
Mi5 788
5 a 15 voet en beslaal afwisselend uit grof zand en uit duune
beddingen van puiinsteenachtige rapilli, van welke eenigen
zwartachtig, anderen geelachtig grijs waren.
Hoe meer wij den oorsprong der ribben aan den buitensten
rand van den halfkringvormigen goenoeng Ider-ider naderden
(alwaar de tusschenkloven, aanvankelijk klein en onbeduidend
zieh eerst benedenwaarís allengskens dieper uitgraven), des te
meer kregen de Casuarina's, — waar tusschen aanvankelijk eiken,
Engelhardtia spicata en anderen werden aangetroffen, — de overhand
en werden zij hier en daar inet jeugdige boschjes van
Acacia montana afgewisseld. Qroole roo clac htig gele apen, die
hier (waar de zwarte aap, Semnopithecus maurus: Boeténg heet)
Loetoeng worden genoemd, klauterden in troepen van 20 tot
50 stuks door dit geboomte; waarschijnlijk strekken de peulvruchten
van hetzelve, die ook door de Javanen worden gegeten
(Kamalandingan), en die nog sterker, knoflookachtiger rieken
dan de vruchten der Parkia biglobosa (Peté), waarmede zij
overigens veel overeenkomst hebben, — hun tot voedsel.
Deze aap, Loetoeng der Ténggeranen, is bij de bewoners van den
zuidwestelijken voet des Kéloet onder de naam van Kowi bekend.
Hij is grooter en dikker dan de Semn. mauras, Loetoeng der
Sundanczen, en kan onmogelijk eene bloote varieteit in kleur
van deze soort zijn, aangezien alie individúen der talrijke
troepen, welke ik heb gezien, eene bruinroode (geelachtig
roode) kleur hadden. Hij wordt in Westelijk- en Midden-Java
nergens gevonden, — is waarschijnlijk de Semnopithecus pyrrhus
van Horsfield en schijnt, bij uitsluiting, op eenige weinige
bergen van het oostelijkste gedeelte van Java voor te komen.
Eene menigte krnidachtige planten, representanten vanEuropesche
geslachten, traden thans te voorschijn en ontnamen
aan deze hoogere zonen van het gebergte, tusschen 5 en
7,500 voet gelegen, ^geheel en al het tropische karakter,
terwijl zij aan dezelven een meer noordelijk uiterlijk bijzetteden.
Geen andere bergop Java evenaart, in rijkdom van vormen van
dezen aard, den Téngger, alwaar dezelven bijna alien vcrcenigd
woi'den aangelrofien.
i i
I ! 'i
)
t
j( t'
S'íl
If
I ü • ¡I n