
y i
INLEIDING TOT DIT HOOFDSTUK.
•Ii
I i
if
Van de vulkanen en kratcrs, welke op de Oost-Indische cilaiiden,
met uitzondering van Java, voorkomen, zijn er siechts 3
door mij bezocht en werden 18 anderen, op hei ciland Siunali a
gelegen, in de verte door niij waargenomen; hieruit volgt, dat
ik de overigen heb leeren kennen uit de onderzoekingen, dooiandere
reizigers in het werk gesteld, welke deels door den druk
openbaar waren gemaakt (hetzij iu bijzondere werken, tijdschriften
of in de Javasche courant), deels mondeling of sehriftelijk
door de waarnemers zelven aan mij zijn medegedeeld
geworden. De bonwstoffen, welke ik op deze wijze ten opzigte
der Vulkanen van den Indischen archipel, buiten Java gelegen,
heb verkregen, betreffen meerendeels slechts de geschiedenis
dier vuurbergen, de werkelijke voorvallen en gebeurtenissen,
die sedert de aankomst der Europeers in Oost-Indie zijn waargcnoinen
geworden; wat betreft de topograpische en geologische
kennis dier bergen, ten dezen opzigte zijn zij zeer onvolledig.
Bij de vermelding dezer gebeurtenissen, ter mijner kennis gekomen
door bijzondere berigten of door openbare nieuwsbladcn,
heb ik mij toegelegd op de meest mogelijke naauwkeurigheid
en nieis ter zijde gelaten, hetwelk tot het wezenlijke der
medegedeelde zaken behoorde. Dit alles heb ik echter getracht
in beknopten vorm voor te dragen, daarbij in het oog houdende
den schakel, waardoor de verschijnselen in de natuur zijn
vei'bonden, terwijl alle veronderstellingen en hypothetische
beschouwingen, van welken aard ook, zijn vermeden, ten
einde de duidelijkheid van het overzigt te bevorderen. Het
behoel't geen betoog, dat ik evenmin kan instaan voor de
aaauwkeuVigheid der waariiemingen, ^^{"lke niet door mij zijii
ite •« i
¡1
Ii
I:
1
i I