
zijn,
6 1 G
Eüidelijk, terwijl wij door de gedurig siieller op clkandcr
gcvolgde slagen van den gamelan, •— welke zieh staandc liet
geveclit onophoudelijk deed hooren — en door de toejuichingen
der aauscbouwers, die zij bij elken buitengewoon koenen
aanval der dieren luide te kennen geven, geheel en al verdoofd
wordt liet teeken tot het staken van den strijd gegeven.
De Keizer, die met den Resident op eene soort van troon
zit, heeft dit spei in de verte aanschouwd; tusschen hem en
de kooi bleef eene lange, opene ruimte, ter zijde van welke
ruimte de Europeers in twee rijen geschaard staan. Thans zetten
zij zieh op stoelen naast deze opene plaats neder en de
rijksbestuurder Pangeran Adipati, de eerste minister, gaat
tusschen de beide rijen Europeers door, ten einde de verdere
bevelen van zijne Hoogheid te vragen.
Nu volgt een tooneel, dat waardig is te worden bijgewoond.
De rijksbestuurder is een grijsaard, wat diklijvig, maar overigens
van een waardig voorkomen. Zijn lang afhangend grijs haär
is siechts bedekt met een klein wit kapje van cylindervormige
gedaante, het teeken zijner hooge waardigheid ten hove. Hij is
in een prachtig gewaad gedost. Op een afstand van schreden
genaderd, werpt hij zieh op den zandbodem, waarop geene
matten uitgespreid hggen, neder, brengt zijne zaamgevouwen
banden op het ter aarde gebogen voorhoofd en verrigt zijne eerbetuigingen
(Seraba) voor zijn Heer. Dan schuift hij zieh, steecls
op den grond zittende., 5 schreden verder, maakt op nieuw
zijne Semba en kruipt of schuift zieh door het zand w^ederom
eenige schreden nader, herhaalt de beweging met zijne banden
tegen het "diep ter aarde gebogen voorhoofd en blijft op dien
afstand (verder dürft hij niet naderen) voor zijn beerscher
neclerig op den grond zitten. Geclurende al dien tijd laat niemand
eenig geluid hooren; de Keizer zit onbewegelijk op zijn
troon; zijn bejaarde, grijze rijksbestuurder hgt, met het bovenlijf
ontbloot, 15 schreden van hem af in het stof ter neder gebukt
en onder de duizenden van toeschouwers, welke dit tooneel
omringen, wordt geenenkel geluid vernomen; men gelooft schier,
dat zij niet ademhalen. Nu legt de rijksbestuurder (met eene
beesche stem) zijn berigt af. Bij het eindigen van iederen volzin,
hoe kort deze ook möge zijn, brengt bij de banden tot de
Semba op nieuw aan het voorhoofd en houdt hetzelve zoo lang
ter aarde gebogen, totdat de Keizer zijne bevelen heeft gegeven.
Dit geschiedt met weinige woorden, met eene koele, statige
stem en even kort en plegtig antwoordt, onder het herbalen
der Semba, de staatsdienaar.
Eindelijk wordt het bevel gegeven tot het doen plaats grijpen
van een kampspei van een anderen aard, en de rijksbestuurder
verwijdert zieh, kruipend en langzaam terugglijdend, op gelijke
wijze als bij gekomen is. Het hep duidelijk in het oog, dat dit
onderboud des Keizers met zijn staatsdienaar op alle aanwezige
Europeers een zekeren indruk had gemaakt; hoewel deze Adipati,
na den Keizer, de eerste persoon in het rijk is, zoo durfde hij
toch niet verder dan tot op 15 schreden afstands van den Keizer, in
het stof nedergeknield, naderen, enbocveel diepermoet de indruk
op de eenvoudige Javanen zijn, die slechts al te zeer geneigd zijn
aardsche pracht als eene godbeid met verbazing te beschouwen.
De Soesoehoennan rijst nu op en arm in arm met den Resident
gaande, treedt hij vooruit; al zijne bewegingen geschieden
met eene voorbedachtelijke langzaamheid en even statig wordt
hem door het reeds vermelde vrouwental zijn statiezetel nagedragen;
nu bekbmt het gezelschap eene kleine stellaadje, welke
op eene verhevenheid, in den vorm van een balkon, van planken
is opgeslagen. Zoo vele Europeers aldaar plaats kunnen krijgen,
volgen hem de trappen op en getroosten zieh gaarne de nabijheid
dier vrouwenschaar, welke met haar kwispeldoor en beteldoozen
onafscheidbaar zijn van den keizerlijken persoon. (Het
levert een koddig gezigt op onder deze keizerlijke vrouwen,
che bij dozijnen achter den zetel baars Heeren staan, officieren
in uniform en Europesche beambten zoo digt bij elkander te
zien staan, dat geen appel op den grond zou kunnen vallen.
Waarschijnlijk is het strijdig met de etikette nog eenige dezer
stellaadjen, of balkons voor de aanschouwers te doen bouwen;
even waarschijnlijk is het, dat, in vorige dagen, de Keizer met
zijne vrouwen aJleen daarop plaats namen.)
H It '
Ii,
•=•1 i
hl
• ' i