
tili ' '
hoogLc, teil iiiinste 1/2 uur king blijft ziveven^ alvomis zij zieh
oplost en zicli verstrooit; somwijlen kaii meu dezelve, door den
wind in eene zijdelingsche rigting gedreveu, na verloop van s/,,
uurs nog onderkennen. Bestouden zij slechts uit waterdamp, zoo
zou nien moeten aannemen, dat zij in de zone van 13,000',^
alwaar de teniperatuur opJava, .zells des middags, ongetwijleld
tot liet nulpunt daalt, en tot op welke Iioogte zij uit den
gloeijend lieeten krater plotseling worden opgestuwd, — zoo
spoedig zouden verdikken, dat elektrieke verschijnselen, namelijk,
donder en bliksein zouden moeten ontstaan, welk een en
ander wij cvenmin hebben waargenomen; liet schijnt derhalve,
dat zij uit een mengsei van verscliillende dampsoorten bestaan,
waaronder misschien zwavelige dampcn de lioofrol speien. Dit
¿ilthans is zeker, dat het nedervallende zand, op den reuk,
de aanvvezigheid van zwavelig zuur aanduidt.
De hoogte van het standpunt, waarop wij ons bevinden,
bedraagt, naar het gemiddelde resultaat der gedane barometer
waarnemingen, 11,480 i) voet.
De lucht is zoo buitengewoon droog, dat geene cigarcn
rook geven, noch branden willen en dat wij, niettegenstaande
de koude, door een aanhoudenden, hevigen dorst worden gekweld.
Hoewel men zou mögen vermoeden, dat deze bergtop altijd
veel drooger is dan de omringende gebergteu, uithoofde hij,
uit zand en steenhoopen bestaande, volkomen dor is en geen
spoor van plantengroei, waaruit zieh vochtdeelen zouden kunnen
ontwikkelen, op denzelven wordt aangetroffen, zoo loopen
echter ojj dezen oogenblili alle omstandigheden te zamen om
eeneu uitersten graad van droog te te doen ontstaan, want: lo is
de lucht in denhoogsten graad helder, de hemel donker blaauw,
zonder dat zieh het geringste wolkje aan denzelven vertoont;
waait er een hevige, op zieh zelf zeer drooge (noordooste-)
wind, vvaardoor de verdamping van alle vochtdeelen nog veel
•) Men begrijpt ligtclijk, dat deze hoogte cerst later, nadat rtezelve was liorokcnd
geworden, in het journaal werd opgeteekond.
773
spoediger dan gewoonlijk plaats grijpt. Gewone Javasciie tikars
(matten van Pandanus-bladeren gevlochten), welke, gelijk men
weet, zeer buigzaam zijn en zieh in alle rigtingen latenvouwea,
werden, nadat zij eenigen tijd uitgespreid hadden gelegen, zoo
broos als glas en, ten gevolge daarvan, volkomen onbruikbaar. Zij
lieten zieh in de kleinste stures blieben, welke men tussehen
de vingers zoo fijn kon wrijven als rneel en als stof in de
lueht kon hlazen! Het maximum van het verschil van den Psychrometer
bedroeg 6,8° Reaum., en hoewel de temperatuur der
lucht, na 4 ure, in de schaduw 6,3°]leaum. bedroeg, zoo
was de bevochtigde bol van den Psychrometer echter met rijp
overdekt en stond dezelve — 0,5° Reaum.
Wanneer men nu in aanmerking neemt, dat de steeds uitwasemende
oppervlakte onzer ligchamen aan eene gelijke werking
was blootgesteld als de Psychrometer, dan kan men zieh een
denkbeeld vormen van de koude, Avelke wij leden.
De koeli's stelden alles in het werk om mij, door een onophoudelijk
klagen, tot de afreize over te halen; de zon neigde
zieh allengskens meer en meer naar den horizon, de koude
nam hand over band toe, het laatste stukje hont, dat wij bezaten,
was door het vuur verteerd en onze hoop op bijstand van de zijdc
van den Wedono 1) verdween gedurig meer en meer; niettegenstaande
dit alles het ik mijn voornemen nog niet varen, en deelde
ik het beste dat ik bezat, namelijk, een paarflesschen madera,
benevens manilla-cigaren, onder de koeli's uit, toen, na twee
uren in rust te hebben dooi'gebragt, de krater des vulkaans
op nieuw (het was ten B ure) een ontzettend geloei liet hooren
en eene rookzuil met zulk eene vreesselijke vaart in de
hoogte Steeg, dat wij de rondwentelende kruin reeds in ons
zenith hadden, vöör het ons mogelijk was geweest haar met
het oog te volgen; aan alle zijden vernamen wij het gekraak
der opspringende steenen, waarvan eenigen tot digt onder
Had die afsehuwelijke Wedono, dien ik in het binnenste des kratcrs verwensehte,
— had die ons het medegevoerde brandhout, en de boomtakken tot Iiet
opslaan der hutten vereischt, toegezonden. dan hadden wij zondev gevaav op den
bergtop kunnen overnacbten.
; t'j
ä.
• i