
m
l1iV1
j f 3
• fi'il
^ r t.
¥ f «3
banken c, ten gevolge van opheffing uit de vrocger horizontaal
liggcnde banken a (in Figuur 2 onder een hoek van 25o) gevorrnd
en in haro tegenwoordige Stelling waren gebragt geworden.
Indien zulks het geval geweest wäre, indien de groote
vulkanische kegels waren ontstaan, ten gevolge van opheiBng
van horizontale lagen, dan zou de rigting der spleten noodzakelijk
moeten zijn gelijk wordt afgebeeld in Lamongan Figuur
2, 65 het spleten-systeem no 2 zou niet perpendiculair,
maar scheef moeten staan, dit'zou de scheidings-vlakken onder
regte hoeken moeten snijden, hgtgeen op Java nergens, in geen
enkelen vulkaan, wordt waargenomen. Overal is de rigting, ten
opzigte van elkander, gelijk figuratief in c wordt afgebeeld.
• lEen voorbeeld van eene lava-bank, welke werkelijk is opgelicven
geworden, vindt men onder anderen in het neptunische
gebergte van Tjêlatjap, namelijk, in de kloof der kah liêling,
beneden doch in de nabijheid van het dorp Sawangan ; dit dorp
ligt hooger bergopwaarts dan het grootere dorp Kêling.
Daar ter plaatse wordt eene lava-bank gevonden, welke hi
onderverdeelingen ter dikte van 3 voet is gescheiden; zij bestaat
uit een basaltachtigen amandelsteen, welke tussehen lagen
van verharde klei, mergel en zandsteen als ingeschoven voorkomt
eu met de gansche laagsgewijs gevormde formatie-groep,
waartoe zij behoort, onder een hoek van 20^ naar het zuid
ten Westen afhelt: andere lagen, welke hoofdzakelijk uit
lijnen mergel bestaan, bedekken haar ter hoogte van meer
dan 100 voet. Zij, namelijk, de lava-bank, heeft gelijk gewoonlijk
wordt waargenomen, eene afzondering in vierkante
stukken, ten gevolge der spleten, welke van boven naar beneden
loopen; in dit geval echter slaan zij niet perpendiculair, maar
zij snijden de horizontale lijn onder een scherpen hoek, de
afscheidings-vlakken der banken daarentegen onder een regten
hoek en hierdoor vormen de afgezonderde stukken bijna regelmatige
regthoeken (teerlingen). De gevolgtrekkingcn, welke
hieruit mögen worden afgcleid, zijn: 1» de bank werd als een
submarine lava-stroom over eene horizontale vlakte uitgegotcn;
op dcze vlakte bekoelde de strooni, en werd hij met perpen-
1123
diculaire spleten doortrokken, gelijk wij waarnemen in Ijamoagan
Figuur 2,' a; 2« vervolgens werd zij bedekt door eene
menigte neptunische lagen, welke het zcewater afzette, als
mergel-, thon- en zandsteenlagen en die thans meanagelijkvormige
ligging op de vulkanische bank rüsten; 3° vervolgens werden
zij allen onder een hoek van 20° opgeheven, gelijk in Lamongan
Figuur 2, 6 is aangeduid geworden, ten gevolge waarvun
de spleten, welke aanvankelijk perpendiculair stonden, in eene
scheeve rigting op de loodlijn vielen. Hadden de spleten, welke
in de banken der vulkanische kegels worden aangctroffen, eene
gelijke rigting, dan zou men daaruit tot het beshiit kunnen
komen: dat zij op eene gelijke wijze, namelijk, door opheffing
waren ontstaan, terwijl dezelven daarentegen, hoe steil de
graad van helling der banken 00k möge wezen, steeds perpendiculair
zijn gerigt, gelijk in c der straks vermelde Figuur
wordt aangeduid.
Een ander zeer gewigtig bewijs, tegen de thcorie der verheffingskraters,
wordt geleverd door de plaatselijke verbreiding cn
de ligging van de neptunische formatie ten opzigte der vulkanen.
Vier vijfde gedeelte van de oppervlakte van het eiland Java is,
namelijk, bedekt door deze neptunische formatie, welke tot de
nieuwere tertiaire periode behoort en eene zeer groote dikt(i
bezit. Hoe hoog nu sommige gedeelten van dit tertiaire gebergte,
even als schotsen, werden opgeheven, zoodanig zelfs dat voie
breukranden, te rekenen van den bodem der dalen tot aan den
bovenrand der breuk, eene lijnregte hoogte bezitten van 1,S00
voet, ZOO is het liggencle gesteente nergens te voorschijn gebragt
en dit is derhalve tot heden onbekend gebleven. Op eene andere
plaats vari dit werk zal ik trachten aan tc toonen, dat de
dikte der tertiaire lagen meer dan 3,000 voet bedraagt. In
dezen tertiairen bodem doen de vulkanen zieh vöör als kleine
eilanden in de gedaante van spitse hoeden, van welke de
meesten aan beide zijden door den vroeger genoemden l)odem
worden omringd.' Nu eeus is dit tertiaire land aan den voet der
vulkanen overstelpt geworden door • lava-stroomen, en in dat
geval loopt hol onder den vulkanischen bodem hcendati
m-: .
i
m