
B. WATEUBRONNEN,
AVELKlä OPGELOSTE MINEKALE BESTANDDEELEN BEVAXXEN,
t»1
Í Í
'i'
zoogenamnde xvarme en koude minerale bronnen.
De naain, welke achter de djfers is gevoegd, duidt aan de residentie,
waarin de bi'on wordt gevonden; liet teeken •)<(• geeft te kennen,
dat ik zelf de bronliebbezochtenbeschreven. Wordt dit teeken er niet
bij gevonden, dan heb ik de bron slechts uit aangehaalde berigten
van andere waarnemers leeren kennen. Mondel duidt aan: mondelinge
berigten, hetzij van Europeers of van inlanders. De Merna
volgende lijst van bronnen, welke op Java worden aangetroffen, mag
als volledig worden beschouwd, in zoo verre die of door mij zelveii
zijn bezocht, of door anderen, tot op den tijd mijner afreize van
Batavia, in 1849, zijn beschreven in de verschillende tijdschriften, welke
aldaar het licht zien. Die echter, waaronitrent sedert dien tijd berigten
in de tijdschriften daar te lande werden bekend gemaakt, zijn niet,
ter mijner kennis gekomen.
ö. Bantam. Eene zeer heete ¿rowaan den oostelijken oever
der Danoe, in de onmiddellijke nabijheid van den voet der bergketen.
(Velgens Brumund, in het Tijdsch. v. Neerl. Indie, III.
bladz. 693. Verg. bladz. 1171 dezer afdeeling.
2. Bantam. Tji Panas nabij Pandeglang, 3 palen van
laatstgemelde plaats aan de zuidoostelijke helling van den
goenoeng Karang, distrikt Tjimanoek. Op drie verschillende
plaatsen van eene lengte-kloof van dezen vulkaan, welke aan
de tji Panas tot bedding strekt, weit zeer heet, zontacbtigbitter
water uit den bodem op, waardoor de beek, verscheidene
honderd schreden beneden de plaats waar de bron wordt gevonden,
nog een warnitegraad van 110—130^ Fahr, bezit. In de
nabijheid dier plaats is eene bamboeshut opgeslagen. (Volgens
Brumund, 1. c.) Eene chemische analyse van dit water is door
J. Maier in het Geneeskundig archief, Batavia, 1845, medegedeeld;
zij is als volgt: 1,000 water bevatten: Chlor sodium 0,175,
zwavelzure potasch 0,119, koolzure soda 0,286, koolzure kalkaarde
0,136, koolzure bitteraarde 0,098, kiezelaarde 0,144,
mm
1309
aluinaarde raet sporen van ijzeroxyde 0,016, vrij koolzuur 0,621,
Sporen van zwavelwaterstof-gas.
3. Bantam, Laauwe zwatielbron, gelegen op een afstand
van 3 palen van no 2 aan de helling van den g. Karang, in
een ketelvormig verbreed gedeelte der lengte-kloof, waardoor
de tji Lantjor stroomt. Op drie verschillende plaatsen weit
het water aldaar uit den bodem op; het is helder van kleur,
heeft een warmtegraad van 34,6° R. of 110,0° F., is eenigzins
ziltig van smaak en verspreidt een renk van zwavelwaterstofgas.
(De bron ligt in het distrikt Tjimanoek, 11 palen van den
pasanggrahau van denzelfden naam.) Volgens de analyse van
den heer J. Maier, geplaatst in het Geneesk. archief, III.
bladz. 445, bevatten 1,000 grammen: watervrije, koolzure
soda 0,1496, zwavelzure potasch 0,0498, zwavelzure soda
0,5819, chlorsodium 0,3273, zwavelsodium 0,0636, koolzuren
kalk 0,1573, koolzure bitteraarde 0,0301, aluinaarde, met sporen
van ijzeroxyde 0,0012, kiezelaarde 0,0232, koolzuur 0,3115,
zwavelwaterstof-gas 0,0950.
4. Bantam. Koude bron, 6 palen van Ser an g ,'m áe nahVy
heid van het eersle poststation op den weg naar Batavia, in
het distrikt Kolelet. De bron weit op uit eene steenachtige bedding
(korsten, uit nederplofselen ontstaan?), welke een omvang
van een honderdtal schreden heeft en witachtig van kleur is;
op enkele plaatsen spnngt het water l'/j voet hoog, terwijl
uit alle openingen eene groote hoeveelheid gas oprijst, zoodat
zieh binnen een omtrek van twee palen in het rond een reuk
van zwavelwaterstof-gas laat bespeuren; het water heeft een
onaangenamen smaak. (Geneesk. archief, I. c.)
5. Bantam. Warme bron in de nabij heid vanWanataka,
haar water heeft een zuurachtigen smaak en bevat 0,01715 per
cent zwavelzuur. De bestanddeelen van dit water zijn, volgens
J. Maier, 1. c.: vrij zwavelzuur, zwavelzure aluinaarde, sporen
van zwavelzure ijzerprotoxj^de, zM'avelzure kalkaarde, idem
magnesia, idem potasch sporen, sporen van chlorsodium en van
kiezelaarde.
6. Bantam. Warme lyron bij het dorp Tjitando, in het
83
I
. I