
i,
I
! ' 1 Jill'
.it t
-'•iy
stei-ke scliudding waargenomen, welke 20 sekonden lang aaiihield
cn zicli in eene horizon tale rigting van liet oosten naaihet
westen voortplantte; tot op den April lieten zich ligte
schokken bespeuren. Vele gebouwen werden beschadigd. (Jav.
Cour. van den Mei, 1830.)
1830. Op den 15''®'' en 16<i™ December vooral v^oedde de Bromo,
op Java, zeer hevig; bijna gedurende het gansche jaar 1829 had hij
zware rookzuilen uitgebraakt; zie bladz. 848.
d83d. Java. Ten 2 ure des namiddags van den 31®'™ October
bespeurde men, te Batavia, tv^'ee ligte schokken. Zoowel
destijds als nog heden worden aldaar geringe aardschuddingen
gevoeld, zonder dat er eenige aanteekening van geschiedt.
(Jav. Cour. van den 3''™ November, 1831.)
1831. Op den IS"!®" en 16''<"> December had eene uitbarsting van
den Semeroe plaats ; zie bladz. 777.
1832. Op den 19''®" Januarij barstte de Goentoer uit; zie bladz. 80.
1832. Op den 18''=" April, van des morgens vroeg tot in den middag,
was de uitbarsting van den Semeroe zeer hevig; verg. bladz. 778.
1832. Van den tot den 13'''='' Augustus woedde de Goentoer;
zie bladz. 80. Ook op den 28"'™ Augustus daaraanvolgende steeg eene
grootere rookzuil dan gewoonlijk uit zijnen krater opwaarts; verge!,
bladz. 1218.
1832. Op den 29"®" Augustus, tusschen 11 en 4 ure desmiddags,
had eene uitbarsting uit den plaats; zie bladz. 27.
1832. Omstreeks middernacht van den 25"*'='' op den 26®'®" December
hervatte de Merapi, op Java, zijne werkzaamheid en vs'oedde
hevig; vergel. bladz. 410.
d833. Java. Ten 12 ure en eenige minnten later van den
28®'®" Januarij, werd te Batavia eene sterke aardbeving bespeurd.
De laatste schok was de hevigste en bragt veel schade
te weeg aan eene menigte huizen. (Jav. Cour. van den 31®'®"
Januarij, 1833.)
1833. Op den 1"®" September hervatte de Goeiitoer zijn woeden;
zie bladz. 80.
1833. In de maand October werd eene uitbarsting van den Salasi,
op Sumatra, waargenomen; vergel. bladz. 1243.
1833. De Merapi, op Sumatra, had in den loop van dit jaar eene
uitbarsting; zie bladz. 1240.
t.:
1397
J833. Sumatra. Op den 24®'®" November werd, volgens
berigten uit Padang, Singapore, Palembang en Batavia eene
aardbeving bespeurd, welke zieh hijna gelijktijdig in een
groot gedeelte van den Indischen archipel liet waarnemen.
De eerste schok werd gevoeld des avonds ten 81/2 ure (te
Padang daarentegen werd hij, naar luid der berigten, reeds
ten 8 ure bespeurd); hierop lieten zieh later nog 6 schokken
waarnemen, waarvan de hevigste, welke 15 sekonden duurde,
des nachts ten 3 ure plaats greep. Eenige gebouwen werden
beschadigd, anderen stortten in. (Jav. Cour. vah den 11''®"
December, 1833.) Volgens de berigten van D''. Stumpff, ') werd
dit verschijnsel te Padang op de navolgende wijze waargenomen.
Gelijk algemeen het geval was geweest gedurende de
maanden Augustus, September en October, was het weder op den
24®'®" November insgelijks zeer droog en zoel; alom heerschte
eene doodelijke stille in de natuur, toen, des avonds ten
8 ure, begeleid door een onderaardsch gedreun, eene trillende
beweging der aardkorst werd bespeurd, welke allengs. in
hevigheid toenam; de inwoners der stad vloden uit hunne
huizen en ontwaarden bij de helder lichtende maan, dat do
kokos-palmen, welke te dier plaatse alle woningen omringen,
van de eene naar de andere zijde werden heenbewogen; de aarde
berstte en water, modder, benevens «zwavelige dampen» werden
uit die openingen oj^gestuwd. Hoog rees de zee boven haar gewoon
peil; demurenvangebouwenscheurden van een, dezuilen, waarop
het vooruit stekende gedeelte van de daken der huizen rust, stortten
neder, de schepen werden van hunne ankers gedreven en
het strand was op zekere plaats, waar men den vorigen dag
eene menigte levende visschen had bespeurd, bezaaid met
hunne levenlooze overblijfselen. —• Te Poelo tjingko en in
eenige andere streken van Indrapoera werd het land door de
baren der zee overstroomd; te Benkoelen werden verscheidene
schepen op strand gezet en bleef geen enkel gebouw onbeschadigd.
Het schip Mercurius, dat zieh op een afstand van
Zie Tijdsch. v. Neerl. Indie, VII. aflov. 10, bladz. 157.