur «Merapi». In een thonachtigen, vlakken bodeni
ontwaart men alhier 4 ä 6 trechtervormige gaten in den grond,
welke, bij eene breedte van 8 a 14duim, ongeveer een voet
diep zijn. In hären bodem, welke gedeeltelijk met gebrande
aarde is bedekt, zijn een aantal kleine openingen, waaruit gas
') Men zie hier over ,/. IC Hasskarl: Reise nach dem Berge von Djapara und
den Schlammquellen von Kuwu, in: Flora, oder allgemeine botaniscl.c Zeitung. Kegensburg,
1847, pag. 641, etc.
.n
î
I
f
Î
'' L â