
t
1348
53. Samarang. Hecte staalbron in de nabijheid van den
goenoeng Tjoeroek. Op de rib, waarin zieh de g. Tjandi verlengt
en welke zieh in eene noordwestelijke rigting, benedenwaarts,
längs de berghelling uitstrekt, volgt meer oostwaarts eene
andere rib, geheeten g. Tjoeroek, d. i., watervalberg. In de kloof
tusschen deze beide ribben liggen, op een afstand -van 6 palen
van Medini, aan de noord-noordoostelijke helling des vulkaans
(Oengaran), heete staalbronnen, wier bestanddeelen van nabij
overeenkomen met die, welke wij hier boven beschreven hebben.
Ook deze entspringen in de bedding eener kloof aan den voet
van een waterval, terwijl ook alhier de gansche bodem in het
rond verhit en met ijzeroxyde hydraat, — bezinksel van het
bronwater, — - is bedekt. Het "water van sommige dezer bronnen
heeft eene wärmte van 41,3° R. of 125,0° F. en springt met
kracht in stralen uit den bodem opwaarts [A. Waitz. 1. c.)
54. Samarang. Koud.e staalbronnen aan den.oost-noordoostelijken
voet van den Oengaran^ in het distrikt Oengaran,
regentschap Salatiga. Wanneer men van het dorp Oengaran
den grooten weg 3 ä 4 palen verder volgt, die vandi tpunt af
in eene zuidelijke rigting naar de binnenlanden van Java voert,
dan komt men in eene Streek aan, alwaar ten oosten van denzelven,
tusschen dezen en de beek Oelo, drie bronnen worden
aangetroffen, welke op versehillende afstanden van elkander zijn
gelegen; het water dier bronnen heeft zeer veel overeenkomst
met seltzerwater. Verder noordwaarts heen ligt eene andere
dergelijke bron, namelijk, aan den hnkeroever der zoo even
genoemde beek, tusschen de dorpenKelepo en Gondorio. [Mandel.)
55. Samarang. Twee warme bronnen in de bedding der
kali Oelo. De eerste ligt in de nabijheid van het dorp Kelepo,
op een geringen afstand in eene noordoostelijke rigting van de
vroeger vermelde «drie seltzerwater bronnen.» De tweede ligt
meer noordwaarts heen, aan de noordelijke zijde van de vierde
staalbron, in de nabijheid van het dorp Gondorio. Beide echter
bezilten incrusterende eigenschappen en zetten een bezinkzel
af, waardoor de bedding der kali Oelo als in trappen is herschapen
geworden. [Mondel.)
1349
56. Samarang. ^ Koude staalbron kali Pawang nabij
Banjoe koening, gelegen in het distrikt Ambarawa, regentschap
Salatiga, aan de vlakke zuidwaarts gekeerde helhng van den
Oengaran, ter hoogte van 2,900 voet boven den Spiegel der
zee. Wij hebben dezelve reeds op bladz. 344 beschreven;
bij een warmtegraad der lucht van 18,0° R. , ten 9'/2 ure
(op den 30'»- Maart, 1 8 4 5 ) , bedroeg de temperatuur van het
water 17,5° R. of 71,5° F. — Wij teilen derhalve, met inbegrip
van de volgende, niet minder dan acht, deels warme, deels
koude bronnen, welke aan de helling of aan den voet van den
voormaligen, uitgebluschten vulkaan Oengaran zijn gelegen, en
die, behalve versehillende zouten, vooral een rijken voorraad
van koolzuur en ijzeroxydul bevatten.
57. Samarang. Laauwe zwavelbron, waarin eene geringe
hoeveelheid gas opstijgt; zij ligt aan de zuidelijke helling van
den Oengaran, 3 palen boven Banjoe koening, op den weg,
welke naar den hoogsten bergtop Soemo wono voert. [Mondel.)
58. Bagelen. ^ Warme bron kali Anget, nabij Wonosobo,
gelegen in het distrikt Wonosobo, regentschap Ledok. In de
rigting van noord ten oosten van het oord Wonosobo vindt
men deze bron in eene kleine beekkloof, welke in eene westzuidwestelijke
rigting bergafwaarts loopt; zij ligt, namelijk, op
den vlakken voet des Sendoro, tot welken berg deze bron behoort.
Haar water is reuk- en smakeloos, zet een geelachtig bezinksel
af, namelijk, ijzeroxyde hydraat en had, ten 9 ure (op den lO'^™
October, 1 8 4 5 ) , eene temperatuur van 33,3" R. of 107,5° F.
59. Bagelen. Warme bron kali AngSt in het Zuid-
Serajoe gebergte, regentschap Keboemen. In dit geborgte ligt
m de rigting tusschen Wonosobo en Keboemen, omtrent op gelijken
afstand van beide plaatsen, het dorp Karang sambong. Verwijdert
men zieh van dit dorp 5 palen in eene west-zuidwestelijke rigting,
dan bereikt men de hier boven genoemde bron; zij entspringt
in een ondiep dal, tusschen allengs oprijzende hoogten,
welke uit lagen van een blaauwachtig grijzen, kalkachtigen
zandsteen bestaan (in het gebied van een zuiver neptunisch
gebergte). Zij weit niet uit eene enkele opening op, maar
•J
E
f
t BW !
f r
m