
• t
i
' l'i
"'f! i'
!1- (
906
die t(3vcns de hoogte van den gaiischcn bcrg docn afnemen, sleehLs
al t.c zcerplaats grijpen; wijders herimier ik den lezer aan hct
inzakken van het noordwestelijke gedeelte van den Goentoer,
van welks kraterrand, bij gelegenheid eener uitbarsting, een
stuk terbreedte van verscheidene honderd voet is naar beneden
geplofd. Verder laat het zieh ligtelijk verklaren, dat eene lavabank,
waarvande gansche massa, metmeerof minder regelmaat
is gespleten en die ten gevolge van de regte hocken, waaronder
deze spleten elkander snijden, louter in prismatische stukken is
afgedeeld, dat dergelijke lava-bank, zeg ik, hoe naauw de verschillendc
dcelen ook aan elkander mögen sluiten, — het gemakkelijkst
in de rigting der bestaande afscheidings-vlakkcn breken
zal, en een wand moct vormen, in geval, namelijk, cene dergelijke
bank in cene dvs'arsche rigting wordt doorbroken; i) tevens zullen
dande enkelc stukken van den wand hier voor, daar achterwaarts
springen, waardoor de gansche breukvlakte een geribd
aanzienverkrijgt,dat overeenkomt met eene znilvormige afscheiding,
juist zoodanig als Avij znlks aan de lava-banken van den
Rawon hebben opgemerkt.
Hetis vreemd, dat, onder het aantal groote kraters op Java,
waarvan de bouw, gelijk hier bij den Rawon, over eene verticale
uitgestrektheid (dikte) van meer dan 2,000 voet niterst duidelijk
kan waargenomen worden, geen enkele wordt aangetroffen,
welke dergelijke loodregte gesteentegangen bezit, gelijk bij den
Etna (Val del Bove) of bij den Vesuvius (Somma) worden gevonden.
Uithoofde dergelijke gangen op Java volstrekt niet voorkomen,
zoo rijst de vraag: of dit verschijnsel niet in verband
Staat metdearmoede aan nitgeworpene lava, welke, ten opzigte
van de Javasche vulkanen in het algemeen, gednrende het
nieuwere, geschiedkundige tijdperk wordt opgemerkt? Dat hier
op den Rawon, nahij de tegenwoordige oppervlakte des bergs,
compacte lava-stroomen, — die derhalve van jongeren oorsprong
zijn, — worden aangetroffen, is inderdaad. eene uitzondering o\)
') Iletgeen langzaara en gestadig kan plaats hebben, wannoer hot lava-dek de
srende laag, en daardoor zijn steunpunt verliest en het zand er onder weg-
> ikkeh.
907
den regel; bij geen enkelen toch der Javasche vuurspuwende
bergen worden zij aangetroffen.
Möge al geene gesmoltene lava aan de oppervlakte dezer vuurspuwende
bergen zigtbaar zijn, zoo maghieruit nog in geenen
deele het besluit worden getrokken, dat een gelijk gebrek aan
lava in de diepte der vulkanische haarden bestaat; want waar
de vereischte hittegraad aanwezig is, zullen, zoowel hier als
eiders, Silikaten in gesmolten toestand voorkomen.
De wäre reden schijnt veel eer gezocht te moeten worden in
dezelfde oorzaak, waaraan het zelden plaats grijpen van hevige
aardbevingen in dit land moet worden toegeschreven, in een
land dat toch zoo bijzonder rijk is aan Vulkanen en solfatara's,
namelijk: in de gemakkelijke wijze, waarop de onderaardsche
dampen een uitweg vinden, door wijde, bijna nimmer verstopte
openingen, die, als zoo vele geopende schoorsteenen op eene
spieet staande, ten getale van vier dozijn van het westen naar
het oosten worden aangetroffen!
Uit dien hoofde worden op Java niet dan plaatselijke, zeer
zachte, eene hgte schndding veroorzakende aardbevingen en dat
siechts in sommige streken gevoeld; uit dien hoofde blij ven de groote
steenen gebouwen te Batavia, welke zieh verscheidene verdiepingen
hoog verheffen, reeds gedurende twee eeuwen ongedeerd.
Daar ik, uit Vrees voor instortmgen, nimmer gedurende een
geruimen tijd op den kraterrand van den Rawon durfde verwijlen,
ZOO beklom ik denzelven zeer dikwerf en op verschillende
punten; ik maak mij aan geene overdrijving schuldig, wanneer
ik verzeker, dat elke nieuwe blik, dien ik in den krater wierp,
op nieuw een gevoel van angst en verbazing in mij verwekte;
uiet ZOO zeer is het de ontzaggelijke grootte en diepte des
kraters, hoewel hij in dit opzigt alle andere kraters van Java
overtreft, maar vooral de wijze, waarop die kolossale kratermuur
uit losse, geen zamenhang bezittende zelfstandigheden is
gevormd, waardoor eene beklemdheid van gemoed, welke aan
ontzetting grenst, geboren wordt, wanneer men in de onherbergzame
kolk nederziet, die bij de eerste aardbeving zou
kunnen iiistorten. Nimmer sloeg mij eene dergelijke vrees om het
58
1
. iiS
M
• T
•1 >)
f