
"m
I;
\
I i
M
1350
iiien vindt in een moerassigen, met een welig groeijend struikgewas
bedekten grond eene menigte plaatsen, waar eene geringe
hoeveelheid heet water ontspringt; de gansche opgewelde massa
vereenigt zieh tot eene warme beek, (kali) Anget geheeten,
welke aanvankelijk in eene west-zuidwestelijke rigting stroomt,
dan Over een 3 voet hoogen zandsteentrap een kleinen waterval
vormt, zieh aan den voet van dezen wand omwendt, vervolgens
zijn loop noord-noordoostwaarts voortzet en zieh eindelijk vereenigt
rnet eene beek van koud water, die uit het noordoosten
bergafwaarts komt; van het punt af waar deze beide beken
zieh vereenigen, stroomen zij aanvankelijk in eene noordwestelijke
rigting. Binnen deze gansche uitgestrektheid, eenige
honderd voet in den omtrek, is de bodem moerassig, met
geboomte bedekt en bezit het water een hoog»n warmtegraad;
de stralen der zon worden gebroken door de dampen, welke uit
hetzelve opstijgen. Het water is renk- en smakeloos en had, ten
9 ure (op den 28^'<'''Mei, 1847), eene temperatuur van 36,8'R.,
bij een warmtegraad der lueht van 19,7° E..; deze waarneming
deed ik ter plaatse, waar, aan den kleinen wand, het water door
eene genl benedenwaarts stroomde. Deze goot, welke in den
zandsteen is nitgehakt, benevens een aantal gehouwen steenen,
die aan den voet van den wand verstrooid in het rond liggen,
mögen als zoo vele bewijzen worden beschonwd, datdezebron,
vroeger in een bekken, uit teerlingvormige steenen bestaande,
omsloten en tot badplaats gebezigd, reeds vöör langen tijd
aan de inboorlingen bekend was. Het naastbij gelegene dorp
heet Kali sat en ligt op 2 palen beoosten de bron.
60. Bagdlen. ^ Warme bron nabij Banioro, in het
regentschap Keboemen. In hetzelfde gebergte, waarin wij de
vorige bron aantroffen, doch veel verder westwaarts, ligt eene
warme bron 2 palen bezuiden Banioro, in de nabijheid van het
kleine dorp Sembodo; zij entspringt boven den regterwand
der rivier Look oelo. De Javanen hebben er een bekken om
gevormd, zaamgesteld uit rolsteenen, hetwelk eene diepte
van 5, bij eene breedte van 7 voet heeft, doch waarin slechts
2 voet water staat. In den noordoostelijken hoek van het
1351
bekken stijgen eenige gas-bellen in dit water op; te dier plaatse
bedroeg de temperatuur van hetzelve, des morgens ten 7 ure
(op den 1^'™ Junij, 1847), 31,7°, die van den modder, waarin
de thermometer tot op zekere diepte werd gestoken, 32,0°, bij
een warmtegraad des dampkrings van 19,0" R. Hetzelve zet
een fijnen modder af, is reukeloos, doch eenigzins zontachtig
van smaak. üithoofde de bodem van het bekken hooger ligt
dan de bedding der beek, zoo sijpelt het water uit den oeverwand
en wordt aldaar, üithoofde der zoutdeelen, waarmede het
bezwangerd is, met graagte door buffels opgelikt.
6d. Kadoe. Warme bron in het beekdal der kali Elo.
Zij ligt aan den voet van den goenoeng Andong, een der bergtoppen
van het noordwestelijke voorgebergte des Merbaboe.
Reeds op bladz. 3S7—358 hebben wij van deze bron melding
gemaakt. De temperatuur van het water bedroeg, ten 10 ure
(op den 30^'- Mei, 1838), 28,4° R.of96,0° F., bij een warmtegraad
des dampkrings van 19,5° R. of 76,0° F.
62. Jogjakerta. ^ Warme bron nKarang panas)) aan
de zuider kust. Oostwaarts van de monding der kali Opak
nadert de wand van het zoogenaamde Zuidergebergte van Jogjakerta,
— eene kolossale kalksteenbank, — steeds raeer en meer
de kust, totdat hij zieh, op een afstand van 6 palen der zoo
even genoemde monding, eensklaps in de baren der zee nederstort.
Van den mond der kali Opak tot aan deze Streek bestaat
het Strand uit eene rij duinen, begroeid met Spinifex squarrosus
L., Jpomaea maritima R. Br. en Pandanus-boompjes. Tusschen
deze duinen en den rotswand ligt eene zandige, moerassige vlakte,
welke in de rigting van het oosten steeds smaller toeloopt,
zoodat zij, op een afstand van 4 palen van de kah Opak, tey
naauwernood eene breedte heeft overgehouden van 50 voet!
Alhier is het, dat de bron uit den zandigen bodem der kleine
vlakte ontspringt; deze is, even als een weideveld, bedekt met
gras en kruiden. Het water der bron heeft een walgelijken,
hepatischen smaak, verspreidt een sterken reuk van zwavelwaterstof
gas en zet eene groote hoeveejheid week, modderachtig
bezmkscl af, hetwelk eene geelachtig grijze kleur bezit. De
l ' B - l ET'"
Ii:!-