
< 1,
vcrscheidciic andere gcdeclleii van dc niodderachligc kleivlakle
eruptie-blazcn van geringere uitgebreidheid, welke op verschillende
afslanden van de hoofd-erupLie zijn gelegen, en welke zieh nooit
op denzelfden tijd als deze entladen. Te gelijk met den modder
wordt een ziltig water nitgeworpen, hetwelk door de Javanen
in kleine gleuven wordt afgeleid of met lepels, uit halve kokossclialen
bestaande, wordt opgeschept en verzameld. (Velgens
Ch. Perret worden in de omstreken gaten in den grond geboord,
vvaai'in insgelijks water eprijst.) Uit dit Avater verkrijgen de
Javanen, door middel van uitdainping, jaarlijks 150,000 ff, ja,
somtijds eene grootere lioeveelheid zout. In het reeds uitgedampte,
verdikte water, de moederloeg, vend de beer Perret Jodiumen
Bromia^n-zovXm., welke bestanddeelen hij te vergeefs in het
water der nabij hggende zee zoeht. Zie II. bladz. 349. Van
welkes aard de opstijgende gas-soorten zijn, is niet bekend. Uithoofde
zij de ademhaling bemoeijelijken, een renk van jodium
verspreiden , donker blaanw van kleur zijn, een geringen Avarmtegraad,
en eene groote specifieke zwaarte bezitten (zij stijgen
niet in den dampkring ep, maar wentelen zieh over de vlakte
been), •— eigenschappen, welke de beer Hasskarl bij dezelven
waarnam, ^— zoo mag hieruit met grond worden opgernaakt:
dat het noch waterdamp, noch zuiver waterstof-gas, noch
keolvvaterstof-gas is, maar dat die dampen grootendeels bestaan
uit koolzuur, vermengd met Petroleum-damp en eene geringe
lioeveelheid van Jodium-dampen, waarbij zieh misschien zwavelwaterstef
gas voegt.
Op een afstand van engeveer 2 Engeische mijlen van Bledoeg
(de salse van Koewoe), in eene oost-noordoostelijke rigling
(?) vandaar, ligt, tusschen laag geboomte, een meertje
van troebel (grijskleurig) water, hetwelk eene diepte van 22,
bij eene middellijn van 250 ä 300 voet heeft. Opstijgende gasmassa's
dringen op verschillende plaatsen door dit troebele
water been, hetwelk uit dien hoofde in eene gestadige beweging
wordt gehouden; het water was niet dik, niet modderachlig,
maar siechts brninachtig grijs van kleur. Ook te dezer
])lantse kon de beer Ilasskarl in het water geene verlioogde
mm mrnm
1183
temperatuur waarnemen, evenmin als in andere kleinere vvalerplassen,
welke in de nabijheid van het meertje lagen. Hij noenit
dit meertje of dezen vijver: Mendang rawasan. Het is engetwijfeld
dezelfde salse, die door mij is vermeld geworden onder
den naam van «modderbron van liasonggo,» gelegen in de
nabijheid der ruinen van Mendang. Deze plaats ligt in de nabijheid
van het tegenwoordige dorp liasonggo, en was in voormaligen
tijd de zetel van Javasche vorsten, van wier paleizen
nog overblijfselen van muren aanwezig zijn. Velgens Hasskarl
beteckent mendang; vijver of klein meertje; rawa: modder en
mendang rawasan: meerassig meertje. Waarschijnlijk is het, dat
de hoofdplaats Mßndang zijn naam van hetzelve heeft ontleend.
Beide gas-bronnen, gas-vulkanen n» III en IV zijn derhalve
verre verwijderd van den vulkanischen bodern en aan alle
zijden omringd door deelen der tertiaire formatier zij liggen,
namelijk, in eene spieet tusschen de twee evenwijdig loopende
neptunische verheffmgen ten noorden en ten zuiden, in het
Loese-dal. De gas rijst op uit den alluviaal-bedem, de taaije
klei, welke deze spieet vervult, drijft zeewater, met Jodiumzout
bezwangerd, mede opwaarts; hierdoor wordt de klei, die
in andere deelen der vlakte hard is, opgelost, ten gevolge
waarvan het water in een zoutachtigen modder overgaat. —
Onder het aantal alluviaal-vlakten, welke op Java worden
aangetroffen, behooren het Loese-dal en veoral de iets verder
noordelijk gelegene Djawana-vlakte blijkbaar tot de jongsten,
d. i. tot die vlakten, welke later dan anderen en, uit een
geologisch oogpunt beschouwd, in zeer laten tijd zieh boven
den Spiegel der zee verhieven. Zulks laat zieh met grond opmaken
uit de läge ligging en de ziltig-moerassige gesteldheid
des bodems.
Wat de eorzaken van haar ontstaan betreft, zoo is er geen
enderscheid tusschen gas- en modder-vulkanen ef brennen,
ZOO als door vele geographen en geelegen wordt verondersteld.
De verschijnselen althans, welke zij ep Java doen geboren
worden, stellen het boven allen twijfel, dat hare uiterlijke
versclieidenhcid slechts als het gcvoig mag beschouwd worden
¥ •I