
n •
t i»
j, Ì'
r"'
! 1*'
tili.
1 i"'
1
, > I
it,' ¿i"
Vi
'i
i
cloor verticale scheureu of smalle tussclicnkloven iu scherp begrensde
toren- of teerlingvormige stukken, ter hoogte van een
huis afgedeeld. Vele dezer ontzaggelijk groote rotsblokken zijn
aan hunne oppervlakte, gelijk zulks bij rotsen van diglen kalksteen
wordt waargenomen, op eene zoiiderlinge wijze met gaten
doorboord, gekroesd, als uitgeknaagd ; slechts weinigen hebben
gladde zijden, lerwijl bij sommigen de kleine holen diep in het
gesteente indringen, waarin zwermen van kleine bijen zonder
stekels >) nestelen, die Avas en honigmaken.
In vele spleten tusschen deze teerlingvormige blokken, die
eene hoogte bereiken van 20 à 30 voet, ontvi'aart men sphnters
der rots; zij hebben slechts eene dikte van 1 à 2 voet,
maar zijn even laug als de hoogte der blokken bedraagt,
met andere woorden, zij reiken even diep als de spleten en
vormen derhalve scherp toeloopende platen of, vertoonen zieh,
van ter zijde gezien, als spitse naalden. Treft men in de beek,
welke den voet dezer gespletene kalkbank bespoelt, hoog
rijzende trachiet- en poreuselava-rotsen aan, ontwaart men,dat
opstijgende gas-bellen het water op vele plaatsen in beweging
brengen, zoo wordt aan den oever, tusschen de kalkbank en de
bron, eene brekzie gevonden, welke bestaat uit een dergelijk
ruw, ten deele poreus en verslakt, zwartachtig gesteente van vulkanischen
aard; tusschen de voegen van hetzelve weit hier en
daar heet water op, dat eene temperatuur heeft van 40,4° R. , en
waarin van tijd tot tijd gas-bellen al rommelend opstijgen. Vindt
men in het rond om de hoofdbron slechts kwarts- en hoornsteenrotsen,
welker oppervlakte glad, ja, op vele plaatsen
glanzig is en eene bruin- of roodachtige kleur heeft, zoo worden
hier, ter plaatse waar de grens der kalkbank" ligt, de merkwaardigste
overgangen van kalk- in hoornsteen aangetroffen. Nu
eens komen hoornsteen, kwarts en vulkanische steenbrokken
voor, allen als het wäre te zaàmgesmolten, namelijk, te zamen
gebakken door middel van de daarin aanwezige kwarts-massa ;
de basaltische stukken, welke in dit zonderlinge, hobbelige
0 Melipona minuta Lcpelctier de St. Farg.
MÉm 2äm
•f.r
1341
gesteente uit puinbrokken gevormd, worden aangetroffen, zijn
menigwerf even hard als de daarin voorkomende hoornsteen,
waarvan velen niet dan met moeite te onderscheiden zijn, dewijl
ook deze laatsten, althans ten deele, eene zwarte kleur hebben ;
op andere plaatsen gaat de onverbrijzelde kalkmergel, doordien
hij steeds harder, gelijkvormiger en digter wordt, allengs over
in vuursteen en kwarts, — de puntig gekroesde, met gaten
doorboorde oppervlakte van den heldergrijzen, dofkleurigen
kalksteen verändert, door trapsgewijze tusschenvormen, in eene
kwarts-massa van rondachtige gedaante, welke overdekt is met
eene gladde, bruinkleurige korst. Op dergelijke plaatsen van
het pteente is het ondoenlijk de grens te bepalen, waar de
zandige kalksteen ophoudt en de kwarts aanvangt, want tusschen
deze beide steensoorten liggen gedeelten van de oorspronkelijke
massa, waar de kalksteen slechts half verkiezeld is en alwaar
de daarin aanwezige fossile schelpdieren en koralen nog in onveranderden
toestand in den hoornsteen en in de kwarts worden
aangetroffen. Men zie deze fossile overblijfselen (Calamopora :
L. P. no 4 6 7 , d, Fungia patellaris, Cardium-, Ärca-soorten en
andere Bivalven), in onverkiezelden toestand, in den kalk:
L. no 1063, a, (L. P. no 426) en in verkiezelden toestand, in
kwarts overgegaan, in L. n» 1063, b, (L. P. n» 427) en vergelijke
daarmede de stukken in de geologische verzamehng voorkomende
onder no 1046 — 1062, alwaar zieh de trapsgewijze voortgang
der verandering van het gesteente laat waarnemen.
Op eene plaats van den kalk wand vindt men eene gladde,
gestreepte vlakte, namelijk, een wrijvings-.'of schuringsvlak.
Deze verandering van het gesteente laat zieh waarschijnlijk
op de volgendo wijze verklaren. Nadat een vulkanisch ganggesteente
de kalkbank alhier had doorbroken, vond het water
der heete bron, dat waarschijnlijk kiezelzuur in opgelosten toestand
bevat, een uitweg door de onLstane spleten. Die gedeelten
der kalkbank, welke in aanraking kwamen met het heete water,
werden verkiezeld, terwijl vele vulkanische bloìcken met korsten
van hoornsteen werden overtogen.
üilhoofde wij bij de brennen n" 17, 20 en 3S dergelijke ver-
85