
lÈ- : i
•fi-i
i Sii « ¡jiip
litlJlìi — «
E--!..
ÌF Ifc J
• y
MiUi ;; Im^^f IM .üia
ä
. Il'
1250
wuaits vau Pckat, gelegen is. Naar het schijnt, bestaat het
groolstc geclcelte van het eiland uit een laag, heuvelachtig
Uind; : siechts längs de zuidkust loopt eene bergketen, welke
eene grootere hoogte bereikt, in de rigting van het westen
naar het oosten. Het is uiet bekend of in dit gehergte, of ter
zijde d. i. noordwaarts van hetzelve, nog andere vulkanen
worden gevonden. De zoo even genoemde Javasche vuurbergen
zijn uitgebluscht, zij zijn slechts de ru'inen van kegelbergen;
maar hnnne woest vaneen gescheurde toppen dragen
de dnidelijkste blijken van de hevige uitbarstingen, welke zij
moeten geleden hebben,, ja, een dier bergen bood nog ten
jare 1597 het schouwspel aan eener dergelijke gebeurtenis,
tijdens Ilollandsche zeevarenden, onder aanvoering van Cornelis
lioutman, voorbij het oostelijke uiteinde van Java stevenden en
zieh verbaasden over de rookzuil, welke uit dezen berg opsteeg.
Zie bladz. 948, en volg. dezer afdeeling. Ook deze vnlkaan,
de Jlinggit, is thans uitgedoofd en ligt in een puinhoop ter
neder gestört; van den Tomboro wordt verhaald, dat zijn top
door de uitbarsting in hetjaar 1815 is verbrijzeld en de gansehe
berg veel lager is geworden dan hij vroeger was; thans wordt hij
op 5 a 6,000 voet geschat. De overeenkomst, welke wij zoo
in ligging en gedaante als in de geschiedenis, van vier bekende
vulkanen opmerken, moet noodzakelijkerwijze strekken
lot bevestiging van het vermoeden, dat de zee, in welker onmiddellijke
nabijheid zij zijn gelegen, invloed uitoefent op de
hevigheid hunner uitbarstingen en op het spoedig en volkomen
uitdooven dezer vuurbergen, met andere woorden, dat zeewater
sointijds plotseling en in eene verbazende hoeveelheid binnen
den vulkanischen haard, — in de met gesmoltene rotssoorten
opgevulde bekkens dringt en de zoo even genoemde versehijnselen
te weeg brengt. Welke uitbarstingen de Tomboro voör
1815 heeft ondergaan, indien zulks al hebbe plaats gehad, is
geheel en al onbekend.
Uitbarsting van den Tomboro in d8d5.
De feiten, welke niij de bonwstoffen hebben geleverd tot de
i I-
1251
zamenstelling der'hieronder vermelde schrikbarende gebeurtenis,
zijn getrökken uit de volgende brömien: lo'Sir Th. Stamford
Ilaffles, Hist. of Java, vol. I. p. 25—28. — 2« Raffles, in de Verhand.
Bat. Genootsch. VIII. p. 343 en volg. — 3u Jav. Cour, van
den 22'"=" Julij, 1820, n» 30, — 4" v. d. B., in eene verhandehng
over Bali, geplaatst in,de Oosterling I. n" 2, p. 185.
De mededeelingen van llaiHes, destijds Gouverneur-Generaal van
Java, steunen op de berigten van den luitenant Owen Philipps,
dien hij met een schip naar Soembawa zond, ten einde inliehtingen
omtrent deze vreesselijke gebeurtenis in te winnen,- en die
den 18''"° April, 1815, te Bima aan land stapte. In het bedoelde
liommer der Jav. Courant wordt een brief gevonden van den
Nederlandschen Resident, d. d. Bima, 16 October,, 1819, die
4jarenna de eruptie het uitbarstings-terrein bezocht. i)
d8d5, den 5''®" April ving deze vreesselijke uitbarsting aan;
zij openbaarde zieh door ontplofiingen, welke bij tussehenpoozen
van een kwartier uurs werden vernomen en bereikte
den dO^""^ April het toppunt van hevigheid; verbazend groote
rookzuil en Stegen uit den krater op, de gansche berg werdals
met een vuurstroom (gloeijende lava-brokken ?) overdekt, doeh
hulde zieh weldra op nieuw in duistere rook- en aschwoHten; deze
breidden zieh zoo verre in het rond u i t d a t een voorbijzeileud
schip sleehts den voet des vulkaans met vuur bedekt en als in
een vuurschijn zag;
de ontploffingen waren zoo hevig, — dat op Soembawa
de muren der huizen scheurden, — dat te Makasar, op een
lijnreglen afstand van 210 minuten van den vnlkaan gelegen,
een Engelsehe krniser, de Benares, met troepen bemand
ter verkeuning werd uitgezonden, dewijl de slagen voor het
gebulder eener hevige kanonnade werden gehouden, — dat
dezelven te Jogjakerta en in Cheribon, s) het eerste 450
') Alle .boi-igten^ welke eiders omtrent deze uitbarsting voörkomou, kunnen
slechts uit deze oorspronkelijhe bronnen zijn geput geworden.
De afstauden zijn alhier opgegeven in geograplüsclie minuten vaji 5,710 par.
voet, waarvan er 00 op een graad gaan,
' ) To Cheribon werd zulks het hevigst vernomen dos avonds ten 10 uro.
r .
i :
m
ii:
Ì ti