
" ì i ' -
W
1246
0|) n" 21, iiumclijk, den pick vau liei cilancl Bcsi, welken
wij als den laatsten, zuidoostelijksteu vulkaan vaia Sumatra, beschonwen,
volgt de pick op het eiland Rakata; deze is, voi gens
oiizc raiigschikking, de eerste of westelijkste op het eiland
Java of n» 22 der algcmeeiie reeks. Zie Java II. bladz. 5.
Van de/en af strekt zieh cene reeks uit van 45 vulkanen, wdke
wij in het eu hoofdstuk dezer afdeeling hebben be^
scin-even en die, meer dan tweemaal digter bij elkander geplaalst
zijnde dan de vulkanen op Sumatra, zieh menigwerf in
cene dubbele rij door hot eiland Java voortzetten; zij vormen
flc nomniers 22 tot G6 der algemeene reeks. Wanneer wij aan
,lcn eersten vulkaan'op Java: den piek op het eiland. Rakat:i
„0 22 gcven, dan is de laatste of vulkaan van dit eiland:
goenoeng Idjòn, n» 66 der algemeene reeks; op^dezen vdlgt
nlsflan de eerste vulkaan op het eiland Bah: n» 67- •
> -isiir
1
4 -L- ^
67. BATOER.
Op het eiland Bali. .. .
In eene centrale gebergte-massa, welke van het westen naar
het oosten door het eiland Bali loopt, verheffen zieh,- behalve
anderen, de hier gcnoemde bergen, die in de ri'gting Yatt het
Westen naar het oosten op eikaiider völgen: Tambanan, Batoer,
Agoeng en de Seraja-bergen.
Goenoeng Tabanan is een hooge kegel, welke -zieh, naar
schatting, meer dan 9,000 voet boven den Spiegel der^zeo
verheft; hij rijst op in het westelijke gedeelte van het eiland
Bali, namelijk, in het rijk Tabanan of Tambanan', waarnaaf
hij door de zeevaarders de Tabanan-piek wordf geheeten.
De Batoer is een steeds werkzame eruptie-kegel, welke
oprijst binnen een wijd uitgestrekt kringvormig gebergte, derhalve
in het midden van een kratermuur, die, naar het schijnt,
cven als de goenoeng Tengger op Java, een vlakken kraterbodem
omsluit. Hij is in het oostelijke gedeelte van het eilan<l
gelegen en omtrent S rainuten noordwestwaarts van den volgenden
verwijderd.
W
" 1
1247
68. AGOENG.
f. f >;
« l'.
n -
Op het eiland Bali.
Sommige zeevarenden noemen denzelvcn, naar het koniiigrijk
waarin hij is gelegen, goenoeng Karang asam of ook wel
den «piek van Bah», dewijl hij de hoogste berg op het eiland
is. Hij is gelegen aan de oostelijke zijde van Bali en bevat
eene nog steeds dampende solfatara.
JJitbarslingen van dezen^ berg.
d808. In dit jaar wierp hij eene ontzaggelijke massa asch
en puimsteen uit. (Zie Life and Service of Sir Stamford Raffles,
p. 241.)
d843. Nadat eene aardbeving was voorafgegaan, braakte hij
ook dit jaar weder asch, zand en puinbrokken uit. Aan zijne
noordelijke hellirig worden lava-puinstroomeh waargenomen,
welke tot aan het Strand der zee reiken.
De Seraja bergen, gelegen in den uitersten oostelijken hoek
van Bah, worden beschreven als een uitgebluschte kraterketel,
welke door een steilen, kringvormigen wal wordt omringd. i)
69. LOMBOK-PIEK.
Een hooge vulkaan in het noordoostelijke gedeelte van het
eiland Lombok ; geene uitbarstingen van dezen vulkaan zijn ons
bellend. Zie de beschrijving van het eiland door IT ZoUinger. 2)
Volgens het gevoelen van dezen reiziger, overtreft deze berg
alle vulkanen van den ganschen Indischen archipel zoo in grootte
als m omvang. Naar driehoeksmetingen, gedaan door den heer
P. Melvill van Carnbee, bereikt hij eene hoogte van 11,600 par.
0 Hetgeen alliier worclt vermeid omtrent Bali, is ontleend uit de mededeclingeii
van den lieer H. Zollinger, geplaatst in liet Tijdsch. v. NeSrl. Indie, jaargang VII.
n» 10, bladz. 43, enz.
„Het eiland Lombok," in het Tijdsch. v. Neèrl. Indiü, IX, p. 192 en volg.
De beste kaart van Lombok en der overige eilanden ten oosten van Java, met inbegrip
van het eiland Timor, is do „kaart van de eilanden en vaarwators beoosten
Java, enz.; door H. D. A. Smits," uitgegeven te Batavia, in 1848.
m
I
?