
doch voortdurend breeder wordende langte rib voortzetteden, —
eei-st door een bosch uit bamboes bestaande, welks drooge halmen
zoodanig door den wind al knarsend tegen elkander werden
bewogen, dat onze paarden door het geluid schuw werden, en
vervolgens door eene Alang-wildernis gedurig dieper, bij toenemende
bitte, naar beneden. Eindelijk stegen wij in de kloof
af, welke de linkerzijde van dezen bergrug begrenst en kwamen
aan een gebaanden weg, welke längs den regteroever der beek
(kali) Kangsiran heenloopt; over kleine bainboesbruggen ging
de weg (den eersten keer ten 11 ure), herhaalde malen , over de
kronkelende beek. De kloof werd gedurig wijder, en haar bodem
liep voortdurend vlakker in het land uit, hetwelk zigtbaar
meer en rneer, naar mate wij voortgingen, met tabak,
Djagon- en rijstvelden^ benevens tusschen dezelven verstrooid hggende
hutten en kleine gebuchten, overdekt was. Het landschap
werd levendiger, de door geen mensch bewoonde wildernis trad
achterwaarts. Wij doortrokken dit vlakke hoogland, aan den noordoostelijken
voet van den Jiawi (district Batoe), voortdurend in
derigting van het noordoosten en kwamen ten 12 ure aan den
grooten rijweg, die längs den voet des Jiawi, in eene dwarsche
rigting met betrekking tot het door ons gevolgde bergpad, heenvoert.
Dezen weg nu volgende, bereikte ik een half uur later
het poststation Singaling, alwaar , door de vriendelijke zorg van
den Assistent-Resident van Malang, een rijtuig voor mij gereed
stond, hetwelk mijne vermoeide voeten hoogst welkom was. De
afstand van daar zuidoostwaarts tot aan Malang bedraagt 6 palen,
die nu snel en op eene gemakkelijke wijze door mij werden afgelegd.
Ten l'/a ure trad ik in den fraaijen, wel ingerigten pasanggrahan
Brantes, welke aan den in heuvelen opstijgenden linkeroever
der kali van denzelfden naam is gebouwd. Hier woei een
Sterke en aanhoudende zuidewind, — die zieh ook de vorige dagen
even krachtig had doen gevoelen, — doch welks invloed, op eene
hoogte van 4,000 voet boven Malang, zieh niet meer laat bespeuren.
(De hooge kruin des Kawi scheen bij uitsluiting blootgesteld
') iMijn rijtuig moest to Blitar acliter gelaten worden.
t". f
te zijn aan den invloed der passaatwinden, welke in die zoneslechts
uiterst zacht waaijen, terwijl hier beneden bijna altijd een zeer
Sterke zuidewind heerscht.) Van hier gezien, doet zieh de Kawi
(het hoogste middengedeelte in het noorden 80'^ tot 83° ten
Westen) voor, gelijk wordt afgebeeld in de profiel-teekening Kawi
Figuur 2; de pun ten a en 6 zijn: de goenoeng Bitrang, c cn d
de beide hocken van den Tjemoro kendeng, e de goenoeng
Bokong en f de voorgebergte-spits Pandirman,») in de nabijheid
van Batoe, welke' wij bij het afklimmen westwaarts heten
liggen. Den Ardjoeno wordt men gewaar in het noorden 8 tot
11° ten Westen.
') ©mtrent het bezigen van den klinker e, zij hier in het algemeen aangemerkt,
dat die eigenlijk met een omgekeerden circonflex behoorde te worden geschreven;
gebrek aan dergelijk letterteeken heeft ons genoodzaakt den gewonen circonflex te
gebruiken. Zie hoofdstuk I , p. 495.