
^'Ih Ili'
|Il *txll K'
"1
J
1132
/idi een niciiwen kratcr en wel evcu tcn ziiidoosten van dea
anderen schijnt gcopend, dan wel de onde in die rigting ver-
^^ijd te hebben en er zieh tot op dit oogenblik geene vurige
strepen op de helling des bergs vertoonen, waartegen hij echter
hoogere rookzuilen opwerpt, terwijl de asehregens almede
heviger en menigvaldiger zijn, dan bij de laatst voorafgaande
eruptie.» AQ/T i
Het zoo even vermelde omtrent de nitbarsting yan isde
zakehjkeen, zoo ver het tusschen aanhalingsteekens is geplaatst,
de letterlijke inhoud van een officieel berigt, d. d. 4 October, 1847,
van den heer Assistent-Resident van Probolingo, H.D.Potter,
die den berg van nabij heeft waargenomen en de verschynselen,
waarinede de nitbarsting gepaard ging, oordeelkundig heeft opgevat.
') Bij dit berigt was eene teekening van dezelfde bekwame
band gevoegd, voorstellende een gezigt op den berg, staande eene
nitbarsting in den nacht, benevens een^antal kleine lava-brokken,
welke door den krater nitgeslingerd waren geworderi en uit de
lucht nedervielen; zie L. no 274. Hetis eene zeer porense lava
van bolusroode klenr, waarin ten deele onveranderde, groote
homblende-kristallen kunnen waargenomen worden.
Tijdens de heer Potter zijn berigt ter neder Steide (op den
4-1™ October, 1847), voer de vnlkaan steeds voort met hevigheid
te woeden. De aanplantingen in den omtrek des bergs leden
daardoor geene schade, terwijl mede de gedaante des vulkaans,
in het algemeen genomen, geene verandering onderging. Slechts
de top des Lamongan heeft een gansch anderen vorm verkregen,
zoowel verschillend van dien, welken hij in 1838 had, als waaronder
hi] zieh in 1844 vertoonde. Eene afteekeAing van dezen vorm
ziet de lezer in Lamongan Figuur d, namelijk, het bovenste
profiel, hetwelk ik, eeniger mate verkleind, gecopieerd heb naar
de teekening door den heer Potter, in 1847, van den vnlkaan
ontworpen.
Men ontwaart uit dit korte verhaal, dat de Lamongan van
•) Dit berigt wercl ralj toegezonden door den, helaas! te vroeg gostorven ResideTit
van Besoeki J. 1<\ T. Mayor, bij eeii schrijven van den 6dcn Octolier. 1847.
1133
lijd tot tijd jaren lang in rust is, maar dat hij somtijds ook
jaren lang in werkzaamheid verkeert, welke slechts door Insschenpoozen
van V4 ä ^¡i nur wordt afgebroken; wijders dat hij
tot die Vulkanen behoort, welke steeds uitbarstingen ondergaan,
en bijna onophoudelijk gloeijende lava-brokken uitslingeren.
Men zou kunnen verondersteilen, dat de voortdurende werkzaamheid,
de steeds bestaande warmte-ontwikkeling, het onophoudelijk
gloeijen van het binnenste des kraters, zoo als de
immer durende uitbarstingen van den StromiboH, in verband,
stonden met de geringe hoogte, welke hij bereikt, en die zonder
twijfel niet veel meer bedraagt dan 4,000 voet; maar ontwaart
men niet volkomen gelijhe verschijnselen bij den Semeroe,
welke eene hoogte bereikt van 11,480 voet, terwijl het eenige
onderscheid in het iets langer aanhouden der tusschenpoozen
bestaat, welke bij dezen vulkaan van 2 tot 3 uren duren.
Over de vermeende afwisseling in de werkzaamheid van den
Lamongan en den Bromo, zie de lezer goenoeng Tengger. m